In herinnering: Britse dressuurlegende Joan Gold (107)

Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
JPitty
Lid Nieuwsredactie

Berichten: 31208
Geregistreerd: 01-06-10
Woonplaats: Zwolle

In herinnering: Britse dressuurlegende Joan Gold (107)

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 16-11-24 18:29

Eurodressage
Algemeen

Afbeelding ter illustratie. Foto: Marlies Trap Fotografie


Dit artikel is geschreven door Silke Rotterman voor Eurodressage. Haar interesse ligt bij de klassieke dressuur. Zij is bekend van haar gedetailleerde geschiedenisartikelen over de gouwe oudjes in de dressuursport en haar artikelen over klassieke dressuurtraining, die vaak diep op de materie in gaan. Zelf rijdt ze al sinds haar jeugd. Ze heeft enige tijd doorgebracht bij voormalig olympisch kampioene Christine Stückelberger en haar trainer Georg Wahl. Hun klassieke benadering heeft een beslissende invloed gehad op hoe Silke de sport nu ziet. Sinds 2010 werkte ze samen met kolonel Christian Carde, met wie ze ook enkele boeken heeft geschreven over de klassieke dressuur. Silke fotografeert ook en schrijft regelmatig artikelen voor internationale paardentijdschriften en -websites, zoals Eurodressage.com.

Toen de Britse vlag werd gehesen en het ‘God save our gracious Queen’ in 1958 werd gespeeld op de heilige grond van de paardensport in Aken, werd er dressuurgeschiedenis geschreven, in de meest ware betekenis van het woord.

Voor de eerste keer won een dressuurruiter van de Britse eilanden de hoog aangeschreven Aachen dressage Grand Prix en dat in een tijd waarin het Verenigd Koninkrijk slechts een handvol Grand Prix-ruiters had.

Deze Britse pionier in de dressuursport, Joan Gold, overleed begin november op 107-jarige leeftijd.


Training in Duitsland
Joan Gold werd op 8 mei 1917 geboren als Joan Cull. Ze begon als kind met paardrijden bij een plaatselijke manege. Toen ze 16 was, kreeg ze toestemming van haar ouders om haar rijopleiding voort te zetten in Duitsland. Hier volgde ze in de ochtenden Duitse les en ’s middags reed ze bij een grote manege in München. Daar nam Major von Haugk, een van de meest getalenteerde cavalerieruiters van Duitsland, de jonge amazone onder zijn hoede. Hij wekte haar interesse voor een discipline die in die tijd nagenoeg onbekend was in haar eigen land.

Dressuur werd beschouwd als een ‘continentale aangelegenheid’ en in het beste geval met argusogen bekeken. In haar thuisland, het land van jachten en de steeplechase, was de dressuur het stiefkindje van de Britse paardensport en zou dit ook blijven in de decennia die volgden.

Toen Joan terugkeerde naar haar huis in Berkshire, had ze al snel twee eigen paarden om te trainen: een Hongaarse warmbloed en een Engels volbloed. Joan ging verder met haar dressuur, uitgerust met de methodische continentale aanpak die in scherp contrast stond met het typische individualisme van haar thuisland in die tijd. Nadat ze gedurende twee winters in Zweden had getraind, werd ze op 21-jarige leeftijd de eerste Britse dressuurruiter bij internationale wedstrijden op het vaste land.


Wedstrijdcarrière
In 1938 vertegenwoordigde ze de Union Jack (de Britse vlag-red.) in Düsseldorf, waar ze reed tegen de legendarische Alois Podhajsky. Daarna ging ze naar het Mekka van de paardensport in Aken, waar ze met haar beide paarden meerdere podiumplaatsen behaalde in de kleine rubrieken voor vrouwen en buitenlanders. Ze wist zelfs één rubriek te winnen. Ze wist niet dat ze daar 20 jaar later zou terugkeren voor haar grootste sportieve triomf ooit.

In Engeland trainde ze met de Oostenrijkse Gustav Grachegg, die in 1928 uitkwam op de Olympische Spelen. Ze omschreef hem als een ‘paardensycholoog’ die een individuele benadering had voor elk paard.

De veelbelovende start van haar dressuurcarrière kwam voor meer dan tien jaar stil te liggen door haar huwelijk met Paddy Gold in 1939, en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Joan stopte zelfs een tijdje helemaal met rijden.

