Algemeen

Al eeuwenlang gaat het op dezelfde manier: de paardenreddingboot van Ameland wordt op de materiaalwagen door het dorp naar de zee getrokken door pure paardenkracht. Twaalf stoere paarden trotseren het weer en de branding om de boot te water te laten in de Noordzee. Vroeger was dit bittere ernst, tegenwoordig gebeurt die alleen nog voor de voor de ‘show’. De demonstratie is een levend eerbetoon, een stuk lokale cultuur en toont de hechte band tussen de mens het paard, die op Ameland een onlosmakelijke combinatie vormen.
Op maandag 28 april 2025 was er weer een demonstratie, waarbij het publiek weer in grote getale toestroomde. Sommige mensen wachten op het strand bij Hollum op wat er komen gaat. Anderen volgen de boot, de Abraham Fock, op zijn tocht vanaf het Maritiem Centrum naar de zee. De vuurtoren kijkt statig toe en af en toe zie je de lamp knipperen. De boot, in de kleuren blauw en wit, is niet te missen. De paardenhoeven daveren, het onderstel rammelt en ratelt over de stenen en het asfalt. Voor de dijk moeten de paarden nog even extra kracht zetten, daarna versnellen ze hun pas om vervolgens tot stilstand te komen op het strand. Een bewoonster van het eiland vertelt aan Noorderland: “hoe vaak je dat ratelen ook hebt gehoord, je vóelt het gewoon van binnen: er staat iets te gebeuren vandaag. Die spanning blijft altijd.” Twaalf keer per jaar staat deze lancering in de agenda en elke keer is de onrust in het dorp toch weer voelbaar. Voordat de boot uit het botenhuis kwam, loeide al de sirene. Net zoals het vroeger ging.
Uitrukken
Als de stoomfluit van de fabriek drie keer over het dorp schalde, dan wist iedereen: er is een schip in nood, elke seconde telt, dus nu snel zijn. En voordat de stoomfluit er was, tikte men met de houten klompen op de ramen om alarm te slaan. De walploeg en de voerlui kwamen dan onmiddellijk in actie, ze holden de weilanden in om hun paarden te pakken, tuigden de dieren razendsnel op en brachten ze naast de fiets naar het boothuis. Sommige paarden wisten het trouwens dondersgoed: als de sirene klonk, stormden die al naar het hek, de baas hoefde ze dan niet eens te vangen. De paarden waren echte werkpaarden, die ook gebruikt werden voor het werk op het land. Boerenfamilies stelden hun dieren maar wat graag beschikbaar, tegen een kleine vergoeding, voor het werk met de reddingboot. In de materiaalwagen bij de boot lagen de touwen, krik, reservegereedschap en waadpakken voor de bemanning.
Voordat de boot en materiaalwagen in beweging zijn, is er even tijd nodig, want het onderstel is loodzwaar. Elk paard trekt gemiddeld ruim 1 ton gewicht, dus de paarden moeten ook wel sterk zijn. Luxepaarden zijn niet geschikt, het moeten echt stevige dieren zijn. Maar zodra het geheel rolt en rijdt, zijn ze al een heel eind. Jan, vertelt aan Noorderland: “met paarden een reddingboot naar zee brengen, dat is redelijk uniek in de wereld hoor. Dat zie je bijna nergens meer. Ik noem het een ambacht”. En zoals het met alle oude ambachten gaat, je moet de kunst wel in de vingers hebben. “Die vaardigheden moet je bijhouden, anders sterft het uit”, zegt hij. Voerman van het eerste uur Piet IJnsen is het daarmee eens. Hij weet als geen ander: [i]“het werken met de paarden vergt veel tijd. De dagelijkse verzorging, het voeren, ermee rijden, trainen. Er komt veel gevoel bij kijken. Het moet wel echt je liefhebberij zijn, niet omdat je vader het ook deed.”
Tegenwoordig is dat anders. De paarden die dit werk doen, worden een dagje ouder en dat geldt ook voor de mannen die ook meelopen. Het is ook niet meer vanzelfsprekend dat mensen dit doen, omdat men tegenwoordig niet meer met paarden werkt, maar vaak op kantoor zit. Op dit moment staat elke keer hetzelfde span voor de boot, maar enkele reservepaarden zouden toch ook wel fijn zijn. Het vak leren doet een paard in de praktijk. Als ze goed voor de menwagen kunnen lopen, kan hij tussen de ervaren paarden worden gezet en dan leren de dieren het werk. Ze moeten wel genoeg ‘body’ hebben.
Ongeluk in 1979
Al meer dan 150 jaar heeft de reddingsploeg zijn vast gewoonten. De enige keer dat het mis ging, ging het ook goed fout. Dat was op dinsdag 14 augustus 1979, rond 20:00 uur. Nabij Hollum zat de Windspiel 4, een Duits plezierjacht, in de problemen. De zuidwestenwind was stormachtig en de ebstroom was sterk. De reddingboot werd opgeroepen, de bodem van de zee werd gecontroleerd met de peilstok en toen de fluit van de walbaas had geklonken als teken dat de boot gelanceerd kon worden, trokken acht paarden het schip de kolkende branding in. Aan elke kant liepen vier paarden. De wagen ging sneller dan anders en reed dieper de zee in. Ook zat het diepere deel van de zee ineens dichterbij het strand dan de voerlui verwachtten. De paarden zakten weg, en de sliphaken waarmee de dieren aan de boot zaten en die in noodgevallen los moesten gaan, weigerden dienst. De stroming richting de zee trok het span en het loodzware onderstel onder water. De voerlieden probeerden hun paarden te redden, maar het lukte ze niet. Binnen enkele minuten verdwenen de dieren en het onderstel in de diepte. De acht paarden verdronken in de Noordzee. Ze kregen een graf vlakbij de plek des onheils, aan het Reddingbootpad. Ze werden tijdens een ceremonie in twee rijen van vier begraven, precies zoals ze ook voor de reddingboot liepen. Op het graf staat een monument voor Bles, Elisabeth, de twee paarden die allebei Zwarte heetten, Laura, Rensje, Gesiena en Maartje. Nog elk jaar komen vele mensen hier kijken.
De Windspiel 4 kon wel gered worden. Ook twee paarden overleefden het ongeluk, zij werden gebruikt om nieuwkomers te leren de boot te trekken. Circa een jaar na het drama stond de nieuwe ploeg gereed.
Nog steeds wordt de reddingboot regelmatig gelanceerd. Bij hoogwater varen ze met vaste regelmaat uit. Dit jaar zijn ze nog gepland op zaterdag 31 mei, zaterdag 7 juni, vrijdag 20 juni, dinsdag 22 juli, woensdag 6 augustus, woensdag 20 augustus, dinsdag 16 september, zaterdag 25 oktober en zaterdag 27 december.
Gebruikte bronnen: