Sport

Nick Larkin won met zijn paard Red in 1998 de eerste 5*-editie van het Rolex Kentucky Three-Day Event. Tegenwoordig woont hij met zijn vrouw Jeannie Larkin op Wainui Farm in Lexington, Kentucky. Nick traint enkele volbloeden voor CCE en rijdt dressuur met een grote ruin van de hengst Uncle Mo. Terwijl hij zijn stal onderhoudt en verbetert, traint hij paarden voor anderen en is hij trainer van ruiters. Ook heeft hij een nieuwe paardensport ontwikkeld: Cross Country Equestrian. Dit artikel schreef hij over deze sport.
Het kostte hem 10 jaar werk, opoffering en doorzettingsvermogen voordat ik het grootste driedaagse evenement van Noord-Amerika won in 1998. De Rolex Kentucky CCI5*-L was in die tijd een van de slechts drie vijfsterren-eventingwedstrijden ter wereld. Het was een gok die gefinancierd werd door een lening van de bank ter waarde van een bedrag dat meer was dan ik in één jaar verdiende. Ook was er een reis voor nodig naar een land waar ik nog nooit geweest was, met een fantastisch paard en een paar koffers, waarin onder andere het enige paar rubberen rijlaarzen zat dat ooit op dat niveau had gewonnen.
We wisten dat we het konden, maar ik had niet goed nagedacht over wat we daarna zouden toen. Dit in tegenstelling tot een aantal vrienden van me. Ik ben nooit echt een verstokte fan geweest van eventing of welke andere paardensport dan ook. Ik was korte tijd bijna een fan van steeplechasing en ik hield altijd van de cross country, in het bijzonder de oude versie met snelheid en uithoudingsvermogen. Dat was waarschijnlijk omdat de paarden er hetzelfde over leken te denken. Maar als je niet volledig ondergedompeld bent in een sport, heb je er een andere kijk op dan de gepassioneerde fanatiekelingen. Je ziet makkelijker de bredere context en kunt eenvoudiger nadenken over wat er onder het oppervlak en achter het gordijn gebeurt.
Ik groeide op in de stad en kwam per ongeluk in de paarden terecht. Waarschijnlijk bracht dit ook een mate van afstandelijkheid teweeg. Maar toen ik eenmaal in het zadel zat, werd paardrijden een interessante nieuwe uitdaging. Voordat ik meer wist over alle disciplines, werd ik al gegrepen door galopperen, springen en adrenaline. Dressuur leek mij saai en eentonig, dus in eerste instantie ging ik richting springen. Dat was voordat ik mij realiseerde dat paardenkracht alles was in de sport. Al snel belandde ik in de eventing, waar training en conditie, een stabiele band opbouwen met je paard en effectief rijden een grote impact hadden op mijn resultaten. Het was niet erg dat eventing ook veel galopperen, springen en adrenaline bevatte.
De uitdaging om de top te bereiken, hield me gaande. De meest fervente eventingfans van een bepaalde leeftijd zullen zich Red nog wel herinneren, een middelgrote voskleurige volbloed met een onwijs groot springvermogen. Hij won de eerste 5*-wedstrijd die verreden werd buiten Engeland. Een paar maanden eerder won hij al in Adelaide en later dat jaar bleef hij ook foutloos en met een perfecte tijd tijdens het eventingparcours van de FEI World Equestrian Games in Rome. Helaas verloor hij daar meerdere hoefijzers in de modderige bodem en liep een tussenpeesblessure op.
Nadat we terugkwamen in de Verenigde Staten, probeerden we door te gaan. Maar ik had de interesse in eventing al verloren en was aan het kijken naar andere dingen om de leegte op te vullen. Ik hield wel van de sport, maar niet genoeg. Ik zag geen toekomst voor mezelf in de daaropvolgende versie van eventing, en waar de cross country en de atletische training totaal veranderden. En dat waren de dingen die ik het leukste vond. Als gevolg daarvan besloot ik te stoppen met wedstrijden rijden.
