Sport

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
Afgelopen juni werd het NK Working Equitation (WE) verreden in Someren. Een van de deelnemers was Bodien Grijpstra. Zij deed het niet onverdienstelijk: met Fronie werd ze Nederlands kampioen in de WE2, en met Matsje werd ze derde in diezelfde klasse. Dit was voor de Bokt Nieuwsredactie aanleiding om Bodien een aantal vragen te stellen. Hieronder kan je lezen hoe ze zich op het NK heeft voorbereid, hoe ze het NK heeft beleefd en ze legt uit wat WE nu eigenlijk is.
* Kan je jezelf en je paarden voorstellen?
Hallo! Ik ben Bodien Grijpstra. Samen met de Friese merries Fronie BV en Matsje BV rijd ik Working Equitation. Fronie en Matsje zijn beide stermerries en nakomelingen van de hengst Gjalt 426. Ze zijn gefokt door Bareld en Jenny Veenstra. We wonen in het Groningse Westerkwartier. Hier woon ik samen met mijn vriend Martijn en onze dieren. Mijn ouders wonen naast ons en dat is heel gezellig, maar ook hartstikke handig met de verzorging van de paarden. Naast Fronie en Mats hebben we onze pony’s, Fronie haar dochter Védra (v. Elias 494) en Rocksted (v. Stedinger), waar ik Grand Prix dressuur mee rijd. Een gezellige beestenboel! Onze paarden zijn mijn grote passie en hobby. Daarnaast sta ik voor de klas. Ik geef Nederlands en ben decaan in het voortgezet onderwijs. Een prachtige combinatie!
Met mijn Friese merries ben ik twee keer Nederlands kampioen Working Equitation geworden. In juni 2022 werd ik met Matsje BV Kampioen Working Equitation in de klasse WE0, en in juni 2023 werd ik met haar zus Fronie BV Kampioen in de WE2 en won ik met Matsje brons in deze klasse.
* Kun je iets vertellen over WE? Wat is het, wat houdt het in en waar kun je dit beoefenen?
Working Equitation is, zoals de naam al zegt, werken met paarden. Het is ontstaan vanuit het werken met de paarden op het land in de Zuid-Europese landen. Tijdens het werk kwamen de boeren obstakels tegen zoals een brug, hek of een sprong. Ook moesten ze slalommend om bomen heen, voorwerpen optillen of verplaatsen of vee bijeendrijven in een round pen. Dit allemaal vanaf de rug van het paard. Deze obstakels zien we terug in de zogenaamde stijltrail, een van de onderdelen van de Working Equitation. De andere onderdelen zijn de dressuurproef en de speedtrail. Sommige wedstrijden bieden ook een runderonderdeel aan, waarbij je te paard een koe uit de kudde haalt. Dit is nuttig om het dier bijvoorbeeld medicatie te kunnen toedienen. De runderproef staat los van het Nederlands Kampioenschap en is geen verplicht onderdeel. Om hieraan te mogen deelnemen, dien je eerst een rundercertificaat te halen.
Wereldwijd zie je de sport Working Equitation steeds populairder worden, ook Nederland telt steeds meer ‘workers’. Inmiddels kun je overal in Nederland clinics rijden en er zijn ook steeds meer wedstrijden. Op de website https://www.workingequitationholland.nl kun je zien wanneer er wedstrijden bij jou in de buurt zijn.
Een wedstrijd Working Equitation bestaat uit verschillende onderdelen. Je rijdt eerst de je dressuurproef, die proeven zijn vergelijkbaar met de KNHS-dressuuproeven. Daarna volgt de stijltrail. Hier rijd je verschillende obstakels en je wordt beoordeeld op het correcte rijden, waarbij dressuur wederom de basis is, dus netjes nageeflijk, stelling en buiging, onbeweeglijk halthouden, vloeiende overgangen, houding en zit van de ruiter enzovoorts.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
Er zijn vijf niveaus waarin je kunt uitkomen. De laagste klasse, de WE0, bestaat uit een dressuurproef op ongeveer B-niveau en een stijltrail waarbij je alles in stap en draf rijdt. Bij niveau WE1 is je dressuurproef op L2-niveau. De proef bevat wijken, achterwaarts, verruimingen en diverse figuren. In de stijltrail rijd je tussen de obstakels in galop, de overgangen naar stap mag je rijden via de draf. Niveau WE2 heeft een dressuurproef die vergelijkbaar is met de Z-dressuur van de KNHS. De stijltrail rijd je in galop met eenvoudige galopwissels. Vanaf deze klasse rijd je een derde onderdeel, namelijk de speedtrail. Hierbij rijd je (een aantal hindernissen uit) de stijltrail op snelheid. Als je fouten maakt in je speedtrail, krijg je seconden bij je tijd op. Eigenlijk als een barrage bij het springen.
