Fokkerij
Afbeelding ter illustratie. Foto: Renate Zuidema Fotografie
Het KFPS wil in samenwerking met Wageningen University & Research en het Dr. van Haeringen Laboratorium een database met DNA-informatie en status van erfelijke gebreken in de populatie opzetten, voor het maken van een genetisch management plan. Dit plan heeft als doel selectie tegen erfelijke gebreken, nieuwe gebreken voorkomen en tegelijkertijd de genetische diversiteit te behouden, zo werd duidelijk op de eerste themabijeenkomst op donderdag 17 november in Leeuwarden.
DNA-bepaling bij volgend jaar geboren veulens
Zo’n 150 KFPS-leden kwamen naar Leeuwarden, waar stoelen werden bijgezet om de geïnteresseerde leden te ontvangen voor uitleg van het onderzoek ‘Behoud van het Friese paard.’ "We hebben hetzelfde doel, hetzelfde goede doel: het Friese paard", opende KFPS voorzitter Tineke Schokker de avond. "We hopen dat we daar deze avond een stap in zetten." De eerste themabijeenkomst startte met de presentatie van het onderzoek dat het KFPS volgend jaar wil starten met het doen van een uitgebreid DNA-bepaling bij naar verwachting zo’n 3500 geboren veulens.
Genetische flessenhals: verlies aan variatie
Wageningen UR-onderzoekers Bart Ducro en Marije Steensma ontvouwden de plannen en de achtergrond. "Het Friese paard is in het verleden meerdere malen drastisch in populatiegrootte verminderd gevolgd door groei in de populatie. Dit zijn zogenoemde genetische flessenhalzen, waardoor de genetische variatie is vermindert", aldus Marije Steensma, die met haar vader een Friese fokmerrie heeft. "Zelf hebben we ook belang bij dit onderzoek rondom het Friese paard."
In combinatie met het gesloten karakter van het stamboek en het intensief gebruik van een beperkt aantal populaire hengsten, in het verleden en heden, ligt een te grote inteelttoename en kans op erfelijke gebreken op de loer. "De inteelttoename ligt op dit moment tussen de 0,5 en 1% en dat is lager dan de grenswaarde van 1% die door de FAO als ‘gevaarlijk’ wordt gezien. Desalniettemin is die inteelttoename nog steeds hoog en er is risico op het optreden van erfelijke gebreken", aldus Marije, die de aortaruptuur en slokdarmverlamming als voorbeelden noemde, maar ook maagruptuur en verminderde vruchtbaarheid aanstipte. "Elk mens en elk dier heeft ~3% fouten in de genen. Dat is geen probleem wanneer de ouders niet verwant zijn, maar zodra verwante ouders paren, is er sprake van inteelt en kans dat de dezelfde foutjes worden overgeërfd. Dit kan leiden tot het optreden van erfelijke gebreken."
Onderzoek in Amerika
Bij een aantal erfelijke problemen lijkt het erop dat het om een bindweefselprobleem gaat, oftewel een collageen probleem. In Amerika doen de Fenway Foundation en de Universiteit van Kentucky hier onderzoek naar. Het onderzoek dat Wageningen UR uitvoert, focust op het in kaart brengen van de ‘genetische landkaart’ van het Friese paard om zo goed helder te krijgen wat de status is van de huidige genetische diversiteit, de erfelijke afwijkingen de frequenties en relaties daarvan. Het vinden van ‘eenvoudige’ DNA-tests, zoals voor waterhoofd en dwerg-gen, is echter niet vanzelfsprekend, gaf Marije aan. "Met die DNA-test kunnen we risicoparingen vermijden en blijven ook dragerpaarden nog goed bruikbaar voor de fokkerij." Bij de andere erfelijke gebreken, zoals slokdarmverwijding, is het onderzoek naar de genetische achtergrond door de Fenway Foundation en Universiteit van Kentucky nog in volle gang. "Het kan moeilijker zijn omdat we nog niet weten of ze via een enkelvoudig gen overerven of dat meerdere genen hierbij een rol spelen."
Wereldwijd uniek onderzoek
Het KFPS gaat haar leden vragen in te stemmen met het opnemen van deze DNA-test voor alle veulens vanaf 2023. Daarbij spitst het onderzoek zich toe tot vier stappen. Met de zogenaamde 80K SNP-test, waarbij 80.000 baseparen op het genoom worden afgelezen, om zo de genetische diversiteit te bepalen, gevolgd door het ontwikkelen van een ras-specifiek referentiegenoom. "Het Friese paard lijkt op geen enkel ander paard", lichtte Marije toe. Een eigen ‘mal’ is belangrijk om andere genomen van individuele Friese paarden mee te kunnen vergelijken. "Dit is wereldwijd uniek onderzoek. Er zijn meer rassen die met erfelijke gebreken te kampen hebben, maar die hebben nog geen onderzoek om dit probleem op te lossen en daarbij de genetische diversiteit te behouden."
Stap drie in het onderzoek is het detecteren van mogelijke verborgen lethale mutaties, oftewel de afwijkingen waaraan de dieren niet levensvatbaar zijn, zoals verworpen veulens. "Hoe meer dieren we genotyperen met de 80K SNP-test, hoe groter de kans is dat we iets vinden", voegde Marije toe, waarbij ze aangaf dat met al deze informatie de frequenties en relaties van bekende en verborgen gebreken in kaart te brengen zijn. "Daarmee kan je de prioriteit stellen op basis van de ernst en frequentie, met behoud van genetische diversiteit." Is een zuiver ras nog haalbaar? Stelde ze de vraag. "Dat is zeker het doel, maar daarbij stellen we ook de vraag wat kruisen zou kunnen bijdragen, het is een optie."
Drie Nederlandse en drie buitenlandse bijeenkomsten
Na de eerste bijeenkomt in Leeuwarden volgt er komende week nog een bijeenkomst in Zwolle en één in Eindhoven. Daarnaast krijgen de buitenlandse leden de presentatie in Engels en Duits via de livestream gepresenteerd. Uiteindelijk zal de ledenraad op vrijdag 25 november haar goedkeuring op de plannen moeten geven.
Het is nog mogelijk aan te sluiten bij de bijeenkomsten in Zwolle en Eindhoven. Aanmelden is wel gewenst via kantoor (0512 523888) of email: evelinevankooten@kfps.nl