Algemeen
Equitom is een Belgische paardenkliniek. Zij zijn gespecialiseerd in paardenchirurgie en bieden een brede waaier aan medische diensten: chirurgie, inwendige ziekten, orthopedie, medische beeldvorming en revalidatie. Ze hebben verschillende diagnostische mogelijkheden, met inbegrip van radiografie, echografie, endoscopie (statisch en dynamisch), MRI, CT en scintigrafie. Zij delen regelmatig interessante cases op sociale media. Dit zijn veelal bijzondere situaties, die je normaal gesproken niet bij een normale dierenkliniek tegen zult komen. Wij zullen één keer per maand een case met jullie delen. Deze keer gaat het over het bestrijden van parasieten bij paarden.
Resistentie van parasieten is een toenemend serieus probleem qua paardengezondheid, maar met het juiste management en een gerichte behandeling kun je jouw paard beschermen en het risico op resistentie verminderen.
- strategisch ontwormen: resistentie ontwikkelt zich vaak door frequent en willekeurig ontwormen of door steeds weer hetzelfde middel te gebruiken. Begin met een Fecal Egg Count (FEC)-test (het tellen van wormeneitjes in de ontlasting van het paard-red.) om wormen die veel eitjes uitscheiden te traceren en de behandeling daarop af te stemmen. Voor wormen die weinig eitjes uitscheiden, is er niet vaak een wormenkuur nodig, wat helpt om te zorgen dat er wormensoorten blijven die gevoelig zijn voor wormenkuren.
- goed management: parasietenbestrijding draait niet alleen om behandelingen, het gaat ook om een goed management van de omgeving. Verwijder elke dag de mest uit de stallen en maak ook in ieder geval twee keer per week de paddocks en weilanden schoon, of in ieder geval minstens één keer per maand. Op deze manier reduceer je het aantal parasieten in de omgeving.
- speciale zorg voor veulens: jonge paarden zijn kwetsbaarder voor parasieten en zouden op leeftijd bij elkaar moeten staan voor de behandeling. Volg een ontwormingsschema dat is afgestemd op hun behoeften, wissel geschikte wormenkuren af en pas de timing van de behandelingen aan hun risico’s op besmetting aan.
Het onder controle houden van parasieten draait om balans: behandel alleen als dat nodig is, gebruik de correcte dosering en combineer behandelingen met pro-actief management op stal en in de wei.
Raadpleeg jouw dierenarts om samen een plan te ontwikkelen dat bij de individuele behoeften van jouw paard past en het risico op resistentie minimaal houdt. Samen kunnen we zorgen voor gezondere paarden en een effectiever management van parasieten in de komende jaren!
Begrijpen van parasieten
Het onder controle houden van parasieten is een vitaal onderdeel van het gezond en gelukkig houden van je paard. In deze post geven we je praktische tips over het effectief managen van parasieten, het begrijpen van ontwormingsschema’s en het voorkomen van resistentie. Dit maakt het makkelijker om je paard het hele jaar door te beschermen.
Paarden worden in hun omgeving blootgesteld aan parasieten. Vaak bestaat er een natuurlijk evenwicht, maar een verstoring hiervan kan zorgen voor klinische symptomen, zoals:
- gewichtsverlies
- diarree
- koliek
Typen parasieten
Paarden kunnen verschillende parasieten hebben, waaronder:
Nematoden (rondwormen)
- strongyles (bloedwormen): hiervan bestaan grote en kleine varianten. Dit is de meest voorkomende worm bij volwassen paarden
- ascarides (spoelwormen): veelvoorkomend bij veulens en jonge paarden onder de twee jaar
- aarsmaden
Platwormen:
- cestoden (lintwormen): vooral gezien bij paarden van 6 maanden of ouder, overwegend in het najaar
- trematoden (leverbot): zeldzaam, maar mogelijk, in het bijzonder als paarden samen met andere dieren in één verblijf gehuisvest zijn
Insecten:
- gasterophilus (horzels): wordt gezien bij paarden van alle leeftijden, vaak in de late zomer en in de herfst
Levenscyclus van parasieten:
- volwassen fase: parasieten ontwikkelen zich in de darmen van het paard. Volwassen wormen leggen eieren
- ei-fase: eitjes worden uitgescheiden met de mest. Ze ontwikkelen zich in de omgeving tot larven
- larve-fase: larven ontwikkelen zich in de omgeving van weilanden of stallen. Paarden krijgen besmettelijke larven binnen door grazen of fourageren
- infectie: paard krijgt de larven binnen, die verplaatsen zich naar de darmen. Hier ontwikkelen de larven tot volwassen wormen en begint de cyclus weer opnieuw
Fecal Egg Count (FEC)
Dit is de hoeksteen van het onder controle houden van parasieten. Fecal Egg count (FEC)-testen spelen een centrale rol in het gericht ontwormen. Het gaat hier om het analyseren van mest onder de microscoop, om zo wormeitjes te tellen en de besmetting met volwassen parasieten in te schatten.
- voordelen van FEC
Je identificeert wormen die veel eitjes uitscheiden (>250 eitjes per gram mest, ook wel EPG of Eggs per gram genoemd), die een frequentere ontworming vereisen. Ook onderscheidt je de wormen die weinig eitjes uitscheiden (<250 EPG) en een minder frequente behandeling nodig hebben. Dit helpt dierenartsen om ontwormingsschema’s op maat op te stellen, aangepast aan de individuele behoeften van het paard. - FEC gebruiken als leidraad voor het ontwormen
voorjaar en zomer: focus op de wormen die veel eitjes uitscheiden
najaar: behandel alle paarden om lintwormen en de larven van de kleine bloedworm te bestrijden. - testen na behandeling: doe 14 dagen na het ontwormen opnieuw een FEC-test om de effectiviteit van de behandeling te beoordelen en resistentie op te sporen.
