Sport
Van 4 tot en met 7 november 2025 wordt de algemene vergadering van de Fédération Equestre Internationale (FEI) gehouden in Hong Kong. Afgelopen juli werd een eerste overzicht gepubliceerd van alle ingediende voorstellen ter verbetering van de springport. Belanghebbenden kregen toen zeven weken de tijd om hierop te reageren. Begin oktober is de definitieve lijst bekendgemaakt met daarop de voorstellen waarop tijdens de vergadering gestemd gaat worden.
Volledige herziening van de FEI regels voor springen
Volgens de regelgeving hierover zijn de regels voor het springen dit jaar weer aan de beurt voor een volledige herziening. Als aanvulling hierop is het reglement ook geherstructureerd. Verschillende belanghebbenden hebben de mogelijkheid aangegrepen om voorstellen in te dienen, en een brede waaier aan onderwerpen werd besproken.
Op de definitieve lijst staan onder andere een verbod op het gebruik van mobiele telefoons op het paard tijdens het losrijden en wedstrijden, maar ook een nieuwe regel voor situaties waarbij bloed wordt gevonden op het paard.
Verbod op het gebruik van mobiele telefoons en koptelefoons te paard in de losrijbaan
Een voorstel van de Ierse Federatie met betrekking tot veiligheid in de losrijbaan en een voorstel voor een verbod op mobiele telefoons voor het bekijken van video’s terwijl de ruiter op het paard zit, werd in eerste instantie afgewezen door de FEI. Hier kwam echter kritiek op en de FEI heeft dan ook besloten om een verbod toe te voegen aan de regels voor het gebruik van een mobiele telefoon of koptelefoon voor ruiters te paard in de losrijbaan tijdens wedstrijden.
De bewoording van het definitieve voorstel, dat regel 207.3.1 wordt in het reglement, luidt dan ook:
Mobiele telefoons, andere elektronische communicatieapparatuur en koptelefoons mogen nooit worden gebruikt door een ruiter op het paard in de losrijbaan tijdens een wedstrijd. Als men zich niet aan deze regel houdt, resulteert dit in een waarschuwing volgens JRs Art 261.
Een soortgelijke regel wordt ook voorgesteld als aanvulling op de algemene regels.
Medische zorg verplicht na val
De Pan-Amerikaanse Paardensportfederatie (PAEC), International Jumping Officials Club (OJIC) en de Braziliaanse, Amerikaanse en Zwitserse Federaties dienden een voorstel in voor een protocol voor na een valpartij. In het bijzonder willen zij dat als een ruiter valt – ongeacht of dit tijdens een wedstrijd gebeurt of in de losrijbaan – dat de ruiter eerst een medische check krijgt, voor deze weer op mag stijgen. In het geval een paard valt, moet de dierenarts het paard eerst fit bevinden voordat het weer verder mag deelnemen. Dit zou ook betekenen dat als een ruiter valt voordat de tijdswaarneming begint, dat deze niet wordt gediskwalificeerd, maar ook niet mag starten en een DNS (Did Not Start) achter zijn naam krijgt.
Interpretatie van de bloedregel
Meerdere federaties, maar ook de International Jumping Riders Club (IJRC) hebben een voorstel ingediend om de veelbesproken ‘bloedregel’, zoals beschreven in artikel 241 van de FEI Jumping Rules, aan te passen, met name op het gebied van diskwalificatie. Als gevolg van extensieve gesprekken heeft de FEI een voorstel gedaan voor een nieuw in te voegen artikel 259, dat de geregistreerde waarschuwingen reguleert in gevallen waarbij bloed wordt ontdekt op het paard.
De FEI heeft het woord ‘lichte’ uit het originele voorstel gehaald dat ze hebben ontvangen, waarbij ze verklaarden dat het een uitdaging zou worden voor de FEI officials om te bepalen wanneer bloedverlies licht is en wanneer niet. Dit zou dan weer kunnen leiden tot inconsistentie voor de interpretatie van de regels in de praktijk.
