Sport

Het is een sport geworden die niet meer weg te denken is uit de Zeeuwse cultuur: ringrijden. Maar wanneer win je eigenlijk? Hoe groot of klein zijn de ringen? En waar komen die witte pakken vandaan?
Zo werkt het
De ringrijder zit op een ongezadeld, gevlochten paard dat in galop over een smalle baan van zand rijdt. In zijn hand houdt hij een lans, waarmee hij probeert een kleine metalen ring te steken die halverwege de baan hangt.
In een officiële wedstrijd mag elke ringrijder 30 keer proberen om een ring van 38 millimeter te steken. Als meerdere deelnemers uiteindelijk hetzelfde aantal ringen hebben gestoken bijvoorbeeld allemaal dertig volgt er een kamp: een spannende beslissingsronde waarbij de ring telkens kleiner wordt. Ze gaan van 38 naar 32, 26, 20, 14 en tenslotte 10 millimeter. Bij grote wedstrijden, zoals het Zeeuws kampioenschap van gisteren, kan deze spannende afvalrace wel langer dan een uur duren.
Beeldje van Beatrix
Nu is het Zeeuws kampioenschap natuurlijk een prachtige titel om te winnen, maar waar deelnemers ook voor door het vuur gaan is het felbegeerde beeldje van Beatrix. Het is een wisselbeker die prinses Beatrix zelf heeft gebeeldhouwd. In 1981 stelde ze het beeldje beschikbaar als wisselbeker, sindsdien heeft de prijs een strijdlustige air om zich heen hangen. Het beeldje kan in eigendom gereden worden door hem drie keer achter elkaar te winnen of hem vijf keer in totaal te winnen.
Aan de kamp waarin het beeldje te winnen valt, mogen alle deelnemers meedoen die hun laatste 15 ringen van de dag ingestoken hebben. Daarbij maakt het niet uit hoeveel ringen de deelnemer in totaal ingestoken heeft.
Sport van tradities
Het ringrijden is eeuwenoud, de oudste bekende vermelding van ringrijden dateert van 7 juni 1687, toen de kerkenraad van Middelburg klaagde over ringrijden op Walcheren. Omdat het zo'n oude (volks)sport is, kent de sport veel tradities.
Meestal wordt er gereden in de witte pakken, die zijn vastgelegd in het reglement van de Zeeuwse Ringrijders Vereniging. De pakken zijn vaak in no-time vies, aangezien er zonder zadel wordt gereden. Waar die kleurkeuze nou precies op is gebaseerd, weet winnares van het Zeeuws kampioenschap Julia Crucq ook niet precies: "De kleur wit is ooit gekozen zodat we duidelijk te onderscheiden waren, maar waarom precies, dat weet ik ook niet," zegt ze. "Maar ik breng nog steeds m'n vieze pakken naar mijn moeder, want die krijgt ze op een of andere manier weer strak wit." Bij uitzonderingen zoals jubilea wordt er wel eens in andere kleuren gereden.
Klik op de link van de bron bovenaan de pagina voor foto's.