Voor het management op de lange termijn is het raadzaam om de FEC-test elk seizoen te herhalen:
1e jaar: drie keer (voorjaar, zomer, najaar)
2e jaar: twee keer per jaar voor wormen die weinig eitjes uitscheiden (voor- en najaar) en drie keer per jaar voor de wormen die veel eitjes uitscheiden
Parasietenbestrijding bij volwassen paarden
Volwassen paarden ontwikkelen meestal wat immuniteit tegen parasieten, maar vragen nog steeds een gerichte behandeling, gebaseerd op een FEC-test en klinische symptomen. De behandeling van parasieten varieert per seizoen:
voorjaar (rond april): focus op de volwassen kleine en grote bloedworm
zomer (rond augustus): behandel tegen kleine bloedworm en bij op stal gehouden paarden ook op aarsmaden
najaar (rond oktober-november): behandel voor lintwormen, horzellarven en besmette larven van de bloedworm.
Parasietenbestrijding bij veulens
Veulens zijn bijzonder kwetsbaar voor parasieten vanwege hun nog niet volledig ontwikkelde immuunsysteem. Ze kunnen wormenlarven zelfs binnen krijgen via de melk van hun moeder.
Veel voorkomende parasieten bij veulens zijn:
- strongyloides westeri: de immuniteit hiertegen ontwikkelt zich pas op de leeftijd van vier maanden
- parascaris equorum: de eitjes van deze worm zijn hoogst resistent. Het duurt 6 maanden tot 2 jaar om hier immuniteit tegen te ontwikkelen
- kleine bloedworm en lintworm: minder gebruikelijk bij veulens
Ontwormschema voor veulens:
- tot en met twee maanden oud: als er diarree optreedt, behandel dan voor strongyloides met fenbendazole
- twee tot zes maanden oud: wissel pyrantel en fenbendazole elke 2-3 maanden af. Vermijd marcocyclische lactonen zoals ivermectine als je veulen nog geen zes maanden oud is. De leeftijd van zes maanden is bij uitstek geschikt voor de eerste FEC-test.
- zes maanden tot een jaar oud: ontworm elke drie maanden met de juiste middelen voor parasieten die zijn gevonden bij de FEC-test. Ontworm in het najaar ook met praziquantel om lintwormen aan te pakken. Het is cruciaal om na elke ontwormingsronde een FEC-test te doen om zo de effectiviteit van de behandeling te beoordelen
Resistentie tegen ontwormingsmiddelen voorkomen
Resistentie tegen ontwormingsmiddelen is een toenemend probleem. Het treedt op wanneer parasieten de behandeling overleven, waardoor de ontwormingsmiddelen minder effectief worden. Dit probleem kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen of zelfs overlijden, in het bijzonder bij veulens en jonge paarden.
Factoren die bijdragen aan resistentie zijn
- te vaak of willekeurig ontwormen: routine-gebruik van ontwormingsmiddelen zonder bewijs van een significante besmetting met wormen. Te vaak behandelen verhoogt de selectiedruk voor resistente wormen.
- te lage dosering: vaak veroorzaakt door het gewicht van het paard te laag in te schatten of een te lage inname van de ontwormingsmiddelen (bijvoorbeeld omdat het paard wat van de pasta uitspuugt). Bij een te lage dosering worden niet alle wormen gedood, de sterkste[code][/code] overleven het en planten zich weer voort.
- dezelfde soort ontwormingsmiddel elke keer weer gebruiken: consequent gebruik van ontwormingsmiddelen uit dezelfde categorie zorgt ervoor dat resistente stammen de populatie parasieten gaan domineren
- problemen met het managen van de omgeving en de kudde: paarden onmiddellijk na het ontwormen verplaatsen naar een schone omgeving zorgt ervoor dat het paard geen niet-resistente larven kan opnemen. Dat zorgt weer voor een concentratie van de resistente wormen. Een nieuw paard in de kudde introduceren zonder dat het dier eerst in quarantaine is geweest of een FEC-test heeft gehad, kan ook zorgen voor de introductie van resistente parasieten
- paarden met een verzwakt immuunsysteem: paarden met een verzwakt immuunsysteem en jonge veulens vragen een frequentere behandeling, met het risico op een mogelijk verhoogde resistentie
- slecht management van ‘refugees’: de zogeheten ‘refugee populations’ bestaan uit wormen die niet blootgesteld worden aan ontwormingsmiddelen, bijvoorbeeld eitjes en larven in de omgeving van het paard of wormen bij onbehandelde paarden. Een kleine populatie hiervan verhoogt het aantal resistente wormen. In contrast: een grotere populatie aan onbehandelde, voor ontwormingsmiddel gevoelige wormen vermindert resistentie
Zelfs als de wormeitjes in de mest van één paard op de wei resistent zijn, bestaat de totale populatie aan larven uit die uit de mest van onbehandelde paarden. De meerderheid van de larven is dan dus gevoelig voor ontwormingsmiddelen.
Management van de stal
Als paardeneigenaar kun je jouw management aanpassen voor een effectieve behandeling tegen wormen. In het meest ideale geval haal je dagelijks de mest weg uit de stal en haal je het twee keer per week weg uit de wei of paddock, of in ieder geval minimaal één keer per maand. Deze manier van handelen reduceert de hoeveelheid parasieten in de omgeving van je paard, maakt de kans op herbesmetting minimaal en ondersteunt de algehele gezondheid.