Sport

Een stang en trens hoofdstel bij een Fries paard.
Foto: Amanda/Bokt Wiki
De International Dressage Riders Club (IDRC) en de International Dressage Trainers Club (IDTC) hebben gezamenlijk een brief geschreven aan de leden van de FEI-klankbordgroep en de leden van de Equine Ethics and Wellbeing Commission. Deze brief heeft een hoop discussie veroorzaakt.
Op 17 september werd deze brief geplaatst op de website van de IDRC, maar toen Horse & Hound vervolgens een artikel schreef met als titel "‘Controversial’ proposal around double bridles and spurs sparks debate," verwijderde de IDRC de brief weer snel van hun site.
Horse & Hound schreef dat de brief een reactie was op “een aantal aanbevelingen die de Equine Ethics and Wellbeing Commission in augustus aan de FEI deed om “intern over te discussiëren”. In deze aanbevelingen stond ook de mogelijkheid om de stang en trens optoming in de Grand Prix dressuur optioneel te maken, en sporen optioneel in alle FEI-disciplines”.
Hieronder is de originele gezamenlijke brief van de IDRC/IDTC te lezen. Eurodressage heeft sommige delen vetgedrukt, om de belangrijkste punten te benadrukken.
De gezamenlijke brief van de IDRC en de IDTC
“Geachte leden van de FEI-klankbordgroep en leden van de Equine Ethics and Wellbeing Commission,
Wij schrijven u uit naam van de International Dressage Riders Club and the International Dressage Trainers Club.
Wij hebben begrepen dat er een discussie is rondom het optioneel maken van de stang en trens de sporen in de Grand Prix-dressuurproeven. Wij vragen u met respect om de input van de belangrijkste belanghebbenden met betrekking tot dit voorstel, in overweging te nemen.
Het verzet tegen het stang en trens hoofdstel komt voort uit een gebrek aan inzicht over hoe en wanneer dit hoofdstel wordt gebruikt.
Het verkeerd gebruiken van dit hoofdstel kan inderdaad leiden tot dwang en verwondingen, maar dit kan ook met een trenshoofdstel, of welk ander bit dan ook, en zelfs met een hackamore. Om deze reden zijn er strenge regels omtrent welke bitten precies gebruikt mogen worden, maar ook over de lengte van de scharen, de maat van de tongboog et cetera. Aan het einde van elke proef wordt het paard nauwkeurig geïnspecteerd. Als er ook maar de minste verdenking is op een verwonding bij het paard, wordt deze gediskwalificeerd. Dit is een krachtige stimulans voor de ruiters om hun teugels op een verstandige manier te gebruiken.
De anatomie van het paard bepaalt het effect van de bit(ten) op het paard, maar ook het functioneren van de stang en trens, op diverse manieren. De trens zorgt voor de buiging en het trainen van de spieren, het stang en trens hoofdstel zorgt voor buiging van de lendenen. Dit maakt het mogelijk dat de schouders aanspannen om de houding en het draagvermogen te verbeteren. Dit leidt weer tot een paard dat beter in balans is en soepelheid tijdens de oefeningen die een grote mate van verzameling vragen. Het stang en trens hoofdstel helpt ruiters om de nauwkeurigheid van de hulpen te verbeteren en op een verfijnde manier met zijn paard te communiceren. Het dier ligt letterlijk “in de hand van de ruiter”, want de beweeglijkheid en de souplesse van de handen zijn het gevolg van een correcte houding en zit en een fijn vermogen tot aanvoelen. Dit getuigt van een hoog niveau van vaardigheid en training, en dat is vereist op wedstrijden op topniveau. Correct gebruik van het stang en trens hoofdstel getuigt van de ultieme deskundigheid.
Evenzo geven sporen de ruiter de mogelijkheid om subtiele en verfijnde beenhulpen te geven. En wederom zijn er momenteel belangrijke welzijnsnormen van kracht. Dit zijn specificaties aangaande het type spoor, de lengte van de tak, het type wieltje et cetera. Er zijn controles na elke proef en bij misbruik wordt er gestraft door middel van diskwalificatie.
Daarom geloven wij dat noch het stang en trens hoofdstel, noch sporen een gevaar vormen voor het welzijn van paarden en er bestaan voldoende controles om misbruik te voorkomen.
Deze twee onderdelen van de uitrusting optioneel maken, zou geen positieve invloed hebben op het welzijn van paarden.
