Terugblik: de Quarter horse die internationaal sprong

Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
JPitty
Lid Nieuwsredactie

Berichten: 31168
Geregistreerd: 01-06-10
Woonplaats: Zwolle

Terugblik: de Quarter horse die internationaal sprong

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 30-04-25 22:49

Chronicle of the Horse
Sport

Een voskleurige Quarter Horse. Dit is niet Texas uit het artikel. Foto: Sita_/Bokt Wiki


In 1971 trok een jonge, langbenige Appendix Quarter Horse (een kruising van de eerste generatie tussen een volbloed en een Quarter Horse-red) met de naam Texas de aandacht van het publiek tijdens de Calgary International Horse Show in Alberta. Het dier week scherp af van het parcours en sprong over het ingangshek heen de piste uit.

In het publiek zat veehouder en ruiter Jack Simpson, die volgens zijn zoon John Simpson, springruiter bij het Canadese team, ‘een liefhebber van springpaarden’ was. Hij zag iets in het jonge 1.67,5m hoge paard, anders dan het zure gedrag richting de poort. Hij bood de eigenaresse aan het dier te ruilen voor een van zijn eigen paarden. Zij accepteerde het aanbod en Jack nam de toen 5-jarige Texas mee naar huis, naar Simpson Ranching Ltd, de veehouderij van zijn gezin in Coachrane, Alberta.

Jack en zijn zoon, die toen begin 20 was, trainden springpaarden en brachten deze uit op wedstrijden. Jack was kort daarvoor nog de eerste persoon geweest die paarden vanuit Duitsland importeerde naar Alberta. John had lokaal wat succes op wedstrijden met een van de Duitse merries.

Maar het was op dat moment herfst en de Canadese winter stond voor de deur. “We hebben hem gewoon buiten in de wei gezet”, zegt John, die nu midden 70 is en nog steeds de familieranch runt en daar woont. “Toen het voorjaar werd, zei mijn vader: ‘je zou dat paard eens moeten uitproberen’”.

De meeste paarden die in die tijd in Noord-Amerika en omstreken werden uitgebracht in de sport, waren volbloeden, legt John uit. Maar er was iets met Texas, en dat trok John aan. Daarnaast was hij onder de indruk van zijn afstamming: de ruin was een nakomeling van de volbloedhengst Chittagong, die weer een zoon was van Royal Charger. Zijn moeder was de Quarter Horsemerrie Cupid’s Bullet. John en zijn vader realiseerden zich als snel dat Texas een getalenteerd springpaard was, maar ook een heel laag zelfvertrouwen had. De ruin was bang om alleen te zijn, of dat nou op stal was, in de wei of in de paddock. De familie Simpson moest leren om met die angst om te gaan. “Hij had een hekel aan werken in zijn eentje”, legt John uit. “Dus moesten we een ander paard erbij halen als we hem aan het trainen waren.”

Wat betreft de drang naar het hek, wat Texas destijds een nieuwe eigenaar opleverde, schakelden John en Jack een van hun medewerkers in. Deze Paddy Farrell moest bij het hek gaan staan als John het paard reed. Als Texas weg wilde rennen uit parcours en in zijn richting, moest Farrell hem “bij het hek wegjagen met een oude lap stof”, zo herinnert John zich.

In 1972 werd John, als een van vijf jonge Canadese ruiters, uitgenodigd om naar Toronto te reizen om daar te trainen met enkele van de beste springruiters van Canada. Onder deze elite-ruiters bevonden zich Jim Elder, Frances Rowe en Jim Day. Na een zomer lang trainen, voelde John dat hij er klaar voor was om Texas mee op pad te nemen, en om zijn eigen paardrij-carrière op te tillen naar het internationale niveau. “Dat was voor Texas de start”, vertelt John. “Toen we hem genoeg zelfvertrouwen hadden gegeven om langs de poort te lopen, veranderde hij in een heel goed paard. Dat was het begin van een magische tour van springwedstrijden over de hele wereld.”

Aan het begin van de jaren ’70 nam de combinatie deel aan wedstrijden door heel Canada en langs de westkust van de Verenigde Staten. In 1972 werden ze reservekampioen tijdens de Los Angeles Horse Show en tussen 1973 en 1976 behaalden ze een aantal top drie-klasseringen bij wedstrijden in Canada, van Calgary en Edmonton tot aan Toronto en Montreal.

John kwam met Texas uit in een aantal puissance-rubrieken en won in 1976 de Washington International Horse Show in Maryland met een sprong over een hindernis van 1.95 meter. “Onze hoogste sprong ooit was 2.18,5 meter”, vertelt John. “De ruiter kan hier niet overheen kijken, dus het paard kan dat ook niet. Dat is een van de dingen waarbij alles gewoon moet kloppen.”

De Canadees en zijn ongebruikelijke Quarter Horse springpaard braken door in 1977. Ze gingen de oceaan over wonnen de Grand Prix van Rotterdam. Ook werden ze derde bij zowel de Embassy Filter Stakes in het Britse Hickstead als de Grand Prix van Ierland tijdens de Dublin International Horse Show. Deze laatste rubriek werd in dat jaar gewonnen door Robert Ridland, die tegenwoordig Chef d’Equipe is bij het Britse springteam. Texas behaalde ook enkele top drie-plaatsen bij grote Canadese wedstrijden, inclusief een overwinning in Grand Prix bij de Spruce Meadows ‘Masters’ in Alberta. Op deze wedstrijd kwam hij vaker, omdat het zo dicht bij zijn huis was.