Maar door lesgeven bleef ik betrokken bij eventing, terwijl ik andere mogelijkheden onderzocht. Jeannie en ik trouwden, verhuisden naar Kentucky, fokten wat paarden en namen deel aan rensport, steeplechases en zelfs een klein beetje endurance. Terugkijkend, waren die jaren van zoeken en observeren de tijd waarin ik broedde op een vaag idee. Dat kwam voor het eerst in mij op toen de eventing begon te veranderen naar hoe het nu is. Mijn eigenzinnige ideeën uit de tweede helft van de jaren ’90, over hoe de eventing verbeterd zou moeten worden, vormden de kiemen voor een nieuwe sport. Eentje die ik wilde gaan doen en waarvan ik wist dat anderen het ook wel zouden willen.
Die ideeën groeiden uit tot Cross Country Equestrian (CCE), een sport die veel ingewikkelder en uitgebreider is dan het handjevol aanpassingen waarvan ik dacht dat eventing er baat bij zou hebben.
De basis van CCE
CCE is gebaseerd op een cross country-achtige springcompetitie, die wederom draait om galopperen, springen en adrenaline. Het wedstrijddoel is om te finishen met de hoogste score. Dit doe je door punten te verzamelen voor het nemen van hindernissen, en strafpunten voor fouten en tijdfouten te voorkomen. De hele competitie wordt objectief beoordeeld, dus er zijn geen meningen of vooroordelen die de score beïnvloeden.
Het meest unieke en innovatieve aan CCE is dat elke hindernis optioneel is en voorbij kan worden gereden zonder strafpunten op te lopen. Het voorbijrijden is een van de ingenieuze elementen in de CCE met een dubbel doel. Het voorbijrijden van een hindernis op een lager niveau maakt CCE vriendelijk en moedigt het nemen van correcte keuzes aan. Het voorbijrijden van een hindernis op hoger niveau is gerelateerd aan tactische beslissingen in het parcours en uiteraard wedstrijdstrategie.
Hindernissen worden gemarkeerd met een symbool dat de correcte kant toont om ze te passeren. Dat is normaal gesproken de langere route richting de volgende hindernis. Het missen van een hindernis kan worden gedaan om een veiligere route te krijgen, of een wat langere omleiding. Maar CCE is niet zoals springen, met de keuze van een gokker. Je moet wel jouw hindernisparcours volgen. Dit is gemarkeerd met nummers met een kleurcode, die in de juiste volgorde moeten worden genomen. Maar je kunt kiezen welke je wilt proberen. Als je wilt, kun je ze zelfs allemaal voorbij rijden. Je score is dan nul, maar dan had je duidelijk andere prioriteiten voor die ronde.
Optionaliteit was een openbaring tijdens het creëren van CCE, omdat het zoveel voordelen en mogelijkheden biedt. Iedereen kan keuzes maken, gebaseerd op hun situatie op dat moment. Houdt je paard niet van een bepaald type hindernis? Ga erlangs, je wordt niet gediskwalificeerd en naar huis gestuurd. Heb je een zware dag? Dan neem je alleen de makkelijkste hindernissen en finisht met een positief gevoel. Nieuw op een bepaald niveau? Dan is het wellicht slimmer om niet meteen de zwaarste hindernissen te nemen. Vastberaden om te winnen? Dan neem je ze waarschijnlijk allemaal.
Het belangrijkste is dat optionaliteit de negatieve druk wegneemt om verder te gaan dan wat gepast of veilig is. Ongetwijfeld hebben veel cross country-ruiters wel eens een onderbuikgevoel weggedrukt, dat verder gaat dan gebruikelijke nervositeit, om daarna een zware of catastrofale tol te betalen. Een cultuur van druk die verder gaat dan de verwachtingen van anderen kan overal gevaarlijk zijn. Of dat nou op Facebook is, of op een paard. Het hebben van een keuze verschuift de gedachtegang van de deelnemer van de ‘spring of ga naar huis’-manier naar het meer bewustzijn van het paard en overwegen wat het beste is voor de samenwerking.
Ik had verwacht dat de verandering van deze gewoonte wel eens een behoorlijk proces kon zijn, dus bij de eerdere edities van CCE hadden we de regel ingevoerd dat je minimaal één hindernis moest nemen om in aanmerking te komen voor de prijzen. Gewoon om mensen erover na te laten denken. Iedereen weet hoe het is om een hindernis niet te nemen, maar met het duwtje in de rug dachten ze na over welke hindernis ze zouden overslaan en waarom. De kleinste, de grootste, de engste of toch degene met de glibberige afdaling? Interessant genoeg lijkt het erop dat deze manier van denken een gemeenschappelijk element heeft: als één of twee ruiters hindernissen overslaan, is dat een permissie voor andere ruiters om hetzelfde te doen.