De FEI heeft voorgesteld om het concept ‘bloed op het paard dat wordt veroorzaakt door harnachement of uitrusting of veroorzaakt door de ruiter’ te introduceren, vergelijkbaar met wat nu al van toepassing is bij cross country-parcoursen. Bovendien heeft de FEI een regel voorgesteld dat bij alle gevallen van bloed het paard geschikt moet worden bevonden voor de rest van de wedstrijd en dat de Veterinaire afvaardiging hierover moet beslissen.
Het definitieve voorstel voor het nieuwe artikel 259 luidt als volgt:
259.1 Al het bloed op het paard, veroorzaakt door harnachement of uitrusting of veroorzaakt door de ruiter, gevonden tijden eens wedstrijd (vanaf het losrijden tot na het afronden van alle controles en testen na de wedstrijd) resulteert in de volgende consequenties voor de betrokken persoon, afgegeven door de voorzitter van de jury:
Eerste overtreding - officiële waarschuwing
Tweede overtreding – officiële waarschuwing
Als dezelfde persoon twee of meer officiële waarschuwingen krijgt, op dezelfde wedstrijd of bij elke ander evenement binnen 12 maanden na de ontvangst van de eerste officiële waarschuwing, zal de verantwoordelijke persoon een boete krijgen van 1000 Zwitserse Frank en automatisch geschorst worden voor de periode van 1 maand. Deze schorsing gaat in op de dag na de laatste dag van de wedstrijd waar de tweede waarschuwing werd ontvangen. De FEI zal de verantwoordelijke persoon hierover berichten en de datum van schorsing bevestigen. Om twijfel te voorkomen, mag de bezorging van de notificatie van de FEI na de ingangsdatum van de schorsing op geen enkele manier de schorsing ongeldig verklaren of uitstellen.
259.2 In andere gevallen van bloed op het paard, geconstateerd tijdens de wedstrijden (bijvoorbeeld waar een paard op zijn tong of lip gebeten heeft of in gevallen waarbij het paard bloedt uit de neus), mogen de officials toestaan om het bloed weg te spoelen of te vegen, en de combinatie van paard en ruiter toestaan om de wedstrijd voort te zetten, op voorwaarde dat het paard fit to compete is, in overeenstemming met artikel 259.3. De ruiter zal geen officiële waarschuwing ontvangen als dit artikel van toepassing is.
259.3 In alle gevallen van bloed op het paard die vallen onder de JRs Art 259 mag het paard alleen verder deelnemen aan de competitie of aan daaropvolgende competities tijdens deze wedstrijd als de voorzitter van de jury, in overleg met de Veterinaire afvaardiging, het paard fit to compete vinden.
Andere voorstellen die door de FEI zijn aangenomen
- Ongeautoriseerde assistentie
De FEI springregels artikel 225.3 betreffende ongeautoriseerde assistentie worden gewijzigd door situaties te duiden waarbij de airbags in veiligheidsvesten mogelijk kunnen worden ingezet. Deze voorstellen weden ingediend door Amerikaanse, Braziliaanse, Belgische en Zweedse federaties, samen met PAEC en IJOC.
- Aantal paarden tijdens CSI’s en CSIO’s
Om consistentie de creëren in de handhaving van een regel, is er een voorstel gedaan door de Zweedse federatie om het aantal paarden tijdens CSI’s en CSIO’s te verhogen van drie naar vier. Dit werd geaccepteerd door de FEI, en er werd hiervoor een nieuw artikel toegevoegd: 203.1.1.
- Verplicht groeten
De Zweedse federatie heeft een voorstel gedaan om het verplicht groeten af te schaffen. Dit werd geaccepteerd door de FEI. Als gevolg hiervan heeft de FEI voorgesteld om artikel 256.2.1 uit hun reglement te verwijderen.
- Schrappen van speciale wedstrijden
De FEI heeft een voorstel gedaan om verschillende speciale wedstrijden uit hun reglement te verwijderen, bijvoorbeeld masters, fault-and-out, hit-and-hurry en knock-out wedstrijden.
- CSIO1* en CSIO 2* Nations Cups
De FEI heeft voorgesteld om de maximale hoogte bij één- en tweesterren Nations Cups op te hogen naar respectievelijk 1.40 meter en 1.45 meter.