De dressuurproef van de WE3 komt overeen met subtopniveau. Je rijdt meerdere vliegende galopwissels achter elkaar, maakt galoppirouettes, verruimingen en verzamelen, maar ook bijvoorbeeld pirouettes in de stap. In de stijltrail rijd je het parcours in galop met vliegende galopwissels. Ook rij je hier een speedtrail. Bij de WE4, masterniveau, rijd je vergelijkbare onderdelen als de WE3, maar dan alles met slechts één hand. Je paard moet dus heel goed bestuurbaar zijn met je zit. Een enorme uitdaging.
Je mag zelf weten welk niveau je start. Er is geen winst- of verliespuntenregeling. De jury kan je echter wel adviseren om een niveau hoger of lager te starten. Op de wedstrijd ga je samen met de jury het parcours lopen, de jury geeft uitleg en je mag ook vragen stellen. Je hoeft niet lid te zijn van een vereniging of een startpas te hebben, iedereen mag zich inschrijven voor een wedstrijd. Het is wel aan te raden om je paard aan de obstakels te laten wennen tijdens WE-clinics, zodat je voorbereid op wedstrijd komt.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
* Hoe ben je met WE in aanraking gekomen?
Eigenlijk ben ik per toeval in aanraking gekomen met Working Equitation, nu bijna 1,5 jaar geleden. In 2022 kreeg ik kanker en als gevolg van de behandelingen kwam ik thuis te zitten. Letterlijk zitten, want ik verloor veel spierkracht en had enorm veel pijn in mijn rug en benen. De chemotherapie ontnam bovendien al mijn energie. Lopen en paardrijden werd erg moeilijk, en galopperen lukte helemaal niet meer. Mijn wereldje werd erg klein.
Scrollen op Facebook werd mijn nieuwe tijdverdrijf en daar kwam ik een oproep tegen van een oud-clubgenootje. Zij bood haar plekje in een clinic Working Equitation van Ton Duivenvoorden aan, voor diezelfde dag. Dit leek mij en m’n vriend een mooi uitje! Desnoods zou ik alleen stappen, maar we waren wel weer even op pad met m’n paard. De clinic was zo leuk, dat we ons meer zijn gaan verdiepen in de WE. We kwamen erachter dat het laagste niveau weinig galop bevatte en daardoor misschien wel haalbaar was voor mij. Zo ontstond een nieuw doel, iets om naartoe te werken. Een lichtpuntje tijdens de zware behandelingen.
Na de clinic van Ton werd ik enthousiast gemaakt door Sabien Zwaga en Hiske Kuipers, die al langer aan WE doen, en om meer te leren over de sport, ben ik lessen gaan nemen bij Hester Bisschot, Marco Boavista, Gemma Nienhuis en Dave Erkamp. Daarnaast heb ik veel geleerd van Thea Smits. Iedereen in de Working Equitation is erg behulpzaam. Dat zorgt ook altijd voor een goede sfeer op de wedstrijden. Deelnemers helpen elkaar, moedigen elkaar aan, maar strijden in de ring voor de titel.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
* Is WE geschikt voor alle paarden- en ponyrassen, of zijn er rassen die minder geschikt zijn?
Je kunt met elk pony- of paardenras Working Equitation rijden. Op de wedstrijden zie je ook allerlei soorten paarden en pony’s voorbijkomen. Het belangrijkste is de band die je met je paard hebt. Alles draait om vertrouwen en harmonie. Het paard moet het voor je willen doen, je kunt niets afdwingen. Dat vind ik ook juist zo mooi aan WE.
Elk ras heeft zijn eigen kwaliteiten. Als je die als ruiter handig inzet, kun je met elk ras ver komen. Van oudsher zie je veel Iberische paarden zoals Lusitano’s en PRE’s in de Working Equitation. Deze paarden zijn er uitermate geschikt voor. Ze zijn dapper, snel, wendbaar, kunnen goed galopperen en hebben bovendien veel uithoudingsvermogen.
Zelf rijd ik Working Equitation met Friese paarden. Een ras dat je misschien niet direct zou verwachten bij de WE, maar ze zijn er ook heel geschikt voor. Friese paarden zijn betrouwbaar, stralen rust uit, zijn sierlijk en gaan voor hun ruiter door het vuur. Hele goede eigenschappen voor een Working-paard. Ik zie het liefst een Fries die goed kan galopperen, uithoudingsvermogen heeft en wendbaar is. Je hebt lenigheid en snelheid nodig, maar bovenal een goed karakter. Daar blinken Friezen natuurlijk in uit.
