Sport

Op deze afbeelding is het frame van het paard goed te zien.
Foto: Wikimedia Commons
Dit artikel werd geschreven door Niina Kirjorinne voor Eurodressage.com. In het artikel spreekt men over het frame van het paard. De term "frame" verwijst hierin naar de ruggengraathouding van het paard, van zijn of haar nek tot het kruis - de vorm die wordt gecreëerd door de bovenbelijning (de ruggengraat en spieren langs de schoft, rug en lendenen) samen met de positie van nek en hoofd.
In de dressuurregels van de FEI wordt een correct frame gedefinieerd als iets voor de loodlijn, of deze benaderend tijdens de verzamelde onderdelen. Iets voor de loodijn, het wordt negen keer benoemd en er wordt een paar keer gesproken over het uitstrekken van het frame in de uitgestrekte gangen. Een correct frame is een belangrijke basis voor ruiters, dus het zou logisch zijn als dat ook zou worden overwogen in training van de paarden.
Ik heb het gevoel dat men de afgelopen paar jaar langzaamaan weer probeert een wat opener frame aan te nemen, maar het lijkt erop dat dit nog geen gemeengoed is. Waarom is deze belangrijke schakel in de balans zo’n moeilijk, gevoelig onderwerp, maar tegelijkertijd een onderschoven kindje?
Van argumenten naar praktijk
Bewegen in een frame dat ‘rond genoeg’ is en net achter de loodlijn, is nog steeds algemeen beschouwd als voorkeurshouding of ‘goed genoeg’ in de training. Deze manier van bewegen wordt echt overal gezien en het is niet ongewoon dat je trainers hun leerlingen hoort aanmoedigen dat ze nog een beetje ronder moeten rijden. Soms zelfs met ‘correct gebruikte’ hulpteugels die praktisch allemaal resulteren in een paard dat achter de loodlijn loopt.
Voor ruiters voelt het paard dan mogelijk rond aan en een soort van ontspannen. Voor een trainer kan dit een manier zijn om de weerstand te breken en vastigheid in het frame te krijgen. Maar voor een paard is het een stap in de verkeerde richting. Sommigen zeggen dat het geen hoofdzaak is en we dit niet langs de meetlat moeten leggen, anderen denken dat het paard gewoon nog niet de kracht heeft om het hoofd voor de loodlijn te dragen en een derde groep wil het paard wat ronder in de nek hebben om ook de rug wat omhoog te brengen. Ze willen ons er ook vriendelijk op wijzen dat ze het paard nog wat hoger instellen tijdens de wedstrijd, als dat nodig is in de wedstrijdring. Iedereen die al wat langer paardrijdt heeft deze zinnen al eens gehoord, deze zijn veelvoorkomend en worden ook overal ter wereld gebruikt.
Het was dan ook interessant om studies te zien waarbij van in totaal 355 paarden de hoofd- en halshouding werd geobserveerd tijdens de warming-up bij wedstrijden. Dit resulteerde in de bevindingen dat minder dan 12% van de geobserveerde paarden voor de loodlijn bewoog en meer dan 69% bewoog achter de loodlijn.
Tegenwoordig weet bijna iedereen dat de rollkur slecht is, maar deze manier van overdreven rond rijden kan verrassend gemakkelijk een situatie creëren die ontwikkeling een stuk moeilijker maakt dan nodig is. Toen de rollkur duidelijk onwenselijk werd, zijn er in het FEI handboek voor stewards een aantal verschillende ‘mogelijkheden voor rond rijden’ tegen statische houdingen, met ‘tijdlimieten’ toegevoegd.
Commentaar van de veearts
Ik vroeg de Finse veearts Jaana Tainio (DVM, gecertificeerd chiropractor voor dieren bij de Nikulan Eläinklinikka Oy) om te vertellen wat de extreme rondheid in het frame van het paard voor effect heeft op het lichaam:
“Volgens de studies naar de hoofd-halshouding (HNP) van het paard beïnvloedt de buiging van de hals de biomechanica van het lichaam en de fysiologie. Het verhogen van de nek en terugbrengen van de neus achter de loodlijn verminderen onafhankelijk van elkaar de lengte van de passen. De grootste vermindering in staplengte werd gezien door de combinatie van het verhogen van de nek en het plaatsen van de neus achter de loodlijn.