- Foutloze rondes in Grand Prix-rubrieken
Verschillende belanghebbenden hebben voorgesteld dat alle ruiters die in een Grand Prix foutloos blijven zouden moeten kunnen deelnemen aan de tweede ronde. Dit voorstel werd geaccepteerd door de FEI met een voorstel voor een nieuw artikel in de reglementen: nummer 221.2.2.2.
- Paardencontroles
De tekst voor het nieuw voorgestelde artikel 275.1.3.7. luidt:
Tijdens de FEI Wereldbekerfinale Springen, de finales van de Longiness League of Nations, kampioenschappen en de Spelen, moet de ruiter of een persoon die is aangewezen door de ruiter de paard(en) voorbrengen tijdens de paardencontrole en (bij elke wedstrijd) moet de ruiter present zijn bij de paardencontrole als zijn paard(en) worden voorgebracht. Ruiters die niet voldoen aan deze verplichting moeten een boete van 2000 Zwitserse frank betalen.
- Aanvullende kosten
Een voorstel van de IJRC met betrekking tot een vaste lijst met extra kosten heeft geleid tot het toevoegen van de nieuwe Bijlage II. “Een lijst van kosten wordt opgenomen in de overzichten en niet in de regels, op deze manier wordt het mogelijk om deze, indien nodig, regelmatig te updaten”, zo geeft de FEI aan. “De FEI zal een aparte lijst maken van extra kosten (denk aan mestafvoer, elektriciteit, parkeren, BTW enzovoorts), die moet worden nageleefd door alle organisatiecommissies voor alle CSI’s/CSIO’s, tenzij anders overeengekomen met de FEI.”
- Uitkeren van prijzengeld
Een ander voorstel van de IJRC, dat betrekking heeft op het uitkeren van prijzengeld, werd ook geaccepteerd. Dit leidde tot het besluit om prijzengeld uit te keren aan de eerste 13 geplaatste ruiters in plaats van de voorheen gebruikelijke 12, en tot het gebruik van twee aparte schema’s van 25 of 30% voor de winnaar, in plaats van de voorheen gebruikelijke 33%.
- Medische diensten
Er wordt ook een nieuwe bijlage toegevoegd aan het FEI springreglement over medische diensten. “De vereisten voor medische diensten in het springreglement, zoals voorgesteld door het FEI Medical Committee zijn bedoeld om de algemene medische dekking uit artikel 109.10.1 van de algemene regels van de FEI aan te vullen om zo tot een specifieke, disciplinegerichte dekking te komen die de perfect past bij de behoeften in het springen”, legt de FEI uit.
Andere voorstellen die door de FEI zijn afgewezen voor de algemene vergadering
- Tijdschema’s
Noemenswaardige voorstellen van belanghebbenden die zijn afgewezen door de FEI bevatten onder andere voorgestelde wijzigingen van de Grooms Consultative Group (GCG) en de International Grooms Association (IGA).
Bij FEI-wedstrijden zijn tijdschema’s al jarenlang een zorg met betrekking tot de werktijden van de grooms. De GCG en de IGA deden het volgende voorstel: “rubrieken tijdens wedstrijden zouden niet moeten beginnen voor 8:00 uur en zouden, inclusief prijsuitreikingen) op zijn laatst om 23:00 uur klaar moeten zijn. Er zou minimaal 10 uur moeten zitten tussen het einde van de laatste springrubriek waaraan een paard heeft deelgenomen en de start van de eerste rubriek van dat paard de volgende dag. Een paard dat bijvoorbeeld heeft deelgenomen aan de laatste rubriek van de dag, die eindigde om 23:00 uur, zou dan niet mogen starten voor 9:00 uur de volgende dag.”
Dit voorstel werd echter afgewezen, met een verwijzing naar hoe de FEI sancties gaat opleggen bij niet na leven, aangezien de regels al zijn opgenomen in hun sanctielijst. Hierin staat dat wedstrijden niet mogen starten voor 8:00 uur en afgelopen moeten zijn voor 23:00 uur, tenzij hiervoor expliciet toestemming is gegeven door de FEI.
