Algemeen

De Duitse paardensportfederatie (FN) heeft de regels voor straffen bij overtredingen van dierenwelzijn aanzienlijk aangescherpt. De meest aansprekende veranderingen van de zogeheten prestatiebeoordelingsregelement (LPO) en het opleidingsbeoordelingsregelement (APO) werden door de adviesraad voor de sport met een meerderheid aangenomen. Per 1 januari 2026 gaan deze regels gelden. Met deze vernieuwing zal er in de toekomst nog consequenter en duidelijker kunnen worden opgetreden tegen onverantwoordelijk gedrag en overtredingen van de dierenwelzijnswetgeving.
Prof. Dr. Martin Richenhagen is voorzitter van de FN en juicht de aanscherpingen nadrukkelijk toe: “dierenwelzijn is geen bijzaak, maar een grondrecht in onze sport. Wie dat dierenwelzijn schendt, moet merkbaar de consequenties dragen. Dierenwelzijn is voor ons niet onderhandelbaar”.
De strafmaat worden op meerdere plaatsen in de LPO en de APO uitgebreid. Tegelijkertijd worden de criteria voor het bepalen van de staf herzien. Op deze manier kunnen overtredingen in de toekomst transparanter en uniformer beoordeeld worden. Een centraal punt in de hervorming is het verhogen van de maximale geldboete van 25.000 euro naar 50.000 euro. Nieuw is ook dat bij een geldboete van 5.000 euro of meer de helft van dat bedrag verplicht moet worden besteed aan dierenwelzijn op het gebied van paarden.
Bij bijzonder zwaarwegende overtredingen, bijvoorbeeld als er een aanzienlijk gevaar is voor de gezondheid van een paard, is in de toekomst een schorsing van minstens twaalf maanden voorzien, aangevuld met een geldboete. Voorheen was de minimale straf in zulke gevallen zes maanden. Het initiatief is gebaseerd op een aanbeveling van de juridische commissie van de FN, die na intensief overleg met een meerderheid van stemmen voor de aanpassing heeft uitgesproken. “Dit is een belangrijke stap, maar geen eindpunt”, zo laat Dr. Dennis Peiler, woordvoerder sport en per 1 oktober voorzitter van de raad van bestuur van de FN weten. “Wij zullen consequent door blijven gaan op de weg naar een nog duidelijkere bescherming van de paardensport.”