Het is misschien verleidelijk om deze items optioneel te maken, als een “vredesoffer” naar de critici toe, in de hoop dat zij dan tevreden zijn, maar nog belangrijker is dat toegeven aan kritiek die ongefundeerd en onjuist is, praktisch en ethisch verkeerd is. Een regel toevoegen onder het mom van paardenwelzijn, terwijl deze geen positief effect hierop heeft, zou onoprecht en cynisch zijn. Het zou de geloofwaardigheid van de FEI, als zijnde een organisatie die zich laat leiden door principes en bewijzen, aantasten. Simpel gezegd zou het een irrationele beslissing zijn. En net als met de meeste compromissen over principes, zal het op de lange termijn een negatief effect hebben, het zou de ongefundeerde kritiek alleen maar bekrachtigen en dat zou nog meer ongerechtvaardigde aanvallen aanmoedigen.
Het is wellicht ongemakkelijk om deze ongefundeerde aanvallen te ondergaan, maar de enige echte verdediging is om vast te houden aan het gebruik van objectief wetenschappelijk bewijs om welzijnsregels vast te stellen. Dit is enige manier waarop de FEI zijn integriteit kan behouden en laten zien dat de organisatie goed bestuurd wordt. Verder dringen wij erop aan dat bij het overwegen van welzijnsmaatregelen de mogelijkheden worden overwogen in samenhang met alle disciplines van de FEI. De suggestie dat de ene discipline meer gecontroleerd moet worden op dierenwelzijn dan een andere, is misleidend en onjuist.
Dank u voor uw aandacht voor dit onderwerp. Als u nadere informatie wenst omtrent bitten en sporten, ontwerp, functie, effect op de paarden en het bewijzen van misbruik, voorzien wij u graag van meer gedetailleerde informatie.
Met vriendelijke groeten,
Linda Keenan, Secretary General International Dressage Trainers Club
Klaus Roeser, Secretary General International Dressage Riders Club
David Hunt, de voorzitter van de IDTC heeft in reactie op bovenstaande, aan de redactie van Horse & Hound een extra brief geschreven. Eurodressage publiceerde op zondag 9 oktober een artikel hierover:
David Hunt, de voorzitter van de International Dressage Trainers Club (IDTC), schreef een brief aan de redactie van Horse & Hound. Dit is een antwoord op de discussie die is aangezwengeld door de gezamenlijke brief van de IDRC/IDTC.
Op 17 september 2022 publiceerde de IDRC een gezamenlijke brief waarin de twee clubs, met gedeelde belangen, hun gezamenlijke mening gaven over een aantal aanbevelingen van de Equine Ethics and Wellbeing Commission. Deze aanbevelingen aan de FEI deden zij in augustus. Ze betreffen onder andere het optioneel maken van het stang en trens hoofdstel en sporen.
Op 30 september publiceerde Horse & Hound een artikel over dit ’controversiele’ voorstel rondom het stang en trens hoofdstel en de sporen. Hierdoor kwam de discussie in de openbaarheid.
David Hunt stuurde onderstaande brief aan de redactie van Horse & Hound:
Aan de redactie
Naar aanleiding van de reacties op de brief van de IDTC/IDRC aan de FEI Equine Ethics and Welfare Commission en het FEI-bestuur wil ik het standpunt van de IDTC verduidelijken.
1. Ons bezwaar tegen dit voorstel is gebaseerd op het “optionele” aspect hiervan. Dit voorstel is naar voren gebracht om het welzijn van paarden te bevorderen. Als iets als schadelijk wordt beschouwd, moet dit verboden worden. Een onderdeel van de uitrusting die mogelijk schadelijk kan zijn “optioneel” maken, doet niets aan het verbeteren van het welzijn. Dit is ‘nep’welzijn.
2. De mogelijkheid om met stang en trens te trainen en deze te gebruiken op wedstrijden, wordt traditioneel gezien als een indicatie van veel ervaring. Ruiters die wedstrijden rijden op het hoogste niveau worden beoordeeld op de juistheid van het contact. Er zit verschil in de werking van een trenshoofdstel of een stang en trens hoofdstel. Het is niet mogelijk om acceptatie van het stang en trens hoofdstel te beoordelen, totdat het paard hiermee loopt. Er kan worden besproken of dit criterium nog relevant of noodzakelijk is, kan worden besproken en wij willen graag deelnemen aan deze discussie. Ik benadruk hier graag dat dit een sportkwestie is, geen welzijnskwestie.
3. Regels voor het welzijn moeten gebaseerd zijn op wetenschappelijk bewijs. Welzijnskwesties en sportkwesties moeten niet met elkaar worden verward.
David Hunt
Voorzitter
International Dressage Trainers Club