De GCG en de IGA hebben andere voorstellen wel goedgekeurd zien worden, maar dan als aanvulling op de algemene regels, zodat het toegepast kan worden bij alle disciplines. Voor prijsuitreikingen geldt dat na 22:00 uur alleen de ruiters in de top 3 nog op hun paard mogen deelnemen.
- Zweepgebruik
De Zweedse federatie stelde voor om de regels ten aanzien van zweepgebruik te veranderen en stelde hierover: “de huidige springregels aangaande het gebruik van de zweep komen niet overeen met de Social License to Operate voor de paardensport. De regels zouden op zijn minst acceptabel moeten zijn voor het publiek en belanghebbenden”.
Het Zweedse voorstel bevatte onder andere de tekst dat “de zweep alleen als leidraad gebruikt mag worden. De ruiter mag het paard hiermee in de rijbaan maximaal twee keer aanwijzingen geven (voor of tijdens het parcours), door een beheerst tikje met de zweep op de schouder of achter het zadel en dat al het andere zweepgebruik als buitensporig moet worden beschouwd. Het slaan ermee is helemaal verboden.”
De FEI heeft dit voorstel echter afgewezen, met de opmerking dat zij voldoende voorzieningen in hun regels hebben of buitensporig gebruik van de zweep aan te pakken. De FEI verwijst ook naar educatie die word gegeven door juryleden.
- Controles van beenbeschermers en neusriemen
De Nederlandse federatie (de KNHS-red) heeft een voorstel ingediend met betrekking tot het veilig controleren van beenbeschermers en neusriemen. Voor dit doel zouden bij FEI-wedstrijden speciale ruimtes moeten zijn. “We moeten stressvolle situatie bij de paarden tijdens deze controles voorkomen”, zo stelt de federatie.
De FEI heeft dit voorstel afgewezen en verwijst hierbij naar de grote verschillen op diverse locaties.
- Geschiktheid om deel te nemen aan wedstrijden
De Oostenrijkse federatie spoorde de FEI aan om te overwegen of de geschiktheid van paard-ruitercombinaties moet worden vastgelegd voordat ze aan internationale wedstrijden deelnemen. Dit is de nationale procedure in Oostenrijk, waar twee nationale plaatsingen nodig zijn voor elke combinatie van paard en ruiter om deelname aan FEI-wedstrijden mogelijk te maken.
“Met spoed doen wij wederom een beroep op de FEI om te overwegen of het mogelijk is om de andere Europese landen te informeren dat het absoluut noodzakelijk is om een uniforme regel in te stellen voor de MER (paard-ruiter combinatie), voordat de verantwoordelijke federatie de combinatie afvaardigt naar een internationale wedstrijd en hiervoor ook verantwoordelijkheid neemt”, legt de Oostenrijkse federatie uit. Hierbij verwijzen ze naar het belang van het tonen van harmonieuze beelden aan het publiek, in een tijd waarin de sport te maken heeft met zware kritiek en onderzoeken.
De FEI heeft hierop gereageerd en verklaarde hun afwijzing als volgt: “zoals in de algemene regels staat is het aan de nationale federaties om hun eigen selecties te maken en de afvaardigingen vast te stellen. Er zullen geen criteria worden toegevoegd aan de regels, omdat elke nationale federatie zijn eigen criteria heeft.”
- Vereisten voor CSI en CSIO
De federatie van Monaco en de Equestrian Organizers (EO) stellen veranderingen voor aan Bijlage VI, waarin de vereisten staan beschreven voor een CSI of CSIO. Zij willen met dit voorstel de vereisten wereldwijd op elkaar afstemmen. Op dit moment verschillen de vereisten tussen Europa en Noord Amerika. Er werd benadrukt dat de vereisten overal hetzelfde zouden moeten zijn, voor alle evenementen van hetzelfde niveau, en dat het inschrijfgeld voor alle 5*-evenementen hetzelfde zou moeten worden.
De FEI heeft deze voorstellen echter afgewezen, ze stellen dat dit eerst nadere gesprekken behoeft en dat ze hierover nog onvoldoende feedback heeft gehad.
Gebruikte bronnen: