Algemeen

Equitom is een Belgische paardenkliniek. Zij zijn gespecialiseerd in paardenchirurgie en bieden een brede waaier aan medische diensten: chirurgie, inwendige ziekten, orthopedie, medische beeldvorming en revalidatie. Ze hebben verschillende diagnostische mogelijkheden, met inbegrip van radiografie, echografie, endoscopie (statisch en dynamisch), MRI, CT en scintigrafie. Zij delen regelmatig interessante cases op sociale media. Dit zijn veelal bijzondere situaties, die je normaal gesproken niet bij een normale dierenkliniek tegen zult komen. Wij zullen één keer per maand een case met jullie delen. Deze keer gaat het over Equine Influenza.
Equine Influenza is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen en treft elk jaar weer vele paarden. Regelmatig vaccineren en vroeg herkennen van de ziekte kan helpen om je paard te beschermen en verspreiding van het virus te voorkomen.
Equine Influenza opsporen
Equine Influenza is een zeer besmettelijke virusziekte bij paarden. Deze wordt vooral gekenmerkt door luchtwegklachten. De veroorzaker is het Equine Influenza Virus (EIV). Het is cruciaal voor paardeneigenaren, trainers en dierenartsen om de aard van Equine Influenza, het verloop van de ziekte en de behandelmethoden te begrijpen.
Het virus in het paard
Equine Influenza wordt vooral veroorzaakt door twee stammen van het virus: H3N8 en H7N7. Het virus behoort tot de familie van de Orthomyzzoviridae. Hieronder vallen verschillende virussen die verantwoordelijk zij voor het verspreiden van luchtweginfecties bij verschillende diersoorten. Het virus kan zich door zijn hoge overdraagbaarheid snel verspreiden in daarvoor vatbare populaties.
Klinische symptomen van Equine Influenza openbaren zich normaal gesproken één tot drie dagen na besmetting. Zieke paarden laten vaak de volgende symptomen zien:
- een droge, zware hoest
- neusuitvloeiing
- algehele malaise
Ze kunnen ook een verminderde eetlust hebben en minder goed presteren. Equine Influenza is zelden fataal, maar het kan wel leiden tot heftige complicaties bij jonge paarden of dieren met een verminderde weerstand.
Besmettingsbronnen
Paarden kunnen op verschillende manieren besmet raken met Equine Influenza. De belangrijkste bronnen van besmetting zijn via de neusuitvloeiing van een besmet paard, direct contact met een besmet paard of via oppervlakken die in contact zijn geweest met een besmet paard. Denk hierbij aan paardenspullen, de stal, handen en schoenen van de eigenaar enzovoorts.
Op drukke plekken, waar stress en slechte ventilatie invloed hebben op het immuunsysteem van het paard, neemt de kans op een uitbraak significant toe.
Paarden die naar evenementen gaan, of die in contact komen met nieuwe stalgenoten, lopen ook kans dit te krijgen. Dit benadrukt het belang van het nemen van effectieve beschermingsmaatregelen tegen ziekteverwekkers.
Het is essentieel om altijd persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken als je een paard met influenza verzorgt en een quarantaine instelt voor nieuwkomers, om zo te voorkomen dat je de ziekte verspreid naar andere paarden.
Effectieve behandelmethoden
De behandeling van Equine Influenza focust zich vooral op ondersteunende zorg. Er is namelijk geen specifieke antivirale behandeling voor gebruik bij paarden. Maar er zijn wel dingen waar je op kunt letten in de zorg voor een besmet paard.
Rust en isolatie: besmette paarden moeten worden geïsoleerd van gezonde paarden om te voorkomen dat de besmetting zich verspreidt.
Hydratatie en voeding: het is van vitaal belang dat het paard gehydrateerd blijft. Zorg altijd voor toegang tot schoon water en voer van goede kwaliteit kan helpen voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen.
Denk eraan: 1 dag koorts = 1 week rust!
Symptomatische behandeling: er kunnen antipyretica (koortsremmers) en ontstekingsremmers worden toegediend, om de koorts te verlagen en het ongemak te verminderen. Idealiter moet twee tot drie keer per dag de lichaamstemperatuur van het zieke paard worden gecontroleerd. Als het paard flink hoest, kan er een hoestonderdrukkend medicijn gegeven worden.
Monitoren op complicaties: het is essentieel om het zieke paard regelmatig te checken op tekenen van secundaire infecties, ademnood of andere belangrijke veranderingen in gedrag of eetlust.
Veterinaire zorg: in ernstige gevallen of bij paarden die niet reageren op de gebruikelijke zorg, is ingrijpen van de dierenarts nodig. Dierenartsen kunnen aanvullende medicijnen geven of kijken of er intensievere zorg nodig is.
De rol van vaccinaties
Vaccineren tegen Equine Influenza vermindert significant het risico op besmetting, maar ook de heftigheid van de symptomen, als een gevaccineerd paard besmet raakt. Vaccinaties zorgen niet voor een complete immuniteit, maar ze helpen wel het paard te beschermen tegen heftigere symptomen van de ziekte. Het verkleint ook de risico’s van het verspreiden van het virus en beschermt paarden die niet gevaccineerd kunnen worden, omdat zij te jong, te oud of ziek zijn.
De effectiviteit van het vaccin kan variëren, afhankelijk van welke stam van het virus rondgaat in de populatie. Het is essentieel dat vaccinaties up-to-date zijn en matchen met de stammen die op dat moment heersen.
Het juiste vaccin kiezen
Geïnactiveerd vaccin: deze vaccinaties bevatten gedode versies van het Equine Influenza Virus. Deze stimuleren het immuunsysteem om te reageren, maar zonder de ziekte te veroorzaken. Geïnactiveerde vaccins worden bij paarden het vaakst gebruikt.
Vaccins met levende, verzwakte virussen: deze bevatten een verzwakte vorm van het virus, dat zich kan vermenigvuldigen in het paardenlichaam, maar het dier niet ziek kunnen maken. Deze zorgen normaal gesproken voor een sterker immuunsysteem en een snellere bescherming, maar worden vanwege zorgen omtrent de veiligheid niet heel veel gebruikt.
Recombinante vaccins: deze vaccinaties maken gebruik van genetisch gemanipuleerde componenten van het virus om zo een immuunreactie uit te lokken. Ze bieden een snelle bescherming en worden over het algemeen als veilig beschouwd.