Op hogere niveaus van de sport kan het passeren van hindernissen een tactische beslissing zijn, waar deelnemers punten die ze mogelijk hadden gescoord, inruilen voor minder tijdfouten of om een groot risico op fouten te vermijden. De grote voordelen van een keuze leiden ertoe dat optionaliteit doorsijpelt in de CCE. Dit zorgt voor flexibiliteit en mogelijkheden op andere vlakken, zoals factoren in het parcours, wedstrijdformats en andere voordelige keuzes voor deelnemers.
Een paar andere, populaire kenmerken van CCE zijn dat coaching op het parcours is toegestaan tijdens alle wedstrijden en dat je bij sommige wedstrijden ook in een groep mag rijden. Er zijn voorwaarden en regels, maar deze permissies maken CCE erg uitnodigend en vriendelijk voor paarden en ruiters. Wie heeft er baat bij onnodige druk? Heeft een paard ooit baat gehad bij een ruiter die zich gedwongen of onder druk gezet voelt?
Voor sommige ruiters is de afwezigheid van dressuur erg aantrekkelijk. Anderen zullen een misleidend argument aandragen dat de cross country gevaarlijk is zonder dressuur. Wat ze eigenlijk zouden moeten zeggen, is dat cross country gevaarlijk kan zijn zonder training -dat zou correct zijn.
Indrukwekkende bewegingen, een perfecte onderwerping en een prachtig uiterlijk zijn niet nodig voor CCE. Ook verbeteren die kwaliteiten de veiligheid niet. Dressuur, oftewel training vertaald uit het Frans, is wel vereist voor CCE. Controle, aanpassingsvermogen en reactievermogen komen allen voort uit dressuurtraining. Training verbetert het springen en maakt het veiliger. Elke serieuze springruiter zal dat beamen. CCE is daar geen uitzondering op.
De hindernissen
Elke hindernis in een CCE-parcours is gesorteerd op type en minimaal één categorie. Elke type verwijst naar of het een springhindernis, crosshindernis of nevenhindernis is. Het type is altijd zichtbaar en heeft kleine gevolgen voor regels en score. De categorie is belangrijker bij het bepalen van de scoringswaarde en specifieke regels, bijvoorbeeld het aantal toegestane pogingen.
In een CCE-parcours zijn gewone hindernissen het meest gebruikelijk. Ze mogen niet groter zijn dan de afmetingen en technische eisen voor het niveau. Niveau 5 is bij CCE zo ongeveer gelijk aan een eventingtraining, dus gewone hindernissen hebben dan de afmetingen die daarbij passen. In de meeste gevallen mogen de gewone hindernissen twee keer geprobeerd worden, voordat passeren verplicht wordt.
Zo ongeveer 20% van de sprongen is uitdagende hindernissen, die normaal gesproken de afmetingen en technische vereisten hebben van het volgende, hogere niveau. Uitdagende hindernissen op niveau 5 hebben dezelfde afmetingen als aangepaste hindernissen in de eventing. Uitdagende hindernissen zijn meer punten waard, maar mogen slechts één keer geprobeerd worden. Er is dus geen mogelijkheid om punten te scoren nadat je al strafpunten hebt geïncasseerd.
Eenzelfde hoeveelheid sprongen is hindernissen die omgegooid kunnen worden. Het bovenste element van deze hindernissen levert, als dit eraf wordt gegooid, strafpunten op die worden afgetrokken van de punten die je krijgt voor het springen van deze hindernis. Deze categorie kan bestaan uit zowel spring- als crosshindernissen. Bij deze laatste is het gebruikelijk om een mechanisme te gebruiken, dat voorkomt dat het bovenste element vast komt te zitten of in storing gaat. Het kan eenvoudig gereset worden voor de volgende combinatie.
Er zijn verschillende categorieën hindernissen. Elke categorie heeft zijn eigen regels en scoringswaarden. Sommige hebben te maken met een innovatief concept, en andere weer met een specifieke situatie. Bijvoorbeeld hindernissen die erg dichtbij elkaar staan, en waarbij het onveilig is om de ene wel te springen en de andere niet.
