Algemeen

Het vaccineren van een paard door de dierenarts.
Foto: Wikimedia Commons
Vanaf 1 januari 2023 gaat in Duitsland de rhino-vaccinatieplicht in, wedstrijdpaarden moeten dan verplicht dit vaccin hebben gehad. Maar waarom is deze plicht zinvol, waartegen kan deze enting beschermen en waarom hoeven paardeneigenaren zich geen zorgen te maken over reacties op de entingen? Prof. Dr. Karsten Feige legt dit uit. Hij is directeur van de paardenkliniek bij de TiHo Hannover en voorzitter van de werkgroep paarden in de Ständigen Impfkommission Veterinärmedizin (StIKo Vet). Zij bevelen aan om alle paarden de rhino-inenting te geven.
Waarom beveelt StlKO Vet het aan om paarden in te enten tegen het rhinovirus?
Prof. Dr. Karsten Feige: De permanente inentingscommissie beveelt de inentingen aan tegen ziekten die ofwel zeer ernstig zijn -een goed voorbeeld daarvan is een infectie met het rhinovirus- of tegen ziekten die een zeer groot aantal paarden binnen de populatie treft en daardoor zeer grote economische verliezen veroorzaken. Een voorbeeld daarvan is influenza. Paarden zouden in principe altijd ingeënt moeten zijn tegen het rhinovirus. Hoewel infecties met het rhinovirus doorgaans alleen regionaal voorkomen, kan het ziekteverloop behoorlijk ernstig zijn. Bij tussen de 20 en 40 procent van de paarden kunnen er na besmetting neurologische problemen optreden. Dit afhankelijk van welk type rhino het paard heeft. Symptomen kunnen zijn: uitvalsverschijnselen van de zenuwen, de paarden kunnen ataxie krijgen en er kunnen bewustzijnsstoringen en hersenzenuwafwijkingen ontwikkelen. Als gevolg hiervan kan het paard komen te overlijden. Dit zeer ernstige verloop is reden om aan te bevelen je paard in te enten.
Tegen welke gevolgen van een rhinoinfectie beschermt de inenting?
Prof. Dr. Karsten Feige: Naast de neurologische vorm bestaat er ook een vorm die een abortus kan veroorzaken. Dat is een andere zwaarwegende reden voor de aanbeveling tot inenten. Deze abortussen treden in de regel vrij laat in de dracht op, meestal in de laatste twee tot drie maanden. Voor de merrie hoeft dat niet dramatisch te zijn, het verloopt eigenlijk net als een normale bevalling. Alleen is het veulen niet levensvatbaar. Een groot aantal dieren in één paardenfokkerij kan hiermee besmet raken, soms wel 50 procent of meer van de paarden. Hierdoor ontstaat er grote emotionele en economische schade.
De FN kan een verplichte inenting via haar eigen regelgeving alleen invoeren voor wedstrijdpaarden. Veel recreatiepaarden krijgen de enting wellicht niet. Waarom is het invoeren van de vaccinatieplicht voor wedstrijdpaarden dan toch zinvol?
Prof. Dr. Karsten Feige: Het vervoer naar de wedstrijd, het verblijf op het wedstrijdterrein, het contact met andere paarden tijdens het concours en uiteindelijk ook het sportief presteren tijdens de wedstrijd, dit alles is een vorm van stress voor het immuunsysteem. Daardoor zijn deze paarden vatbaarder om een rhinoinfectie te ontwikkelen. En paarden die al besmet zijn, kunnen dit virus makkelijker overdragen. Deze paarden vormen dan een gevaar voor andere paarden die met hen in contact komen. Dat kan op het wedstrijdterrein zijn, maar ook als ze weer thuis op stal komen. Daarom is het ook belangrijk dat wedstrijdpaarden ingeënt worden. De inenting van de wedstrijdpaarden kan er een bijdrage aan leveren dat uitbreiding van de ziekte binnen de populatie minimaal wordt. In principe is het duidelijk dat eigenlijk alle paarden, dus niet alleen de wedstrijdpaarden, ingeënt worden. De enting van wedstrijdpaarden draagt al wel bij aan de verbetering van de gezondheid van de paardenpopulatie.
Kan de inenting het paard ook schaden? Met welke bijwerkingen van een inenting moeten we rekening houden?
Prof. Dr. Karsten Feige: In principe moeten bij een enting twee dingen onderscheiden worden: een nevenreactie en een bijwerking. Nevenreacties zijn bijvoorbeeld een zwelling van de plek waar de enting is gezet, gebrek aan eetlust, het paard kan zich een paar dagen niet lekker voelen, het dier kan enkele dagen een beetje moeizaam lopen en ook koorts kan optreden. Deze neveneffecten zijn te verwachten en in principe een goed teken. Deze betekenen namelijk dat de enting goed werkt, het lichaam de inenting behandelt en een bescherming opbouwt. Dat is dus zeker heel positief en deze reactie kan dan ook geaccepteerd worden. Bijwerkingen moeten daar echt van onderscheiden worden. Dat kan bijvoorbeeld ook een zwelling van de entplek zijn die etterig kan worden. Dat is dan een echte bijwerking en die is natuurlijk niet gewenst. De reden voor een etterige zwelling op de entplaats is het binnendringen van bacteriën via de huid naar de spieren. En dat is ook de plek waar de entstof zijn werk zou moeten doen. Bij individuele gevallen kan dat niet voorkomen worden. Andere bijwerkingen zijn netelroos of zelfs een shockreactie. Maar deze bijwerkingen zijn uiterst zeldzaam of zelfs verwaarloosbaar.
Meer weten over de rhino-enting?
- Meer informatie over de rhino-enting en vaccinatieschema’s kun je vinden op Pferd-Aktuell.de. Let op, deze tekst is in het Duits.
- De podcast “Herpesvirusinfektionen” van het Gesellschaft für Pferdemedizin (GPM), te vinden op Spotify of op Pferdemedizin-heute.io
In deze aflevering praat Professor Dr. Karsten Feige over waarom rhino zo gevaarlijk is, welke symptomen typisch zijn voor deze ziekte en waarom de entingen zo belangrijk zijn voor het paardenbestand. Het gaat er ook over hoe rhino-uitbraken kunnen ontstaan, ondanks inenten, en waarom de behandeling van een besmetting hiermee een race tegen de klok kan zijn. Ook deze podcasts zijn in het Duits.