Bokt Community
De dagen lengen alweer een tijdje en toch heb ik consequent uren te kort. Iets heel basaal geeft me in dat de wereld wakker aan het worden is en ik ook hoor op te staan. Ik was nooit een ochtendmens en mijn NAH heeft dat niet verbeterd.
Ik probeer dus allerlei dingen te doen om snel te beseffen dat ik dat niet vol houd… En dan moet ik keuzes maken. Daarom schrijf ik deze blog weer veel later dan gepland. Eerlijk is eerlijk: ik was ook nooit een goede planner…. Waarom mijn NAH vooral mijn gebreken uit vergroot heeft is me onduidelijk maar het is wat het is.
Ik wilde schrijven over een onderwerp dat wellicht omstreden zal zijn en ik hoop dat ik het goed neer geschreven krijg.
De basis die we allen kennen is dat we een paard van achter naar voren rijden: een actieve achterhand geeft een goed ruggebruik en dat uit zich in een zacht contact -> we hebben aanleuning.
Nu ben ik geen topruiter. Ik ben van ‘spelen’ naar ‘crash-dummy’ (zadelmak maken, doorrijden en corrigeren) gegaan en ergens tussendoor per ongeluk tussen de witte hekjes verzeild geraakt. En niemand was zo verbaast als ik om te leren dat ik me daar thuis voelde…Figuurlijk dan. witte hekjes zijn geen vereiste maar dressuur maakte iets wakker in me… Ik schrijf dit neer omdat het verklaart waarom ik vaak nadenk en niet veel heb met de ‘idealen’.
De theorie is ontstaan vanuit ‘een gemiddeld’ paard. Uitzonderingen op de regel kunnen daar niets mee en als je corrigeert en beleerd kom je die uitzonderingen wat vaker tegen. Paarden komen niet dusdanig in de problemen met hun ruiters dat ze naar iemand als mij komen omdat ze reageren zoals de meeste paarden. Als ze gemiddeld reageren blijven ze bij hun ruiter of ze gaan naar iemand die beter kan rijden/op hoger niveau presteert dan ik wanneer ze daar het potentieel voor hebben.
Het gevolg is dat ik vaak de theorie langs me neer moest leggen. Dat was al geprobeerd zonder succes. Het voordeel daarvan is dat ik flexibel geworden ben. Werkt ide 1 niet verander ik van taktiek en ik heb, denk ik, minder dan gemiddeld de angst dat een fase een slechte gewoonte wordt

Het nadeel is dat ik vooral heb leren overleven. Mijn houding is functioneel maar niet ‘het ideaal plaatje’. Voor de dressuur heb ik dat deels kunnen corrigeren maar nu ik met Joy ook wat spring merk ik dat mijn rijstijl over sprongen meer ‘paard tussen mij en de grond houden zonder m in de weg te zitten’ is en weinig ‘daar krijg je stijlpunten voor.’

Góed dressuur rijden op eender welk niveau is puzzelen. Het is triggeren, voelen, reageren, anticiperen en regelmatig nadenken.
Joy is, naar mijn standaard, een extreem goed paard. Hij is slim, werkwillig, hij beweegt goed, heeft een sterke achterhand en hij kan zo model staan voor my little pony.

Ondanks dat Joy normaal uit zichzelf goed blijft lopen, merkte ik een tijd terug dat dat achterbeen niet meer zo fijn door kwam. Meer voorwaarts rijden maakte hem vlakker en bovendien gaf hij het snel ‘op’ wat niks voor Joy is. Meer terug rijden maakte het niet slechter maar ook niet beter. Ik begon me wat zorgen te maken. Hij kreeg een paar dagen vrij/heel licht werk zodat ik kon voelen.
Mijn ‘methode’ is altijd kijken en voelen… het ziet er soms wat chaotisch uit maar there’s a method to my madness.

Jullie moeten weten dat Joy veel zelfhouding heeft. Soms wat te veel. En zodra ik ‘hem hoorde’ dacht ik aan Sam… Mijn neurotische lieve Sam die moest leren om de hand te accepteren maar geen twee dingen tegelijk kon.

Sam moest, tegen alles wat ik geleerd had tot dan toe in, halthouden van deze lesgever. Vervolgens nam ik contact (niet trekken. Contact.) bij een paard dat de hand niet accepteert wordt dat automatisch een weerstand biedende hand: het paard zal aan de hand ‘trekken’ (omhoog, naar voren of juist naar beneden) aan de ruiter om de hand stabiel te houden. Zodra het paard ook maar enigszins na geeft, geeft de ruiter meteen de hand ter beloning. In het begin zal het paard meteen gebruik maken van die ruimte. Dat mag, je hervat gewoon terug je weerstandbiedende hand en elke keer als je de juiste reactie krijgt nl: loslaten ( = de kaak ontspannen en daardoor automatisch nageven.) geef je kort ruimte en terug contact. We hebben het hier over een fractie van een seconde de hand naar voor doen.
Je stelt de vraag: ‘accepteer je mijn contact?’
Zodra het paard ‘ja’ antwoord geef je mee en je zal merken dat je elke keer sneller reactie krijgt én dat het paard steeds minder groot ‘er uit trekt’ wanneer je de hand geeft. Je hulp wordt dus steeds kleiner en je komt op het punt dat je enkel de vingers wat opent en je paard zacht contact houdt. Dat is wat we willen toch? Dat zachte, verende contact waar je kan geven en ‘nemen’ (ophouding) zonder dat de aanleuning veranderd.

Zou je nu denken ‘ja, dus?’ Herinner je dan dat ik vanuit halt werk. Zónder opgewekte energie van achteren uit dus. En toen kwam de volgende zin die hij vaak zei in mijn hoofd: ‘nooit meer energie opwekken in de achterhand dan je kan controleren .’
Logisch, als je de energie niet kan controleren wat heb je er dan aan? Als mijn paard de hand stiekem niet accepteert kan ik die achterhand activeren zoveel ik wil zonder resultaat. Behalve dan een vermoeid paard dat niet weet wat hij moet, zichzelf voorbij loopt en onzeker wordt. Die onzekerheid maakte dat mijn brave bedachtzame man op de rem ging. Want als Joy twijfelt gaat hij in de rem.
Dat deed me denken dat het niet zo simpel is als ‘van achteren naar voren rijden.’ Soms moet je er ergens halfweg iets uit pikken en dat oplossen om verder te kunnen.
‘Van achter naar voren’ rijden is eigenlijk zo versimpeld dat het soms beperkend kan werken denk ik. Soms moet je durven om in het midden iets aan te pakken. Of zelfs vanvoor. Zolang je het grote plaatje voor ogen houdt denk ik dat we het africhten meer kunnen zien als een ketting met schakeltjes… als een schakeltje mis zit moet je dat terug goed zetten als je wil dat de ketting terug mooi soepel hangt.