De reguliere hindernissen worden niet gemarkeerd. Alle andere hindernissen worden wel gemarkeerd, met een symbool dat aangeeft in welke categorie deze valt.
De formats van de competitie
CCE is gebaseerd om drie verschillende onderdelen, ook wel etappes genoemd. Een CCE-competitie kan een van de etappes bevatten, maar ook twee of drie. Alle drie de etappes moet je op een of andere manier over het terrein rijden. CCE-wedstrijden met maar één etappe zal het meest voorkomende format zijn. Dit is makkelijker en efficiënter te organiseren en zorgt voor gemak en efficiëntie voor de deelnemers. De variabelen voor elke etappe kunnen breed uiteenlopen, daardoor kan elke CCE optimaal worden aangepast aan de omstandigheden.
Het meest complexe format van CCE, en het hoogtepunt van het seizoen, is een uitgebreide driedaagse competitie met alle drie de onderdelen. Klinkt dit bekend? Net als het eventing was voor de veranderingen, is dit format van het CCE een belangrijke upgrade aan het einde van het seizoen. Het vraagt extra voorbereidingen, en blaast vaardigheden als opbouwen, pieken en energiemanagement nieuw leven in.
Er is een gebruikelijke volgorde voor de etappes bij een drie fasen-CCE, maar dit is niet altijd vereist. Een CCE met meerdere etappes begint normaal gesproken met de Endurance-X-rit, oftewel een EXR-etappe. Een veeleisende EXR bevat onder andere gedeelten die zich richten op snelheid of uithoudingsvermogen, elk met een ander tempo en een bescheiden hoeveelheid hindernissen op de route. Een op zichzelf staande EXR kan een trailrit nabootsen met de focus op ontspanning, plezier en wellicht een beetje fitheid. Andere versies zijn vergelijkbaar met een jachtwedstrijd. Bij deelname aan een CCE met meerdere etappes zorgt de EXR ervoor dat de scores, die de ruiters meenemen naar de volgende etappe, een klein beetje uit elkaar liggen.
De cross country-rit, oftewel de CCR-etappe, heeft veel weg van een cross country tijdens de eventing, waar alle hindernissen van het cross-country-type zijn en met een solide bouw. Parcoursbouw in de CCE verschilt wel een klein beetje van de eventing. De mogelijkheid om hindernissen voorbij te gaan en alternatieve routes te creëren, heeft invloed op de plek van de hindernissen. De technische vaardigheid legt meer de nadruk op aanpassingsvermogen dan op gehoorzaamheid. Er zijn wel grenzen aan het aantal en het formaat van smalle hindernissen, zo worden bepaalde vaardigheden niet overvraagd. Ook is er een limiet aan hindernissen die serieuze gevolgen kunnen hebben als het misgaat, denk hierbij aan de open oxer bijvoorbeeld. Elk achterste element moet te zien zijn boven het voorste element, zodat paarden niet worden misleid of verward. CCR is de meest veeleisende etappe en de kern van CCE. Een uitgebreide versie bevat verschillende andere fasen, waarvan enkele de driedaagse evenementen van vroeger weerspiegelen.
De overgebleven etappe is de Jump Off-rit, oftewel JOR. Dit is vergelijkbaar met een kruising tussen cross country en springen, met daar snelheid aan toegevoegd. De JOR wordt verreden over twee gebieden, die settingen heten. De setting in de rijbaan is een afgebakend gedeelte waar springhindernissen kunnen worden gebruikt en de route bochtig is en zichzelf kan kruisen, wat typisch is voor springen. Het open gedeelte is overal buiten de arenasetting. Het parcours begint normaal gesproken in de arenasetting en verplaatst daarna naar de open setting. Er kan een stuk galop zonder hindernissen worden ingebouwd, voordat de route verdergaat met een verkorte cross country, die vergelijkbaar is met CCR. In grote wedstrijden op hoog niveau kan de route weer terugleiden naar de arenasetting voor een spannende finish voor het oog van het publiek.
Snelheid en efficiëntie zijn in de JOR net zo belangrijk als technisch goed springen, terwijl er minder uithoudingsvermogen nodig is dan bij andere etappes. Verschillende nog niet uitgebrachte versies van de JOR zullen nog meer spanning toevoegen en deelnemers aan te moedigen om verschillende keuzes te maken omtrent hindernissen of routes. Bij grote CCE’s zou de winnaar niet bekend moeten zijn totdat het laatste paard de finish nadert en in de ideale situatie zelfs pas wanneer de tijd stopt.
Nadenken over veiligheid
Bij CCE zijn beschermende uitrustig of hulpmiddelen toegestaan, en zelfs verplicht als die de schade kunnen beperken als iets fout gaat. Echter, de grootste impact op de veiligheid wordt bereikt door het risico dat dingen fout gaan, zo klein mogelijk te maken. Dit wordt bereikt door het verbeteren van de vaardigheden en kennis van de deelnemers. Het benadrukken van training en rijkunst, en het reduceren van het voordeel van pure paardenkracht maakt de competitie veiliger.
Een belangrijk veiligheidsaspect van CCE is de mogelijkheid om te kiezen of je een hindernis wel of niet aanrijdt, daarmee neem je de druk weg om teveel te doen. Het ontwerp van een parcours, dat de nadruk legt op aanpassingsvermogen en controle moedigt de deelnemers aan om te investeren in training. Aanvullend is er ook een bonuspuntensysteem, dat trainen beloont boven bepaalde bitten of uitrusting. Rijden met een simpele trens en zonder zweep of martingaal levert een deelnemer extra punten op. Innovatieve CCE-kenmerken als kunstmatige bochten, passeermogelijkheden en speciale hindernissen, maken de training zwaarder en dat resulteert weer in veiliger rijden.
CCE heeft verstandige kwalificatie-eisen en toegevoegde innovatieve mechanieken, zoals proefperiodes en degradatietriggers, die aanmoedigen om betere keuzes te maken en de consequenties voor slechte keuzes af te dwingen. Je komt op een hoger niveau door voldoende Q-scores te behalen: scores die een drempel bereiken of overschrijden die wordt berekend op basis van de punten voor elk parcours. Op een hoger niveau van de wedstrijden zijn ook meer Q-scores nodig.
Het klassement is een secundaire kwalificatie en biedt een getalsmatige maar van de Q-scores die paarden en ruiters hebben behaald. Klassementen hebben gevolgen voor de toelatingscriteria, zoals bijvoorbeeld een proefperiode om te voorkomen dat deelnemers te ver gaan en uitzonderingen voor diegenen met een bewezen staat van dienst.
Sport is entertainment
Naast meer plezier voor deelnemers, is een van de redenen voor variatie en een spannende finish om de aantrekkingskracht voor toeschouwers te vergroten. Sport is een entertainmentbedrijf dat gebaseerd is op publiek. Een sport die interessant is om te zien, trekt meer fans en verzamelt steun. Het vereist maar weinig onderzoek om te zien dat de meest populaire sporten bepaalde kenmerken delen en CCE bevat deze zoveel mogelijk.
Neem bijvoorbeeld voetbal, de meest populaire sport ter wereld. Dat is een heel makkelijke wedstrijd: scoor de meeste goals. CCE heeft een vergelijkbaar doel: finishen met de hoogste score. Sportfans tolereren de scheidrechter, maar juryleden die de resultaten bepalen, zijn minder populair. En daarbij kan de opinie in de paardensport draaien om trends of rages, waardoor irrelevante eigenschappen gewaardeerd kunnen worden. Bij CCE is de prestatie van de ruiter belangrijk, niet hoe je eruitziet.
Betrekkelijkheid is belangrijk. De aantrekkingskracht voor iedereen is cruciaal en heeft betrekking op zowel het imago als de realiteit van de sport. Tradities kunnen worden gevierd, maar outfits die niet zouden misstaan bij een chique diner in Downton Abbey, geven een ongemakkelijk beeld voor de toevallige kijker. Paardensport mag nooit zo betaalbaar worden als tennis of basketbal, maar het uitlichten van exclusiviteit en privilege is nadelig voor de sport. De populairste sporten zijn bereikbaar en toegankelijk, dat zal de traditie zijn van CCE.
Toegang, Horsemanship en financiering
Toegankelijkheid was vanaf het begin de belangrijkste factor. Ik wist dat het vergroten van de inclusiviteit in de paardensport de weg was naar inkrimping, en dat degene in de marge uiteindelijk andere opties zouden zoeken. Ik weet dat, omdat ik zelf een van hen was.
Toegankelijkheid is ongelooflijk belangrijk voor elke sport, omdat de sport dan zichzelf versterkt. Het bestaat uit meerdere facetten en mijn allergrootste zorg, die ik uitte in gesprekken met ontelbaar veel mensen door de jaren heen, terwijl CCE vorm kreeg.
Betaalbaarheid en toegankelijkheid waren de meest belangrijke factoren die werden aangehaald en er was frustratie over de hardnekkigheid van de hele situatie.
Als gevolg daarvan is er niets bij CCE dat extra kosten oplevert zonder van essentieel belang te zijn voor de competitie. Ook is de ingebouwde flexibiliteit om aan te passen of de accepteren overal aanwezig. Zo sluit een regel of een vereiste geen deelnemers of locaties uit. Een organisatie die een CCE van één etappe kan organiseren, is daar een mooi voorbeeld van. Een deelnemer die op verschillende mogelijkheden aan de competitie kan deelnemen, is een ander voorbeeld.
Een tweede zorg die ik had, toen ik naar mensen luisterde die over de status van paardensport praatten, was het afnemende horsemanship. De link met toegankelijkheid is dan ook makkelijk te begrijpen. Exclusiviteit maakt middelen en kansen belangrijker dan talent, vaardigheid en kennis. De negatieve consequenties op het gebied van veiligheid en levensvatbaarheid op de lange termijn van een sport die van deze kritische factoren wordt ontdaan, zijn duidelijk geworden.
Het derde punt van zorgen werd weemoedig erkend: mensen hebben niet veel plezier meer. Er was meestal een oplopend effect, komend vanuit overmatige stress en faalangst, een brede gemeenschap die vervangen werd door kliekjes en groepjes en het gevolg daarvan is het afwaarderen van de relatie tussen mens en paard ten gunste van het resultaat op wedstrijden. Plezier holt achteruit. CCE verwijdert onnodige of nadelige druk, focust op partnerschap en verbetering en staat deelnemers toe te kiezen wat het beste voor hen is.
Een sport voor volbloeden
Het creëren van een toegankelijke paardensport was een van de drijfveren van CCE. Het andere was de benarde positie van volbloeden die van de renbaan kwamen. Om de grote problemen in de nazorg van volbloeden substantieel te veranderen, is het essentieel om een overeenkomende vraag te creëren. Of effectief te zijn, moet die vraag de volbloed voordeel geven ten opzichte van andere rassen, maar ook overeen komen met het aanbod en de diversiteit van de ongewenste paarden. Alles minder dan dat zou minimale impact hebben.
Het is waar dat volbloeden vertegenwoordigd zijn in veel sporten, maar elke discipline vraagt weer een ander ras: quarter horses in de westernbaan, Arabieren voor endurance, warmbloeden voor de Engelse disciplines. De voorkeur voor andere rassen, ontoegankelijkheid en de schaal maken dat de kleine groep volbloeden dat geschikt is voor deze sport slechts een fractie is van de duizenden paarden elk jaar die deze optie nodig hebben.
Er zullen weinig mensen het ermee oneens zijn dat, wanneer het aankomt op de pure cross country, er geen beter paard is dan de volbloed. Ze hebben het complete pakket van snelheid, uithoudingsvermogen, wendbaarheid en een scherpe geest. Het ras staat niet bekend om extravagante bewegingen of een kalme, voorspelbare houding, maar naar mijn mening zijn het wel de meest indrukwekkende atleten in de paardensport.
Door allround atletisch te zijn, heeft de CCE geen voorkeur voor specifieke eigenschappen, zoals bijvoorbeeld bij de rensport of dressuur. Door een uitgebreide training te vereisen, krijgt een superieure atleet echt geen buitengewoon voordeel. CCE is geweldig voor de knappe bruine ruin met witte aftekeningen, maar ook net zo goed voor de kleine, pluizige vosmerrie met nerveuze trekjes.
De uitnodigende en flexibele aard van CCE geeft alle organisaties en bedrijven die betrokken zijn bij het adopteren en hertrainen van volbloeden, de perfecte mogelijkheid om op een rendabele manier ervaring op te doen en een gefundeerd wedstrijddossier op de te bouwen voor hun paarden. Het is veel makkelijker om een nieuw thuis te vinden voor een volbloed als deze wedstrijdervaring heeft in een sport die ideaal voor hen is. En dat wedstrijddossier is makkelijk en goedkoop op te bouwen. Na het lezen van dit artikel kun je zien hoe CCE een natuurlijke schakel is voor al deze dingen.