Ik denk dat je de raskenmerken van je paard op de juiste manier moet inzetten om te scoren. Waar het ene paardenras sneller en wendbaarder is, bewaart het andere ras juist makkelijker de rust waardoor je minder snel fouten maakt. Kies dus vooral een paard dat bij jou past. Als je beste maatjes bent met je paard, kun je alles bereiken.
Doordat de Working Equitation uit verschillende onderdelen bestaat, heeft elk paardenras wel ergens voordelen. Dit maakt dat het spannend blijft tot het einde van de wedstrijd. Alles is mogelijk.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
* Hoe heb je jezelf en je paarden voorbereid op het NK?
Ter voorbereiden op het NK in Someren afgelopen juni, heb ik extra WE-lessen gevolgd, maar ook extra dressuurlessen bij mijn vaste trainer Marc Peter Spahn. Dressuur is de basis voor de WE. Hoe beter je paard dressuurmatig voor elkaar is, hoe makkelijker je ook de stijltrail rijdt. In de stijltrail word je namelijk ook beoordeeld op het dressuurmatig correct rijden. Je paard moet netjes nageeflijk zijn, de juiste stelling en buiging hebben, onbeweeglijk stilstaan, en vloeiende overgangen maken, maar ook de ruiter dient correct te zitten en op de juiste manier te rijden. Eigenlijk kun je het zien als een dressuurproef met obstakels in de baan. Het draait om vertrouwen, gehoorzaamheid en harmonie.
* Hoe ging het NK in zijn werk? Wat moest je allemaal kunnen en laten zien?
Het NK in Someren werd verreden over meerdere dagen. Op woensdag arriveerde ik met m’n paarden. Zo konden ze even wennen aan hun nieuwe box en nieuwe omgeving. Op vrijdag hadden we ons eerste onderdeel, dat was de dressuur. Ik startte Fronie en Mats beide in de klasse WE2. Mijn beide merries deden goed hun best tijdens de dressuurproef en dit resulteerde in hele mooie punten! De punten werden snel na de proef bekend gemaakt en tot mijn verbazing waren stond ik met Fronie op de 1e plaats en met Mats op plek 2. Een mooi uitgangspunt voor de dagen die volgden!
Zaterdag was het tijd voor de stijltrail. De stijltrail mag je eerst verkennen zonder paard, net als bij een springwedstrijd. De jury loopt mee om nog dingen uit te leggen en je kunt je vragen stellen. De startvolgorde is omgekeerd aan de klassering van de vorige dag. Dus degene die als 1e eindigde bij de dressuur, mag in het volgende onderdeel als laatste starten. Fronie mocht dus als laatste, maar omdat ik niet 2 paarden direct achter elkaar kon rijden, mocht ik met Matsje als 1e starten. Het was een pittige trail, die direct al met de garrocha begon. Ook stond er een sprong in, de roundpen, de slalom in galop met eenvoudige wissels, een hek, de traversbalk en nog een aantal obstakels. Helaas had ik met Mats een paar foutjes, waardoor ze zakte in het klassement. Fronie ging erg goed en haalde de 3e plaats in de stijltrail. Hiermee stond ze nog steeds 1e in het tussenklassement.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
Op zondag was de speedtrail, een onderdeel waar ik nog niet zoveel ervaring mee had. Tijdens de speedtrail rijd je een aantal obstakels van de stijltrail en probeer je zo snel mogelijk en natuurlijk foutloos te rijden. Ik mocht als eerste met Mats aan de start komen. Mats haar draf is enorm goed, beter dan haar galop. Ze vindt draven ook veel leuker. De meeste ruiters rijden de speedtrail in galop, maar Mats doet het liever in draf. Meestal laat ik Mats gewoon kiezen. In draf kan ze hele korte bochten draaien, en dat is sneller dan grotere bochten maken in galop. Mats liep een foutloze speedtrail, dus we kregen er geen strafsecondes bij. Ik was echt mega trots op haar. Ze vond het zelf ook enorm leuk om te doen, Mats gaat het liefst lekker hard. Na Mats had ik direct Fronie opgezadeld, haar mocht ik weer als laatste van de rubriek starten. Toen kwam de zenuwen wel. Ik zag de andere ruiters, met hun Lusitano’s en warmbloeden, erg snel gaan. Maar eenmaal geconcentreerd aan het losrijden, kon ik dat wel weer loslaten. Alle focus op Fronie en gaan voor onze eigen ronde. Fronie voelde heel goed aan. Zij is een Fries met een goede galop, dus met haar leg ik de trail het liefst af in galop. Ze was goed aan de hulpen, draaide snel, en bleef ook foutloos! Ik hoorde al van mensen langs de kant dat we echt snel gingen, sneller dan ze hadden verwacht van een Fries, maar toen de tijden bekend werden gemaakt, kon ik het eerste even in niet geloven. Mijn twee Friese merries waren nummer 1 en 2 tijdens de speedtrail! Mats met haar draf was de allersnelste en Fronie volgde daar achtergaan. Dit betekende dat Fronie haar koppositie behield en kampioen werd, en Mats weer terug omhoog klom in het klassement en op een hele mooie 3e plaats eindigde van de 14 deelnemers. Echt zo mega trots op mijn lieve merries!!
