Sport

Afbeelding ter illustratie. Foto Richard Juilliart/ FEI/ Flickr
De Duitser Thomas Baur is deze week gastcolumnist bij Eurodressage.com. Hij is de wedstrijddirecteur van het Global Dressage Festival in Wellington, en van vele CDI’s in De USA en Europa. Hij is voormalig vicevoorzitter van de International (Equestrian) Event Organizers Association (IEOA) en was lid van de FEI-dressuurcommissie, als afgevaardigde namens de wedstrijdorganisaties. Onderstaand opiniestuk heeft Thomas Baur geschreven voor Eurodressage.com.
”Zit de FEI-dressuurcommissie in een ivoren toren?”
Aangezien ik het FEI Sports Forum 2022 niet heb bijgewoond, werd mijn aandacht gevraagd voor het voorstel voor meer “progressieve structuren” voor evenementen. Ik was geschokt toen ik de suggesties zag voor het “verbeteren” van de organisatie van dressuurwedstrijden. Vorig jaar heb ik in mijn ontslagbrief als vicevoorzitter van de IEOA al gewezen op de positie van de FEI-dressuurcommissie, in hun ivoren toren. Ik geloof dat dit alleen maar erger is geworden sinds de verkiezing van de nieuwe voorzitter tijdens de Algemene Vergadering van de FEI in 2021.
Ik weet niet zeker of de Dressage Organizers Club of de International Dressage Riders Club geraadpleegd zijn voordat deze progressieve structuren tijdens het FEI Sports Forum aan de wereld werden gepresenteerd? (Hier kun je het Forum terugkijken, vanaf 1h en 37 minuten.)
Één ding is erg duidelijk: er zit niet langer een échte vertegenwoordiger van de wedstrijdorganisaties in de FEI-dressuurcommissie, die écht begrijpt wat de behoeften zijn van de Organising Committees (OC). Als deze “progressieve structuren”, die voorgesteld werden tijdens het FEI Sports Forum 2022, in werking gaan treden, dan geloof ik dat vele OC’s -en in het bijzonder die buiten West-Europa- zullen besluiten om in de toekomst niet langer internationale dressuurcompetities te organiseren.
Is deelname aan de Wereldbeker überhaupt mogelijk?
Het meest opvallende voorstel dat er nu ligt zijn de “Minimum Entry Requirements (MER).
De FEI stelt voor dat een combinatie van paard en ruiter een bepaalde score moet hebben behaald in een CDI 3* om naar een hoger niveau van de CDI competitie te mogen gaan, dus een 4 of 5* of een CDI-W wereldbekerkwalificatie.
Het is zinvol om de lat voor een CDI 5* hoger te leggen en dat wedstrijdformat prestigieuzer te maken, een van de weinige positieve dingen die is voorgesteld.
Je moet in gedachten houden dat wereldwijd de gemiddelde score die in de Grand Prix wordt behaald 65.9% is. Om je te kwalificeren voor een CDI 4* stelt de FEI een minimale toelatingseis voor ruiters voor van 64%. Ik denk dat dit het aantal starters van buiten West-Europa drastisch zal terugbrengen.
Dit zal zeker impact hebben op het kwalificatiesysteem voor de Wereldbeker! Men lijkt te zijn vergeten dat er wereldwijd slechts een zeer beperkt aantal 4* of 5* competities wordt georganiseerd: in Noord Amerika is er alleen één in Wellington, In centraal Europa heb je alleen Pilisjaszfalu en Szilvasvarad. En er is geen enkele CDI 4* of 5* in Oceanië! Een grote groep ruiters van over de hele wereld zal automatisch al uitgesloten worden van de Wereldbeker omdat het voor hen niet mogelijk is om zich te kwalificeren voor CDI-W wedstrijden omdat de CDI4* en CDI 5* competities er niet zijn in hun regio of continent.

In dit schema wordt met Double Bridle een stang en trens bedoeld.
Kwalificatie voor de Special of de kür op muziek
De FEI schrijft ook voor dat men een bepaalde score moet rijden om bij een wedstrijd in de volgende klasse te mogen deelnemen. Dit concept bestaat momenteel op Grand Prix-niveau en werkt heel goed.
De huidige regel is dat een combinatie minimaal 60% moet rijden in de GP om te kwalificeren voor de Grand Prix Special (GPS) of de kür op muziek (GPFS). Het niveau in de dressuursport stijgt, het is duidelijk dat deze score opgehoogd moet worden.
Echter, we moeten dit ook benaderen vanuit een wereldwijd perspectief. Niet alleen vanuit de elite die hoofdzakelijk gevestigd is in West-Europa. We moeten naar het wereldwijde gemiddelde in de Grand Prix (GP) of Short Grand Prix (SGP) in vergelijking met het nieuwe voorstel voor kwalificatie binnen de wedstrijd. Want ik denk dat als we dat baseren op het nieuwe voorstel, er genoeg ruiters zijn voor wie het niet mogelijk is om door te gaan naar de GPS/ GPFS. Zij betalen dan heel veel inschrijfgeld voor een CDI, maar rijden uiteindelijk maar één proef.
De lat hoger leggen om je in de Grand Prix te kwalificeren voor de volgende ronde, zal zeker impact hebben op het aantal ruiters dat deelneemt aan CDI’s en CDI-Ws.
Het wereldwijde gemiddelde in een GP proef in de verschillende categorieën bij een CDI --- De FEI stelt de volgende scores voor om door te mogen:
- • CDI-W: wereldwijd gemiddelde = 65.0% --- score die nodig is om door te gaan naar GPS/GPFS = 64%
• CDI3*: wereldwijd gemiddelde = 65.1 % --- score die nodig is om door te gaan naar GPS/GPFS = 63 %
• CDI4*: wereldwijd gemiddelde = 67.7 % --- score die nodig is om door te gaan naar GPS/GPFS = 64 %
• CDI5*: wereldwijd gemiddelde = 69.1 % --- score die nodig is om door te gaan naar GPS/GPFS = 65 %
Zoals je kunt zien, met een minimumscore om deel te nemen aan een CDI 5* (een 64% rijden op een 4*), zou een combinatie die deelneemt aan een 5* CDI zich waarschijnlijk kwalificeren om door te gaan naar de volgende klasse op de wedstrijd. Dat zou goed zijn. Maar voor het CDI-W denk ik dat effect zal zijn dat minder ruiters zich kwalificeren.
Waarom betalen voor een CDI-W met lege rubrieken?
Laten we de CDI-W’s eens nader bekijken.
Meer dan 40% van de ruiters die deelnemen aan een GP of SGP, in alle Leagues, zal niet doorgaan naar de kür op muziek. In de North American League is het percentage ruiters dat deze minimumscore voor de volgende ronde niet haalt zo tegen de 50% en in de Pacific League zal over de 60% van de ruiters die minimale score niet halen. Voor de Centraal Europese League ligt dat volgens mij ergens daar tussenin.
Waarom zou een organisatiecommissie in deze delen van de wereld er zelfs maar over nadenken om een CDI-W uit te schrijven en de licentiekosten aan de FEI te betalen?
Naar mijn mening stimuleert die de ruiters, met uitzondering van de gevestigde elite, niet om naar internationale wedstrijden te gaan. En dit voorstel is zeker geen stimulans voor wedstrijdorganisaties om wedstrijden te organiseren.
Gesloten bolwerk?
Op dit moment zijn de organisatoren van CDI’s van buiten de Westeuropese grootmachten nog steeds aan het proberen om hun shows te laten groeien. Niet alleen in Amerika, maar ook in Centraal-Europa, Oceanië en zelfs in Zuid-Europa en delen van Scandinavië. Deze nieuwe “progressieve structuren” zullen voor deze landen een grote stap achteruit betekenen.
Terwijl het Wereldbeker-circuit in West-Europa en de 5* CDI-s al min of meer een gesloten bolwerk zijn met eenvoudige toegang voor de grote namen en geen toegang voor de ‘exotische’ ruiters. Dit voorstel zal deze tendens verder laten dalen en zal CDI4* minder toegankelijk maken voor ruiters uit deze delen van de wereld. De Wereldbekerleagues in Noord-Amerika, Centraal-Europa en de Pacifische League zullen hiermee worstelen.
Zesjarigen met stang en trens in de Prix St Georges?
Er was ook een nieuw voorstel voor de stang en trens, en die maakt dat ik mij afvraag of de FEI nu weer dezelfde fout gaan maken?
Een paar jaar geleden besloot de FEI om de stang en trens/ trensbit aan het niveau van het CDI te koppelen. De heeft toen geleid, en leidt bij wedstrijden nog altijd tot verwarring bij ruiters, trainers en juryleden. Met het nieuwe voorstel van de FEI blijven zij dezelfde fout maken door nog meer uitzonderingen toe te voegen voor gebruik van een stang en trens.

In dit schema wordt met Snaffle een trensbit bedoeld en met Double Bridle een stang en trens.
Naar mijn mening zou deze regels gelijk gehouden moeten worden met het niveau van de proeven die verreden worden en niet gelinkt worden aan het niveau van de show. Ik heb vele discussies gehad met ruiters, trainers, juryleden en stewards over dit onderwerp en ik zou het volgende voorstellen:
- * Lichte tour proef: Stang en trens optioneel
* Medium tour proef: Stang en trens optioneel
* Zware tour proef: Stang en trens verplicht
Daarnaast wreef ik me nog een keer in mijn ogen toen ik op de PowerPointpresentatie zag dat er een nieuw voorstel op tafel ligt om het toe te staan dat zesjarigen mogen deelnemen aan rubrieken in de Prix St Georges met een stang en trens! De FEI stelt voor dat op een CDI1* het is toegestaan een zesjarig paard te laten deelnemen op lichte tour-niveau (inclusief Intermediaire I en Inter I kür op muziek) met een stang en trens. Ik hoop echt dat dit een fout is en niet internationaal gedaan wordt. Anders kan ik alleen maar verwijzen naar de FEI-gedragscode voor het welzijn van het paard.
Dit zijn slechts een aantal gedachten, die mij zeer ongerust maken over de toekomst en het gezond verstand van de internationale competities in de dressuursport.

Disclaimer: Wij hebben geen foto die aansluit bij dit artikel of waar wij toestemming voor hebben om te gebruiken daarom hebben wij er een foto ter illustratie bij gezet. Heb jij een passende foto met toestemming voor commercieel gebruik? Stuur dan even een PB naar één van de Nieuwsredactieleden of het Nieuwsredactie-account.