Toen de oorlog voorbij was, pakte Joan, die intussen moeder was van drie kinderen, aan het begin van de jaren ‘50 het rijden weer op. Tijdens het jagen spotte ze een vierjarige volbloed, die haar betoverde zoals alleen liefde op het eerste gezicht dat doet. Een paar maanden na de eerste ontmoeting met de elegante Engels volbloed Gay Gordon was hij van haar. Ze begon te werken met de bruine ruin, waar ze in het begin haar handen vol aan had.


Verhuizing naar Berlijn
Toen Joans echtgenote door het Britse leger in 1954 naar het Berlijn van na de oorlog werd gestuurd, ging Gay Gordon met hen mee. De combinatie vond zichzelf al snel terug onder de hoede van het echtpaar Von Badewitz van de beroemde Deutschlandhalle.

Ines von Badewitz was na de oorlog in Duitsland al een succesvolle dressuuramazone, maar kwam in de jaren ’70 op kampioenschapsniveau uit als lid van het Oostenrijkse dressuurteam. Ze deed dit met de talentvolle appelschimmel Holsteiner Marquis. Al eerder, in de jaren ’50, was Von Badewitz ook de trainer van de nog jonge Madeleine Winter-Schulze, die al op haar achttiende Duits kampioen werd met de kleine merrie Coca-Cola.


Gay Gordon xx
Tijdens haar tijd in Berlijn had Gold het voordeel dat ze veel vaker kon trainen. Dit in tegenstelling het handjevol van haar landgenoten die Grand Prix-dressuur reden en moesten vertrouwen op trainers van het vaste land die naar Groot-Brittannië kwamen voor clinics.

Gay Gordon xx was nog niet klaar voor de Olympische Spelen van 1956 in Stockholm, waar Lora Johnstone en Brenda Williams met hun volbloedpaarden de eerste Britse olympische dressuurruiters waren. Dat jaar ging Joan echter wel bij het British Dressage Committee en bleef bijna vier decennia lang lid. Pas in 1992 ging ze met pensioen.

In 1958, twintig jaar na haar debuut in de internationale dressuur, kwam Gold terug. Ze startte haar verdere loopbaan in Wiesbaden tijdens de FEI-kampioenschappen, dit waren tot 1963 de voorouders van de Europese kampioenschappen. Gold en Gay Gordon werden 9e in een deelnemersveld van 14 starters uit 7 landen. Hoewel Gay Gordon xx slechts 9e werd in Wiesbaden, zou de legendarische wedstrijd in Aken, eind juni-begin juli 1958, de grote wedstrijd van de combinatie worden, ondanks hun minder ideale voorbereidingen.

Joan veroverde de dressuurring en won vijf rubrieken, waaronder de felbegeerde Grand Prix van Aken, voor de Duitse topruiters. Het was niets minder dan een kleine sensatie toen in de hoofdrijbaan het Britse volkslied gespeeld werd. Dit stimuleerde de kleine groep Britse dames die de hogere dressuur gepassioneerd volgden met hun paarden, om ervoor te gaan en internationale wedstrijden te gaan rijden.


Lars Sederholm & Alison Oliver
Tijdens het CHIO Aken in 1958 ontmoette Joan ook een jongeman uit Zweden: Lars Sederholm, die de meereizende groom was van Henri St.Cyr, de Zweedse viervoudig olympisch kampioen. Sederholm verlangde ernaar om trainer te worden in het thuisland van de paardensport. De vier jaar die volgden, werkte Lars, die wellicht de meest bekende eventingcoach van zijn tijd zou worden, bij de stallen van Joan Gold in Warfield. Daarna vertrok hij in 1962 naar de Waterstock House Traing Centre van de familie van zijn toekomstige vrouw Diana. Hij ontwikkelde dat in de daaropvolgende decennia tot een wereldberoemde trainingsstal.

In de tijd dat Lars Sederholm werkte bij de stallen van Gold, werd hij vergezeld door de nog jonge Alison Oliver, die na het vertrek van Sederholm de stallen ging runnen. Vanaf 1967 werd Alison Oliver beroemd als de trainer van prinses Anne.


Trainer
Toen de carrière van Joan Gold als wedstrijdamazone ten einde kwam, hielp ze ruimhartig talentvolle jonge mensen verder te komen in de dressuursport.

Onder hen was David Hunt, die tegenwoordig een van de Britse top dressuurtrainers is. Eind jaren ’60 ging hij in eerste instantie als stagiair naar Alison Oliver, en werd toen gegrepen door de dressuur door te kijken hoe Joan haar twee dressuurpaarden trainde. Die paarden hield ze in die tijd nog steeds zelf aan.

“Joan was een geweldige vrouw”, vertelt David aan Eurodressage. “Ze liet de paarden dansen ik raakte meer en meer gefascineerd door dressuur. Toen ik in mijn twintiger jaren was, liet Joan mij rijden op haar Grand Prix-paard Roman Holiday en hield toezicht tijdens onze training. Dat was een geweldige kans voor mij. Ik had enkele van die ‘aha!’-momenten, die je nodig hebt als je jong bent en nog betrekkelijk nieuw in de sport”.

Jennie Loriston-Clarke, meervoudig Brits olympisch dressuurruiter, fokker met een visie en voormalig I-jurylid, haalde Joan aan in haar dressuurhandleiding ‘Dressage Riding’. Ze vertelt hierin hoe dankbaar ze als jonge, aanstormende dressuuramazone was toen Joan Gold haar toestond om haar hulpen voor de vliegende wissels te verfijnen op Gay Gordon, de kampioen uit Aken die inmiddels met pensioen was.


Internationaal jurylid, Chef D’Equipe
In de jaren ’60 kwam Joan Gold nog steeds internationaal uit op wedstrijden, eerst met Gay Gordon en later met haar tweede volbloed Roman Holiday. In die tijd kwam haar tweede loopbaan, als internationaal jurylid en trainer, steeds meer tot ontwikkeling en ze was dan ook niet minder dan een inspiratiebron op die twee gebieden. Bovendien was Joan Gold in haar langlopende carrière ook chef d’equipe en selecteur voor British Dressage.

In de jaren ’60 stond de opleiding van internationale juryleden nog in de kinderschoenen, maar toen de eerste opleiding plaatsvond op de Cavalry School in Bern, was Joan daar ook. Haar carrière als internationaal jurylid duurde totdat ze 70 werd, dat was toen de leeftijdsgrens. Wel bleef ze nationaal jureren, en ze moedigde anderen aan om in haar voetsporen als jurylid te treden. Onder hen die ze motiveerde, waren ook de olympische juryleden Stephen Clarke en Andrew Gardner.

In de jaren ’80 was Gold erg actief als jurylid bij de Haig International Dressage Cup, een serie die in 1982 werd geïntroduceerd door de FEI om zo de populariteit van de discipline wereldwijd op te krikken. Niet-Europese landen, onderverdeeld in gebieden, konden deelnemen op Prix St.Georges- of het iets lagere elementary-niveau en kregen de dag na de wedstrijd een clinic met de internationale juryleden.

In een interview dat ze in april 1992 gaf aan het Britse tijdschrift ‘Dressage’, vertelde Gold dat zij “als jurylid het jammer vindt dat zoveel ruiters er niet in slagen om een gesprek te voeren tussen hun handen en de mond van het paard. De handen kunnen voelen wat het paard voelt, en andersom”.

Toen haar in hetzelfde interview gevraagd werd wat het grootste compliment was dat ze ooit had gekregen, antwoordde Gold: “iemand zei ooit: ‘ik vond het geweldig om naar je te kijken, want je rijdt met je ziel’”. Een compliment dat ook Ruth Klimke deelde. Zij is de weduwe van Dr. Reiner Klimke, die tegen Gold reed bij wedstrijden en later ook samen met haar jureerde. “Ik hou van de herinneringen aan de Joan die ik in Aken zag, en op verschillende andere wedstrijden waar wij kwamen. Hoe zij zich inleefde in haar paard, dat raakte mij. Joan was echt een aanbeden verpersoonlijking van de dressuur”, vertelt Ruth aan Eurodressage.

Van de dressuur als een door haar paardrijdende landgenoten behoorlijk genegeerde discipline in de tijd dat zij voor het eerst in de jaren ’30 op het vasteland wedstrijden ging rijden, tot de Britse ruiters die hun eerste internationale medailles wonnen, is het de recent overleden amazone die in verschillende functies de ontwikkeling van de Britse dressuursport heeft begeleid en een stempel op deze geweldige ontwikkelingen gedrukt heeft, gedurende slechts enkele decennia.

Als een prachtig voorbeeld van de klassieke dressuur was Joan Gold een inspiratie voor velen. Moge alles wat ze in haar leven heeft bereikt, nooit vergeten worden!


Afbeelding