De paarden voor de koninklijke familie worden gekocht bij particulieren en paardenhandelaren en zijn eerst drie weken op proef bij de Koninklijke Stallen. In die tijd wordt door de stalmeester en koetsiers gekeken of ze inzetbaar zijn in het drukke verkeer. Als blijkt dat zij geschikt zijn om op straat koetsen te trekken, worden ze aangekocht. Uitsluitend zwarte paarden komen in aanmerking voor koninlijke dienst. Dat geeft eenheid.
De Koninklijke Stallen in Den Haag beschikken over 33 paarden. Twaalf Gelderse paarden, twaalf Friezen en negen rijpaarden. Ze worden ingezet op hoogtijdagen als Prinsjesdag en begin dit jaar bij het huwelijk van prins Willem-Alexander en Máxima. Een hoofdrol daarbij is altijd weggelegd voor het oudste paard van stal, de Gelderse Jaime. Het paard is 23 jaar oud. Jaime loopt altijd vooraan voor de Gouden Koets. Koningin Beatrix staat te boek als groot paardenliefhebster. Ze rijdt zelf nog regelmatig in de Scheveningse en Wassenaarse duinen en over het strand. Maar ook in de stallen, waar de paarden intensief worden verzorgd, laat zij zich zien. Bij grote uitzondering rijdt zij in de binnenbak van de stallen. De paarden, die namen dragen als Adam en Karim, komen elke dag buiten. Er wordt met hen dagelijks gereden.
zie ook pagina B3