Sport
De wijziging van de zogenoemde ‘bloedregel’ is vandaag tijdens de Algemene Vergadering van de internationale paardensportfederatie FEI in Hongkong aangenomen. Twintig landen stemden tegen de aanpassing van de regel, 56 waren voor. De Duitse hippische Federatie (FN) blijft zich er echter tegen uitspreken. FN-voorzitter Martin Richenhagen benadrukt in het interview dat bloed bij het paard in de sport niets te zoeken heeft. Hij legt uit waarom de FN vasthoudt aan duidelijke regels, waarom het onderwerp verder reikt dan individuele gevallen en welke verantwoordelijkheid de paardensport draagt tegenover de maatschappij en het welzijn van het paard.
Meneer Richenhagen, de FEI heeft nu besloten de zogenaamde ‘bloedregel’ in het springen te versoepelen. Wat vindt u daarvan?
Ik vind dat een duidelijke vergissing. Bloed heeft niets te zoeken in de paardensport. Ook al komt het wereldwijd zeer weinig voor – onlangs bij gemiddeld één op de 3.366 starts, en in meer dan 99 procent van de gevallen gaat het om heel kleine schaafwondjes – toch staat het onderwerp symbool voor onze omgang met het paard. Als een paard door toedoen van de ruiter bloedt, kan het niet verder deelnemen aan de wedstrijd. Dat is een kwestie van respect en verantwoordelijkheid.
U zegt dat de FEI de regel versoepelt – dat is één aspect van de wijziging. Aan de andere kant zijn er ook nieuwe bepalingen: ruiters worden voortaan direct officieel gewaarschuwd, en die waarschuwing zal openbaar zichtbaar zijn. Ook een vier weken durende schorsing na twee waarschuwingen wordt nieuw ingevoerd. Daarnaast komt er een ‘fit-to-compete-regel’: als er bloed bij het paard wordt vastgesteld, mag het alleen verder deelnemen wanneer een dierenarts heeft bevestigd dat het kan starten. En overmatig spoorgebruik blijft direct leiden tot diskwalificatie.
Dat klopt. Maar ik vind het niet juist om de kern van de regel te versoepelen. We hebben geen grijze zones nodig. Elke zichtbare verwonding is een signaal dat we serieus moeten nemen – en geen aanleiding om de lat lager te leggen. Als we beginnen bloed te relativeren, verliezen we het respect voor het paard als levend wezen én het vertrouwen van de samenleving.
De FEI voerde vooraf aan dat er ook onschuldige oorzaken kunnen zijn – bijvoorbeeld wanneer het paard een lichte schaafplek heeft op de plek waar het been van de ruiter inwerkt. Zulke gevallen bestaan, maar ik vind het niet juist om de regel daarom te versoepelen. We hebben in deze kwestie geen grijze zones nodig. Elke zichtbare verwonding is een signaal dat we serieus moeten nemen – geen reden om de lat lager te leggen. Als we bloed gaan relativeren, verliezen we het respect voor het paard als levend wezen en het vertrouwen van de samenleving.
Dus een duidelijke zero tolerance-houding?
Ja, absoluut. We moeten ons bewust zijn: we staan onder toezicht. Mensen die de paardensport niet kennen, zien beelden van paarden met bloed – en dat veroorzaakt verontwaardiging. En dat is terecht. We willen paardensport laten zien met gezonde, gelukkige paarden – niet met paarden die zichtbaar verwond zijn.
Critici vrezen dat de regel te streng is en dat ruiters voor minimale wondjes worden gestraft.
Ik begrijp dat argument. Maar het doel is niet om iemand te straffen, maar om ervoor te zorgen dat dit überhaupt niet gebeurt. Wie verantwoordelijk met zijn paard omgaat, zal meestal geen probleem hebben. Een duidelijke regel creëert bewustzijn en zorgvuldigheid.
Veel landen delen het Duitse standpunt. Is dat een signaal richting de FEI?
Ja, zeker. We staan hierin niet alleen. Twintig landen hebben tegen gestemd. We blijven ons voor dit onderwerp inzetten.
Wat verwacht u nu concreet van de FEI?
De regelwijziging is nu aangenomen en gaat op 1 januari 2026 in. Komend jaar zullen we zien hoe veel waarschuwingen er daadwerkelijk worden gegeven. Hoe dan ook blijven we bij ons uitgangspunt: het welzijn van het paard staat boven alles. Wij handelen uit liefde voor het paard en in het belang van de mensen.
Hoe staat de FN tegenover mogelijke nationale oplossingen?
Wij willen een voorbeeld zijn binnen de paardensport. Dat betekent: de hoogste normen in de omgang met onze paarden. Paarden met vers bloed in het gebied waar hulp wordt gegeven of met een verwonding worden in Duitsland gediskwalificeerd, en dat moet zo blijven.
Wat zou u willen zeggen tegen mensen die vinden dat de paardensport pragmatischer moet worden?
Pragmatisch zijn, houdt op waar dierenwelzijn begint. We moeten laten zien dat sportief succes en paardenwelzijn samen kunnen gaan. Dat is onze verantwoordelijkheid – tegenover de paarden én tegenover de maatschappij.

. Dus hardhandig rijden vermijden, dat gaat te ver. Tja, dan gaat de sport aan gort, toch, als je het zo maar vriendelijk moet doen?