Sport

Ingrid Klimke en SAP Hale Bob OLD tijdens het
EK eventing 2021 in Avenches, Zwiterserland.
Foto: Richard Juilliart/ FEI/ Flickr
Dit artikel is geschreven door Sophie Baker voor de FEI. Sophie is een enthousiaste dressuuramazone, springt af en toe en schrijft over allerhande onderwerpen die met paarden en paardrijden te maken hebben.
Als er één ding zeker is over Ingrid Klimke, is het wel dat we er zeker van zijn dat er niets is wat zij niet kan. Van dressuurdiva tot superster in de eventing, zij maakt dat alles gemakkelijk lijkt. Als we haar een pijl en boog zouden geven, zou ze zeker ook uit gaan blinken in het boogschieten te paard!
Olympisch, wereld- en Europees kampioen Klimke wordt vaak geprezen om haar holistische benadering van training en haar vermogen om het beste uit totaal verschillende paarden te halen. Dus, waarom geven we jullie niet wat adviezen van de maestro zelf?
We hebben uren aan clinics en demo’s van Klimke bekeken, haar boeken doorgebladerd en artikelen van haar gelezen. Daar hebben we een aantal quotes, theorieën en observaties uit gehaald die jou kunnen helpen om je rijden naar een hoger niveau te tillen.
Hier is onze top negen met wijsheiden van Ingrid…
1. Doe altijd een goede warming up (en cooling down)
Dit is geen nieuw advies, maar als het goed genoeg is voor Ingrid Klimke is het ook goed genoeg voor ons! Klimke is er, net als Carl Hester, een groot voorstander van om eerst goed te stretchen voordat je de teugels oppakt en meer gaat vragen.
De tijd nemen om er zeker van te zijn dat je paard echt goed beweegt, los is en actief in de achterhand tijdens het stretchen, maakt de rest van het werk als verzamelen en goed opleidden zoveel makkelijker, zo zegt ze. Daar voegt ze aan toe dat een goede cooling down en stretchen het werk de volgende dag ook veel makkelijker maakt, je voorkomt dan extra stijfheid en spierpijn.
2. Gebruik balken en cavaletti
Als er iets is, waar Klimke om bekend staat, is het wel het gebruik van balken en cavaletti tijdens de dagelijkse training. Ze gebruikt ze voor alle paarden en zelfs tijdens clinics bij grote evenementen gebruikt ze balken.
Waarom? Niet alleen brengt dit variatie in de training, maar het helpt het paard ook om zijn natuurlijke gangen te ontwikkelen. Het maakt hem atletischer en handelbaarder. In de warming up kunnen ze waardevol zijn, ze helpen het paard om zijn de rug op te tillen en over de rug te bewegen als je losjes en relaxt over de balken rijdt.
3. Handen stil en naast elkaar
Dit is weer een advies dat je ongetwijfeld vaker hebt gehoord. Maar Klimke wijst vaak op het belang van een stille en rustige handhouding, dit zorgt voor een elastische verbinding met de paardenmond.
Het gebruiken van je vuist in plaats van je hele arm en door je handen bij elkaar en dicht bij de schoft te houden helpt je om je paard tussen je hand en je been te houden. Dit noemt ze vaak.
Voor we verder gaan naar nummer vier, kijken we eerst naar Ingrid op haar best!
4. Laat je stijgbeugels soms eens achterwege
Klimke benoemt dat om echt goed rechtop te leren zitten, vooral in de overgangen, zij soms zonder stijgbeugels rijdt. We hebben allemaal wel eens de vliegende wissels of de tempowisselingen gezien waarbij het paard van links naar rechts beweegt in plaats van gelijkmatig vanuit de achterhand te komen en recht te blijven. Dit wordt vaak veroorzaakt of verergerd door de ruiter.
Zonder stijgbeugels is het moeilijker om je zit lichter te maken, je schrap te zetten of rond te bewegen in je zadel. In plaats daarvan is het een aanmoediging om mee te gaan met de beweging, goed in balans te zitten en je bovenlichaam groot te houden.
5. Hou je buitenteugel erbij
Als je de druk wilt verminderen of de teugel wat wilt loslaten, doe dat dan met je binnenteugel. Om contact te houden met je paard en het dier bij elkaar te houden, moet je hem van je binnenbeen richting je buitenteugel rijden.
Contact houden met de buitenteugel is datgene dat je helpt om je paard te leiden in de lengte van het frame, het tempo en de buiging.
6. Herken het karakter van elk paard
Onder het zadel van Klimke lijken zoveel totaal verschillende paarden op supersterren. Volgens haar is elk paard een individu met een eigen karakter – en dat karakter zou niet door scholing onder controle gehouden of onderdrukt moeten worden, maar juist gerespecteerd.
Als iets niet werkt voor dat ene specifieke paard, is het essentieel om je benadering aan te passen. Denk aan de manier waarop je de hulpen geeft of andere hulpmiddelen gebruikt, om het eenvoudiger te maken voor je paard om jou een volmondig “ja”’ te geven wanneer je iets vraagt.
7. Het omgaan met een bok
Hou het hoofd van het paard hoog. Klimke vertelt dat het voor een paard moeilijk is om “de achterkant omhoog te gooien” als het hoofd ook het hoogste punt is.
Voordat we verder gaan met nummer 8 kijken we eerst even naar Ingrid in de dressuurring…
8. Eventers en springpaarden kunnen nooit te veel dressuur lopen
Klimke zegt altijd dat basis voor goed springen ligt in het vermogen om te verzamelen, te strekken en goed te draaien. Als het paard rustig kan blijven staan en kalm en rustig reageert als je van een rengalop naar gewone galop wilt, in bijvoorbeeld een cross-country parcours, wordt jouw werk al een stuk makkelijker.
Veel dressuurwerk doen helpt om balans en nauwkeurigheid te ontwikkelen, het maakt het paard ook fitter en sterker.
9. Als je een in-uitje neemt, laat het paard het dan zelf uitzoeken
Het springen van een klein parcours of een in-uitje is een geweldige manier om het zelfvertrouwen van het paard op te bouwen. Ook helpt het hem zijn techniek te verbeteren. Het is ook een goed moment voor de ruiter om op zijn eigen houding te focussen.
Klimke zegt dat zij het paard alleen goed aanrijdt naar de eerste hindernis van het in-uitje en dan is het “de taak van het paard”. Waarom? Volgens haar hebben paard en ruiter een goed partnerschap als zij beiden hun verantwoordelijkheid nemen. Dus als zij het paard leidt (en hem ook volgt!), wil ze ook dat het dier voor zichzelf denkt en zelf beslissingen neemt.