Algemeen
OPINIE & analyse – door TROTR
Duindigt is emotie. Misschien wel het laatste echte paardenbastion van Nederland, met dierbare herinneringen aan grote meetings, volle tribunes en overbelastte totoloketten. De vraag anno 2025 is niet of je dit icoon kúnt behouden; het is of dat — gegeven de staat van de drafsport — überhaupt zinvol is. Het dominante geloof dat “als Duindigt maar open blijft en wordt gerenoveerd, dan volgt de rest”, botst inmiddels met de feiten.
Er zijn simpelweg te weinig paarden, te weinig eigenaren, te weinig instroom, te weinig sponsoren en er is veel te weinig publieke belangstelling voor een sport die vooral nog leeft van haar historie. Living on borrowed time, een adagium dat angstvallig realistisch lijkt. En als de basis naarmate de jaren verstrijken steeds meer kraakt, red je de sport niet met één baan, hoe mooi een nieuwe tribune er ook uit zal kunnen komen te zien.
De verkoop die alles en niets oplost
In juli 2025 tekende Stichting Villa Betty (SVB) een koopovereenkomst met Stichting Beheer Renbaan Duindigt (SBRD). De executieveiling, in concept georganiseerd door de toenmalige hypotheekverstrekker, leek van de baan, de opluchting was groot. Toch greep de gemeente Wassenaar vrijwel direct in met een (vervroegd) voorkeursrecht en liet zij op 20 augustus weten de verkoop nietig te willen laten verklaren.
“Deze verkoop is niet rechtsgeldig in verband met het gevestigde voorkeursrecht… De gronden hadden immers eerst aan de gemeente aangeboden moeten worden.”
De gemeente zegt de regie te willen houden over de herontwikkeling en koppelt daar een tijdspad aan. Binnen drie jaar moet een besluit vallen over de toekomst van het gebied. Dat staat zwart-op-wit in de college-informatie aan de raad.
Alsof dat nog niet genoeg onzekerheid betekent, legde het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een alternatief op tafel: een nieuw Eurojust-hoofdkantoor op Duindigt. In dit scenario verdwijnt de renbaan en komen er meerdere kantoorgebouwen (70.000–90.000 m², tot maximaal vijf lagen) met bijbehorende mobiliteit (indicatief ~5.000 medewerkers en ~10.000 autobewegingen/dag).
Kortom, zelfs mét een koper is Duindigt politiek-juridisch gegijzeld. Open blijven met perspectief wordt dan ook na jaren van inspanningen nog steeds nergens gegarandeerd.
De mythe van de oplossing
De heersende reflex in de sport is begrijpelijk. Met behoud van Duindigt komt het allemaal wel goed met de drafsport in Nederland. Maar wie de feiten bekijkt, ziet het omgekeerde. Er is geen publiek businessplan, er lijkt geen strategie te zijn met concrete investeringen voor herstel en daarnaast heeft de drafsport gewoon een enorm aanbodkantprobleem (paarden, eigenaren, trainers) dat zich direct vertaalt in kleine(re) velden, minder weddenschappen en minder aantrekkingskracht, én met uit nood geboren financiële sancties in de regelgeving zelf. Het Officieel Bulletin 2025 is glashelder over het afschalen van prijzengeld bij weinig starters.
“Bij 8 of meer paarden: 100%; bij 7 of 6 paarden: 75%; bij 5 paarden: 50%; bij minder dan 5 paarden: 25%.”
Dat is geen halve maatregel, maar een systeemrem op dunne bezetting. En een heropend en gerenoveerd Duindigt verandert helaas niets aan het feit dat er te weinig paarden zijn om structureel volle velden te krijgen. Want wie denkt dat met een ‘nieuw Duindigt’ ook het paardenbestand opeens vele malen groter zal worden, kan weleens bedrogen uitkomen. Daar is simpelweg geen businesscase voor. Wie een jaarling koopt op de veiling is minimaal € 15.000 achter voordat deze goed en wel de drafpiste in kan. Heb je geen topper (en die kans is het grootst) dan moet je voor € 600 aan de winnaar je paard laten starten. Er vanuit gaande dat de jaarlijkste kosten voor training, stalling, voer, dierenarts, reiskosten ongeveer € 10.000 bedragen, moet je 15 keer winnen om ‘quitte’ uit te komen, de aanloop -en aankoopkosten voor het gemak meer even buiten beschouwing latend.
Dat financiële plaatje is weinig aantrekkelijk voor nieuwe toetreders, zo reëel moet men zijn. ‘Een hobby mag geld kosten’, wordt er dan tegengeworpen, en ja dat is misschien wel zo, maar alleen voor hen die zich dat kunnen permitteren en, nog belangrijker: het moet dan eerst je hobby nog maar eens zien te worden. Aan klantenbinding doen dus, maar wie een voorzichtige analyse maakt van de ontwikkelingen over de laatste jaren zal tot de conclusie komen dat dát nu juist niet lukt.
De euforie over Duindigt leek dan ook wat voorbarig, het verkoopproces en daarmee gepaard gaan perikelen hadden moeten worden voorkomen. Dat dat niet is gebeurd mag ook het NDR bestuur zichzelf aanrekenen. Zij zijn er niet in geslaagd om te verbinden en eendracht te smeden binnen de sector. Met als resultaat een ‘gedwongen’ en ‘gehaaste’ transactie die voorbij is gegaan aan elementaire rechtsbeginselen. Het feit dat SVB, die voldoende kennis, expertise en knowhow in huis lijkt te hebben v.w.b. vastgoedtransacties, de deal toch door liet gaan, roept ook vragen op.
Wat zegt de sector zelf? NDR juicht… en relativeert
Maar ondanks dat, omarmde de NDR ode verkoop aan SVB in een persbericht van 11 juli 2025 wel. Daarin staat onder meer: “SVB geeft […] de garantie dat gedurende 10 jaar alle infrastructuur […] in goed bruikbare staat zal worden gehouden […]. De renovatie […] zal door SVB worden gerealiseerd die zich daarnaast heeft verplicht het onderhoud van het complex gedurende 10 jaren te realiseren, waardoor die kosten niet meer voor rekening van de sector komen.”
En tegelijkertijd hield diezelfde NDR een grote slag om de arm in het dossier dat al meer dan 25 jaar alleen maar verliezers kent: “We zijn er zeker nog niet! […] De medewerking vanuit de gemeente Wassenaar is daarbij cruciaal! […] De uitkomst van dat vooral politieke proces wordt pas medio november verwacht […]”
De eigen toezichthouder zei dus in één adem dat er perspectief is gecreëerd door private afspraken, maar geeft tegelijkertijd aan dat de sport afhankelijk blijft van de (lokale) politieke wind en planologie. En daar is dus geen duidelijkheid over, en die lijkt er voorlopig ook niet te komen afgaande op de standpunten van de gemeente Wassenaar. Precies de spagaat waarin de sport en Dundigt in het bijzonder, al jaren zit.
Onderlinge strijd
En als dat nog niet genoeg is, er zijn binnen de drafsport zelf grote tegenstellingen ontstaan. Het ene kamp wil graag dat Gerard Hoetmer, die tijdens het proces dat had moeten leiden tot herstel, de leiding nam (maar later opeens het veld moest ruimen), deze weer terugneemt. Het andere kamp staat pal achter de ontwikkelingen die SVB voor ogen heeft. Een strijd die inmiddels zowel voor als achter de schermen wordt gevoerd en die zeker niet zal bijdragen aan een duurzame oplossing voor de draf -en rensport in Nederland. Want ook de overheid zal deze zaak, die steeds meer weg heeft van een interne vete, met veel verbazing volgen. Want met wie gaat de gemeente Wassenaar nu zakendoen? Wie is er in de lead en op basis waarvan, wie heeft er mandaat, welke rol heeft de NDR en wat is nu eigenlijk het plan? Niemand die het echt weet…
Victoriapark Wolvega is sterk én kwetsbaar
De perikelen rondom Duindigt staan dan ook niet op zichzelf. Het is sportbreed overleven. Ook op Victoriapark Wolvega zal dat worden erkend. En dat is logisch. Zij is binnen de sport het zwaartepunt met internationale (PMU-) exposure. Maar ook daar zijn de deelnemersvelden geregeld klein en is de aanvoer steeds meer afhankelijk van het buitenland met starters uit België en Duitsland of er wordt een beroep gedaan op trainers om maar paarden in te schrijven die dan of vrijwel niets te zoeken hebben in zo’n koers of vlak voor aanvang worden geschrapt. En zolang de sportbasis nationaal krimpt, creëer je met een tweede topbaan (Duindigt) geen nieuwe paarden — wel hogere vaste lasten en interne concurrentie om dezelfde schaarse bezetting.
En hoe fair is dat?
Casper Veldink en John Bootsman investeerden miljoenen in de Friese baan om de drafsport in leven te houden. Aan de andere kant hield de NDR met ‘publiek’ geld én geld van de stakeholders de baan in Wassenaar jarenlang op de been met als mogelijke uitkomst dat Duindigt de concurrentie straks aangaat met Victoriapark Wolvega en het geïnvesteerde geld om Duindigt in leven te houden, niet of slechts ten dele weer terug kan worden geïnvesteerd in de drafsport. Een nare gedachte, temeer omdat de NDR zelf heeft verzuimd om in de afgelopen jaren de basis van de sport te versterken met transitiegeld (dat hiervoor specifiek was bedoeld) waardoor twee banen van dergelijke omvang naast elkaar kunnen bestaan én elkaar zouden kunnen versterken.
Stilte in plaats van strategie
Want in Kamerstuk 24 557, nr. 169 (2021) is het transitiebudget vastgelegd: € 2,95 mln voor SNDR en € 0,25 mln voor de Kortebaanbond om het verdienmodel te vernieuwen en minder afhankelijk te worden van weddenschappen.
Drie jaar na toekenning is er geen publiek doorlopende verantwoording met KPI’s op instroom (nieuwe eigenaren/paarden), zijn er geen nieuwe verdienmodellen, blijft omzetgroei, groei in publieke belangstelling en veldgroottes uit, is er geen masterplan en is er geen richting gegeven of een koers uitgezet om tot economisch en sportief perspectief te komen voor de krimpende drafsporteconomie. Deze feiten zijn geen technische tekortkoming maar een hardnekkig governance-probleem. Beleid zonder transparantie schept wantrouwen, zeker nu de kernproblemen domweg niet zijn opgelost en er ook geen plan ligt om tot oplossingen te komen, anders dan ‘verkoop Duindigt aan een partij die er miljoenen in wil steken, de boel wil opknappen en prijzengeld beschikbaar wil stellen zodat de bestaande deelnemers en belanghebbenden nog even kunnen doorgaan met hun passie.’
De drafsport verdient meer dan slechts alleen de hoop dat er weer een rijke particulier langskomst die miljoenen kwijt wil aan een sport die zelf niet eens de moeite neemt om een kritische analyse te maken, transparant te zijn en met een deugdelijk plan komt dat, mits goed uitgevoerd, perspectief biedt voor de toekomst.
ZEturf komt met cijfers die tellen
Bovenop al deze gemiste kansen en problemen is de enige totalisatorhouder (land-based) en KOA-aanbieder voor paarden in NL is ZEbetting & Gaming Nederland (ZEturf/ZEbet) ook helder over de erbarmelijke staat van de drafsport in Nederland. Het financieel verslag 2024 bevat onder meer harde feiten:
- omzetmix: “De verdeling van de totale omzet is als volgt: 58,6% komt van paardenweddenschappen (offline en online) en 41,4% van sportweddenschappen.”
- internationalisering: “76,4% van die omzet […] komt van buitenlandse paardenweddenschappen.”
- een negatief resultaat: – € 1.316.005
Praktisch betekent dit dat het enige dat voor ZEturf nog wat oplevert, is buitenlands. Maar ook dat is onvoldoende om de verliezen te compenseren, het resultaat in 2024 was net als in 2023 negatief. Zelfs als Duindigt extra meetings draait, zal het Nederlandse aandeel in de omzet veel te klein zijn om de sport structureel te dragen. ZEturf noteert bovendien dat de NDR “moeilijke tijden” kent (dalend veulen aantal, moeite met volwaardige meetings) en dat is een zeldzaam openlijke constatering in een jaarverslag van een van de belangrijkste organisaties in de drafsport. Dat ZEturf inmiddels ook haar 20 verkooppunten sluit is een direct gevolg van de penibele financiële situatie in relatie tot de omzet en winst (potentie) van het aanbieden van weddenschappen op paardenraces in Nederland.
Waar zijn de cijfers over paarden, eigenaren en trainers?
Belangrijke indicatoren — aantallen actieve koerspaarden, unieke eigenaren, actieve trainers (en hun economisch welzijn), gemiddelde veldgrootte per baan of race (alleen ZEturf houdt dit bij), baanexploitaties e.d. — zijn niet centraal en realtime openbaar. Het NDR-kanaal publiceert wel Officiële Bulletins en losse documenten, maar geen doorlopend dashboard waarop beleidskeuzes te stutten zijn. Ook Victoriapark Wolvega publiceert geen cijfers, de NDR zelf doet dat zelf slechts heel summier en van Duindigt weet niemand iets. Het gevolg hiervan is dat het debat verhardt, omdat feiten versnipperd zijn en ook de meningen-carrousel van emotioneel betrokkenen niet kunnen worden genuanceerd door vaststaande gepubliceerde feiten en cijfers.
Aan de andere kant, je hebt het niet nodig om elk getal exact te weten om de trend te zien. Van duizenden paarden in de jaren negentig naar enkele honderden nu; entrainementen die sluiten en voorgoed verdwijnen, jongere instroom die uitblijft, prijzengelden op regionale banen die niet in verhouding staan tot aankoop- en trainingskosten — en dus geen economisch perspectief voor nieuwe toetreders opleveren.
Gemeente Wassenaar houdt de touwtjes stevig in handen
Terug naar Duindigt. De gemeenteraad koos expliciet voor regie via het voorkeursrecht, om herontwikkeling zelf te sturen. Dat betekent dat woningbouw als drager (zoals in het SVB-schetsplan met >40 woningen) politiek-planologisch lastig ligt, en dat het RVB/Eurojust-spoor reëel op tafel ligt.
De kern is dat er is geen bestuurlijke consensus is voor “Duindigt als sportbaan met woningmix”. Je kunt dus niet plannen alsof de baan met wat renovatie vanzelf open en rendabel blijft. Zelfs de NDR onderkent dat “de finish nog lang is” en dat de sector afhankelijk is van gemeentelijke besluiten.
Nostalgie is geen strategie
Duindigt is zoals gezegd emotie. Maar het geloof dat openhouden van de baan de sport redt, is wishful thinking zolang de aanbodkant krimpt en governance mistig blijft. De regels voor prijzengeldafslag bij kleine velden leggen ook dat probleem pijnlijk vast, en de omzetrealiteit bij ZEturf laat zien dat de waardecreatie minder dan nul is en vooral nog op omzet op buitenlandse races drijft.
De SNDR ziet “positief perspectief” in de SVB-deal, maar benadrukt zelf dat politieke medewerking cruciaal is en de finish nog lang. Intussen tikt de driejaarstermijn van Wassenaar.
Een eerlijk antwoord op de centrale vraag lijkt dan ook Nee, het is op dit moment niet zinvol om het behoud van Duindigt als strategie op zichzelf te behandelen en dat had ook nooit het uitgangspunt mogen zijn. Eerst een sport-eerst plan met data, instroom en volle velden. Anders bouw je aan tribunes zonder publiek en is het maar de vraag of koersen op Duindigt in de toekomst winstgevend kan zijn, en zo ja, ten koste van wat of wie?
Wat moet er dan wel gebeuren?
Met alle pijlen die op Duindigt zijn gericht, zonder brede consensus tussen stakeholders, zal het sowieso al lastig worden, verhardt het onderlinge debat en worden de tegenstellingen alleen maar groter. Daarbij is Duindigt slechts een onderdeel van een veel groter en integraler probleem. Is er überhaupt toekomst voor een professionele sport in Nederland? Er is steeds minder draagvlak. De kwestie rondom dierenrechten wordt steeds prominenter, nieuw publiek wil maar niet komen (Alkmaar uitgezonderd), nieuwe eigenaren dienen zich niet aan, een verlieslijdende kansspelorganisatie die terugtrekkende bewegingen lijkt te maken, een overheid die de drafsport steeds vaker beschouwt als ‘iets uit het verleden’ en de afhankelijkheid van een handjevol bemiddelde (maar steeds ouder wordende) particulieren dat steeds grotere vormen aanneemt.
Er zijn dan ook korte termijn injecties nodig en er is een breedgedragen aanpak voor de langere termijn nodig. De kans dat het met het behoud van Duindigt echt wat wordt op korte termijn is klein. Sportieve korte pijn lijkt dan ook beter dan jarenlange doorzeurende zenuwpijn als gevolg van de impasse rondom Duindigt. Waarom de verkoop van SVB niet vrijwillig terugdraaien, een nieuw bod laten doen door SVB en op basis hiervan de gemeente voor de keus laten of zij gebruik wenst te maken van haar gevestigde voorkeursrecht? Dan is er in ieder geval duidelijkheid. Of ligt het veel ingewikkelder? Wie gaat hier antwoord op geven en verantwoording over afleggen? De NDR? Mocht de gemeente kiezen om Duindigt over te nemen dan zal zij toch minimaal hetzelfde bedrag op tafel moeten leggen als SVB, dan is het weliswaar einde Duindigt, maar is de drafsport schuldenvrij, kan de NDR haar taak naar behoren invullen door de dalende trend te stoppen en te investeren in herstel. Dat begint echter wel bij een aantal kernwaarden waaraan moet worden voldaan;
1) Radicale transparantie (elk kwartaal)
Maak een nul-meting. Hoe staat de drafsport er nu echt voor? Publiceer — centraal en publiek — paardenbestand, veldgroottes, eigenaren-instroom, trainersbestand en prijzengeld per start en maak hiervan een economische analyse. Zolang de sector cijfers versnipperd of zelfs angstvallig voor zich houdt, is iedere discussie over banen symboolpolitiek (De reglementaire afslag bij kleine velden bewijst het kernprobleem al).
2) Transitie-accountability
Zet het transitiebudget (input → activiteiten → KPI’s → uitkomsten) volledig open. Het doel in de Kamerbrief was vernieuwing van het verdienmodel — toon dan ook resultaten op instroom en bereik, niet alleen op “koersdagen organiseren”.
3) Sport-eerst investeren
- Instapvormen voor bestaande en nieuwe eigenaren (syndicaten/lease), lagere entry-kosten
- Engagement meiden/dames sport (monté)
- Jeugd & reuring: programma’s die buiten de bubbel aanslaan
- Internationale afstemming: minder maar vollere meetings die exporteerbaar zijn; optimaliseer op 12 starters in PMU races
- Breng het prijzengeld op peil (minimale dotering van € 2.000 per niet-PMU race) om economisch perspectief voor bestaande eigenaren en nieuwe toetreders te creëren
Hoe te realiseren?
- Het bestaande paardenbestand kan op korte termijn snel worden vergroot door een beroep te doen op bestaande eigenaren. Randvoorwaarde is dan wel dat er duidelijkheid komt en transparantie. Waar staan we? Wat is het risico om zo door te gaan, waar willen we naartoe en waarom? Subsidieer bijvoorbeeld met een deel van het transitiegeld de komst van nieuwe paarden die op de Nederlandse drafbanen structureel actief worden met specifieke aandacht voor paarden die in PMU races starten, vollere velden betekent een grotere wedomzet op deze races. Maak hiervan een kosten/baten analyse en zorg voor consensus over voorwaarden
- Zorg voor een monté-league waardoor nieuwkomers laagdrempelig kunnen instappen. Biedt perspectief door minimaal 25 races per jaar aan te bieden met een volwaardige dotering. Biedt tegelijkertijd ook meer ruimte voor jonge rijders, amateurs en rijders onder de 30 jaar die veel meer startmogelijkheden nodig hebben om structureel een rol in de Nederlandse drafsport te kunnen spelen.
- Een omvangrijk meerjarig communicatieprogramma dat ertoe leidt dat de publieke belangstelling (naar voorbeeld Alkmaar) structureel toeneemt op Victoriapark Wolvega, met een belangrijke focus op de jongere generaties. Dat betekent ook dat de meetings mogelijk aan andere randvoorwaarden moeten voldoen. Wat willen twintigers, dertigers en veertigers?
- Ontwikkel collectief inkoopbeleid samen met trainers op thema’s zoals energie, brandstof, verzekeringen, stalbedding en vertaal dit naar meerjarige sponsoring. De kracht van het collectief maakt nieuwe inkomstenstromen voor de korte en lange termijn mogelijk
Eerlijke keuzes
De drafsport is dermate versplinterd waardoor een gezamenlijke aanpak in het verleden nooit mogelijk is geweest. Tel daarbij het voortdurende gebrek aan data, feiten en cijfers, en er is helemaal geen gesprek mogelijk dat echt over de inhoud gaat. Het blijft bij holle frasen, ‘het vroeger was alles beter principe’ en ‘als we nou maar gewoon zichtbaar zijn dan komen de mensen vanzelf’. Niets is minder waar. Er moet richting worden gekozen, praktisch haalbare stappen gedefinieerd en een realistisch toekomstbeeld worden geschetst waar collectief aan gewerkt kan worden. Gebeurt dat niet, dan zal er ongetwijfeld nog wel worden gekoerst de komende jaren, maar zal de relatief hoge leeftijd van deelnemers, eigenaren, bestuurders en investeerders er uiteindelijk voor zorgen dat de sport waarschijnlijk krimpt tot een kermisachtig gebeuren waarin enkele liefhebbers en amateurs van tijd tot tijd voor een bos bloemen rijden. Maar dan kunnen we wel met recht zeggen Vroeger was álles beter…