* Hoe hebben jullie het NK beleefd?
Het was geweldig! De sfeer is heel goed op de WE wedstrijden. Mensen helpen elkaar en wensen elkaar succes, maar in de ging is ieder fanatiek voor zichzelf. Dit jaar deden er 74 deelnemers mee aan het NK WE. Nog niet eerder waren er zoveel ruiters, dat laat zien dat de sport echt in opkomst is.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
* Hoe heb je je paard voor Working Equitation opgeleid?
Dressuur is echt de basis. Daar steek ik veel tijd in met mijn paarden. Dit heb ik voornamelijk geleerd van Jan Enne Kloosterboer, Jenny Veenstra en Marc Peter Spahn. Vanuit rust en vertrouwen probeer ik mijn paarden zo goed mogelijk op te leiden. Met Fronie heb ik ZZ-dressuur gereden. Daarna heeft ze een veulentje gekregen. Met Mats rijd ik Z-dressuur. Toen we de WE ontdekten, hadden we dus al een mooie dressuurmatige basis. Ook maak ik regelmatig buitenritten, waardoor mijn paarden al veel hebben gezien en ook over een brug durven lopen. Dit scheelt natuurlijk enorm. Fronie en Mats hoefden alleen de verschillende obstakels te leren, en we konden zo meedoen.
Ik rijd nu ook een jonge merrie, Maike BV, en met haar ga ik het waarschijnlijk precies andersom doen. De eerste dag dat Maike bij mij op stal kwam, hebben we direct al aan de hand een WE-parcoursje gelopen. Zo went ze mooi aan spannende objecten. Ik mag zelf pas vanaf de L2 dressuurwedstrijden met haar starten, maar ik denk dat ik haar al eerder in de WE start. Zo kan ze rustig wedstrijdervaring opdoen en enorm dapper worden. Sommige paarden moeten eraan wennen dat er obstakels in de rijbaan staan, maar ik denk dat Maike er straks aan moet wennen dat de ring helemaal leeg is tijdens een dressuurwedstrijd.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink
* Welke doelen heb je nog met je paarden?
Ik maak niet echt lange termijndoelen. Alles loopt toch vaak anders dan je hoopt of verwacht. Ik heb wel dromen. Zo zou ik heel graag WE4, masterniveau, rijden met een Fries paard. Dus de dressuurproef met vliegende wissels en pirouettes en ook de trails allemaal eenhandig rijden. Dit lijkt mij de ultieme samenwerking tussen paard en ruiter.
Met Matsje ben ik nu veel aan het mennen. Zij gaat straks weer terug naar haar eigenaar en fokker Bareld Veenstra en Ali de Raaf, zij gaan met haar verder in het mennen. Ik krijg dan een 3-jarige Fries op stal, Simone BV (v. Elias), haar hoop ik weer op leiden voor zowel de dressuur als de Working Equitation.
* Wat wil je nog kwijt aan de Bokkers?
Als het je leuk lijkt om eens Working Equitaton te proberen, ga het dan gewoon doen! Sommige mensen denken dat hun paard te bang is, maar juist door kleine stapjes te nemen groeit het vertrouwen van je paard, maar ook het vertrouwen tussen paard en ruiter. Begin klein en simpel. Met een paar emmers kun je al een slalom maken en een steel van een bezem kan eerst prima door als garrocha. Wees lekker creatief en vindingrijk en je hebt zo een leuke trail in je bak staan. Geef je paard vooral de tijd om eraan te wennen. Niet door er eindeloos langs te rijden of je paard langs de obstakels te dwingen, maar juist lekker je paard aan het werk zetten, zelf niet naar de obstakels kijken en belonen wat goed gaat. Je hebt er namelijk veel meer aan om je paard te belonen voor wat hij goed doet (ook al vind jij het heel normaal), dan je paard te corrigeren voor wat fout gaat. Vanuit plezier en vertrouwen gaat je paard uiteindelijk alles voor je doen en word je een twee-eenheid.

Bodien Grijpstra en Fronie. Foto: Karin Sevink