Je kunt niet vliegen zonder veren
Net als bij alle start-ups die de traditie of bestaande situatie veranderen, heeft CCE ook wat weerstand gekregen. Mensen houden van origine, niet van veranderingen. Echter, de net gelanceerde spinn-offs van eventing, zoals indoor eventing, ‘Demo & Dabble’ in Nieuw-Zeeland en het net in Engeland gelanceerde XC+, suggereren dat er wereldwijd veel mensen zijn die kijken naar alternatieven. Andere disciplines zijn daar geen uitzondering op, zij ervaren dezelfde problemen en zoeken naar oplossingen.
CCE heeft overeenkomsten met eventing, springen, endurance en zelfs mennen, net als deze disciplines dat met elkaar hebben. Maar op vele andere manieren is CCE een totaal andere sport. Belangrijker dan de kenmerkende verschillen, is dat CCE een gat in het paardensportlandschap opvult. Zoals ik al eerder benadrukte, is het voor mensen en paarden die niet in de traditionele disciplines passen, of daar geen toegang toe hebben. Ik accepteer dat een klein aantal mensen vanuit andere sporten overstapt naar CCE, maar we staan al op de rand van gat en nu hebben ze een reddingsboei. In overeenstemming met mijn argument tegen exclusiviteit is een grotere en meer diverse paardensportwereld beter voor iedereen en elke discipline. Een diverse paardensport wordt veerkrachtiger en robuuster.
De ontoegankelijkheid van traditionele disciplines zal natuurlijk niet plotseling veranderen. En de effecten in de marges zullen waarschijnlijk geen groot transformerend effect hebben. Zonder twijfel zal CCE een mooie ingang zijn voor mensen die doorgroeien naar andere paardensporten. Dus in plaats van CCE te zien als een sport die ook uit is op de schaarse bronnen, zouden tegenstanders hun ogen moeten openen en CCE zien als een klein peloton dat nieuwe middelen brengt om de uitgeputte voorraden van de cavalerie aan te vullen. CCE is een ingang naar de paardensport, waar paarden en horsemanship boven alles staan. We kunnen diverse plaatsen op het veld innemen, maar zouden we niet allemaal in hetzelfde team moeten zitten?
Ik heb een aantal ruiters ‘van vroeger’ gevraagd hoeveel zij werkten aan het rijden zelf, en welke compensatie zij ontvingen ten opzichte van de professionals die dezelfde inspanning leverden in andere sporten. Je kunt je hun reacties wel voorstellen, en niemand zei dat dingen waren verbeterd. Bovendien worden veel pensions, instructeurs en trainers verpletterd door de inkrimping en de hogere kosten van de paardensport. Een langetermijndoel van CCE is om een mogelijkheid te bieden voor een echt levensvatbare en ethische bedrijfsvoering met paarden, op alle niveaus en alle vlakken: deelnemen aan wedstrijden, fokken, instructie. Wat is hier niet leuk aan?
Sinds de eerste proefwedstrijd in het najaar van 2023 zijn er al meer dan twee dozijn CCE-wedstrijden geweest, verspreid over acht staten. We hadden een snelle aanpak en wilden iets opzetten, overal waar interesse was. Dit jaar gaan we nog wat meer uitbreiden, maar we zullen prioriteit geven aan verschillende wedstrijdbestemmingen op populaire locaties. Deze CCE’s zullen de uitrol van de sport bevorderen en meer componenten introduceren. In het ideale geval zullen mensen vooraf eerst naar een kleinere competitie gaan, zodat ze bekend zijn met hoe alles werkt. Maar het zal makkelijk genoeg zijn om er al klaar voor te zijn zonder dit te oefenen.
CCE is een beginnende sport en zijn toekomst is momenteel afhankelijk van mensen die het proberen en er plezier aan beleven. Wij geloven dat je dat hebt, als je het eens probeert. Ons belangrijkste doel is dat iedereen plezier heeft en geniet van zijn paard. Het staat zelfs in onze slogan: ‘jouw parcours, gouw keuze, geniet van je paard.
Wil je meer weten over CCE, kijk dan op https://www.RideCCE.com.