De hoeken van de buiging van hoofd en hals zijn gerelateerd aan waarden van druk en de lengte van de banden in de nek van het paard. Hyperflexie zorgt voor vier keer meer druk op de slijmbeurs op de atlaswervel en twee keer meer druk op de axis wervel, vergeleken met de neutrale houding. Tevens wordt dit geassocieerd met de meest uitgerekte banden in de nek.
Hyperflexie van de nek leidt tot een hogere stijging van de activiteit van enzymen in de spieren (LDH) en zowel gemiddelde verschillen als variabelen van de actiepotentiaal van de motorische eenheid in de nekspieren.
Het frame kan het probleem zijn
Maar waarom kiezen ruiters er dan voor om deze rondheid toe te staan? Soms komt deze rondheid voort uit training, soms vindt het paard dit gewoon erg makkelijk en stelt het zelf voor. Sommige ruiters zijn niet helemaal zeker wanneer en hoe het frame gecorrigeerd dient te worden. Soms is hen verteld dat dit correct is. De rondheid kan zelfs goed aanvoelen. Maar ondanks dat kan zo’n frame je voortgang behoorlijk blokkeren. Het gebruiken of negeren van een slechte houding, terwijl je technisch iets probeert te bereiken, is de moeite niet waard. Het betekent alleen maar dat je die techniek later moet corrigeren vanwege de problemen met de kwaliteit van de balans en de bewegingen die later voortkomen uit die slechte houding.
Ik heb ruiters ontmoet die verschillende problemen beschrijven met de kwaliteit van contact en balans. Als het paard gewend was om een klein beetje achter de loodlijn te lopen, kan hij vaak verassend statisch zijn in nek en rug. Dit resulteert in een langzamere respons op de hulpen van de ruiter. Dit komt door de effecten van de ronde lichaamshouding en extreme spanning in het lichaam. Zelfs een paard dat maar een heel klein beetje achter de loodlijn loopt heeft een duidelijk meetbare spanning in de nek en daardoor verstoringen in de bewegingen.
Soms omschrijven ruiter problemen met het stapritme. Als de nek niet goed beweegt, of het bewegingspatroon van de nek is veranderd vanwege de lichaamshouding, wordt het lastiger voor de rug om normaal te bewegen. Dit kan zich weer uiten in een laterale stap. Als de ruiter leert om het frame te openen, de natuurlijke beweging van de nek aanmoedigt en het idee van de voorwaarts denkende hand combineert met een goede activiteit in de beweging, zal het stapritme veel makkelijker gaan.
Sommige ruiters worstelen met de impuls in de verzameling en anderen ervaren verschillende soorten contact, de lichaamshouding en problemen die gerelateerd zijn aan de balans. Gewoonlijk worden frame en contact een probleem op het punt waar de kwaliteit van de verzameling belangrijk wordt. De ruiter voelt dan dat het paard niet volledig openstaat voor de ruiter. Er ontbreekt iets en het is niet ongewoon om te horen dat het frame en het contact met de ruiter in de toekomst zal verbeteren, als het paard er klaar voor is. Dit hoopvolle wachten op een betere toekomst is verspilde tijd. Als het probleem met het frame niet herkend en gecorrigeerd wordt, zal het paard een niet-optimale manier van bewegen aanleren welke later weer gecorrigeerd moet worden.
Effecten van het sluiten van het frame
Vanaf hier kun je spelen met de energie, lengte van de pas en de hoogte. Het frame sluiten doet het lichaam geen goed. Het is een uitdaging voor de balans en de visie en die laatste is weer erg belangrijk voor de balans. De houding van hoofd en nek kan de manier veranderen waarop het binnenoor de houding voelt. Dit is een belangrijk systeem en daar moeten we niet mee knoeien. De spanning in de nek heeft een directe verbinding met de ogen en de kaak, via verbindingen in de spieren en de zenuwverbindingen.