Het meest succesvolle jaar van John en Texas was 1978. Ze werden achtste in het eindklassement tijdens de wereldkampioenschappen in Aken en waren daarmee de hoogst geplaatste Canadese combinatie. Het Canadese team werd daar vierde. In dat najaar beleefde hij met Texas twee enerverende weken. Tijdens de Washington International Horse Show waren ze lid van het team dat de Prix de Nations-rubriek won, het equivalent van de moderne Nations Cup. John en Texas hoefden in de tweede ronde niet meer te starten, omdat Canada al zeker was van de winst. En dat was een gelukje, want Texas, die op dat moment hun belangrijkste paard was, raakte in paniek toen hij alleen was achtergebleven in de stal. Hij had zijn angst om alleen te blijven nooit helemaal overwonnen. Ondanks dat ging de combinatie door en won bij datzelfde concours ook de President’s Cup Grand Prix-rubriek. De week daarna reisden ze naar Madison Square Garden en de National Horse Show. Daar wonnen ze de Grand Prix van New York.

“Hij was niet een van die wedstrijdpaarden”, zegt John. “Hij was een paard waarmee je naar buiten en aan de slag kon”. Thuis, op de boerderij van het gezin, was het niet ongewoon om John te zien met een cowboyhoed en Texas met een westernzadel op zijn rug, om te helpen met het werk met het vee. “Ik ben gewoon een cowboy uit het westen”, legt John uit. “En ik denk dat het goed was voor zijn mentale gesteldheid om even uit de wedstrijdbaan zijn en achter de koeien aan te gaan. Veel mensen rijden alleen maar rondjes, maar als je begint met heuvels op en af te draven, zul je zien dat een paard heel snel topfit wordt!”

Texas was heel veelzijdig en flexibel onder het zadel, maar hij was echt niet gemakkelijk op stal. “Hij was een beest als hij in een box moest”, vertelt John. “Hij probeerde je op te eten zodra je voorbij kwam lopen. We moesten, als we reisden, een dubbele box reserveren en daar iets bovenop leggen, om te zorgen dat hij dat hij er niet uit kon komen. Maar zodra je hem eruit haalde, was hij klaar om aan de slag te gaan. Veel mensen wilden hem wel kopen, maar hij was niet te koop. Dus ik deed al het werk onder het zadel met hem. Hij was echt fantastisch om op te rijden.

In 1979 kwamen John en Texas in het Canadese team voor de Pan Amerikaanse Spelen in Puerto Rico, maar Texas had problemen met de diepe, zanderige bodem in de rijbaan. Ze maakten geen kans om op de Olympische Spelen te rijden, toen Canada zich naast de aansloot bij de door de Verenigde Staten geleide boycot van de Olympische Spelen 1980 in Moskou. Maar de combinatie bleef wel succesvol uitkomen op wedstrijden dichterbij huis.

In december 1981 stonden John en Texas op de cover van The Chronicle of the Horse. Maar dat jaar liep Texas ook een blessure op, die het einde betekende van zijn carrière. [i]“Hij beschadigde iets tussen zijn heupen”,
legt John uit. “Maar we konden niet precies vinden wat het was.” Texas bracht de rest van zijn leven door op de boerderij waar hij van hield. Toen hij overleed, is de ruin volgens John op de boerderij begraven, ‘op een bijzondere plek’.

Nadat Texas geblesseerd raakte, ging John naar eigen zeggen “de wijde wereld in om meer paarden te vinden zoals hij”. En dat lukte, hij kocht een jongere halfbroer van Texas, met de naam Dallas. Hiermee kwam hij enkele jaren succesvol uit. Zelf stopte hij in 1982 met wedstrijden springen, maar hij woont en werkt nog steeds met zijn gezin op de boerderij. Deze is intussen uitgebreid tot ongeveer 1000 stuks vleesvee en 15-20 paarden. De meeste hiervan zijn Quarter Horses. “Ik heb veel plezier beleefd aan de jaren dat ik met een Quarter Horse de wereld rondreed”, vertelt John. “Dat was echt de eerste keer dat ik een connectie met deze paarden had. En dat is juist het soort paard dat er is op de plek waar wij wonen.”

Twee kleinkinderen van John hebben het familie-paardenvirus ook. “De jongste, die nu 5 is, reed afgelopen zomer met haar pony achter de koeien aan”, vertelt John. “Beide kleinkinderen doen nu aan cattle penning (vee in een soort paddock drijven, zodat deze dieren onderzocht of behandeld kunnen worden-red. ) en beiden zijn recentelijk naar een springstal geweest voor rijlessen.”

En als zijn kleinkinderen besluiten om meer Engels te willen rijden met het paard, dan zal John waarschijnlijk zijn eigen advies opvolgen: “Ik vertel mensen altijd om hun ogen open te houden. Je weet nooit waar je een echt speciaal paard tegen zou kunnen komen.”




In het kader van Canada 150th season of Sport maakte Spruce Meadows in 2017 een video van John Simpson:

Amber_anne

Berichten: 7877
Geregistreerd: 09-04-18

Link naar dit bericht Geplaatst: 30-04-25 22:59

Wat een leuk en bijzonder stuk om te lezen

kally
Berichten: 5447
Geregistreerd: 17-07-04
Woonplaats: Rotterdam

Link naar dit bericht Geplaatst: 01-05-25 15:51

Leuk…interessant verhaal over een beetje eigenzinnig type paard die de goede terecht kwam.