Het sluiten van het frame achter de loodlijn duwt de onderkaak een beetje voorwaarts, deze positie zorgt voor minder ruimte in het keelgebied. Dit voelt niet alleen oncomfortabel, maar het heeft ook effect op de ademhaling, de tong en de werking van de speekselklier bij het oor. De tong heeft direct invloed op het contact en kan weer verschillende compensaties in de bewegingen veroorzaken. De ademhaling heeft weer effect op de hele romp en via de inwendige organen via de zenuwverbindingen en heeft zelfs invloed op emoties. Druk in de nek kan ook effect hebben op het zenuwstelsel en daardoor ook op de bewegingen, direct of indirect en op vele manieren. Een gesloten frame heeft ook effect op gevoelens via de zenuwbanen en het anatomische zenuwstelsel. Hierdoor neemt de activiteit van het sympathisch zenuwstelsel toe, met in het ergste geval vluchtreacties en explosief gedrag als gevolg. Een frame dat té rond is, heeft ook sterk effect op de rest van het lichaam vanwege de veranderingen in de biomechanica, zenuwen en gewrichtsbanden en een overbelasting van de lichaamsstructuren. Gespannen spieren maken een gevoelige waarneming onmogelijk en de bewegingen verliezen hun natuurlijke soepelheid.
Het hoofd achter de loodlijn kantelen maakt het voor het paard extreem moeilijk om een zijwaartse buiging te krijgen, die nodig is in vele oefeningen zoals zijgangen. Spanning op de nek creëert ook spanning in het lendegebied en dat maakt het moeilijker om een goede activiteit te krijgen vanuit de achterbenen van het paard. Dit is nog maar een beginnetje, de lijst gaat nog wel even door.
Het neusje eruit leren houden
Het is goed te weten wat niet nuttig is en waarom, maar het is nog belangrijker dat we iets goeds kunnen doen met deze informatie. Het zou helder moeten zijn dat balans en vrijheid in de bewegingen DE belangrijkste basis is voor elke training. En de ruiter zou het paard moeten leren om in verschillende frames en houdingen te bewegen, spelen met de bewegingen, balans en energie terwijl het dier wel voor de loodlijn blijft. De manier van trainen is nuttig om balans en energieke bewegingen te krijgen.
Andersom is het ook erg belangrijk om ruiters te leren welke soorten nuttige frames er zijn en hen te laten zien hoe zij het frame kunnen corrigeren als het paard een suggestie doet die niet nuttig is. Het corrigeren van een houding achter de loodlijn is eerlijk naar het paard toe en erg simpel, ook al moet je het vaak herhalen. Als het paard het frame sluit, gebruik dan onmiddellijk een lichte en duidelijke corrigerende teugelhulp, sta de hand toe te ontspannen en vraag, indien nodig, het paard met een beenhulp om voorwaarts te gaan. Deze correctie helpt het paard om spanning in de nekstreek kwijt te raken en een betere balans in de bewegingen te vinden omdat het op deze manier gemakkelijker omhoog en voorwaarts is te rijden. Als het frame net voor de loodlijn en de nek ontspannen is, helpt dat ook om de activiteit van het achterbeen te vinden en te vergroten. De halshouding en -functie zijn extreem belangrijk voor de balans van het paard. Een ontspannen hals helpt de ruiter om een goede verbinding met het paard te krijgen tijdens ingewikkelde bewegingen en oefeningen. Balans helpt om goede, variabele en ontspannen, maar toch effectieve bewegingen mogelijk te maken.
Alleen een ontspannen en soepel gebruik van de spieren leidt tot een dynamische en effectieve dressuurtraining. Ontspanning staat niet gelijk aan slordig of lui, het is een staat van lichaam en geest waarin goede en effectieve beweging begint. Gezonde dressuur is geschoeid op respect voor de natuurlijke bewegingen en houdingen van het paard. We kunnen geen reserveonderdelen voor onze paarden krijgen, dus moeten we leren hoe hen zo goed als mogelijk trainen.
