Beginnen met fokken: deel I. Van idee tot dracht

Moderators: NadjaNadja, Essie73, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
JPitty
Lid Nieuwsredactie

Berichten: 32890
Geregistreerd: 01-06-10
Woonplaats: Zwolle

Beginnen met fokken: deel I. Van idee tot dracht

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 19-03-22 20:45

*Pferd-aktuell.de
Fokkerij

Afbeelding
Een veulen fokken: waar begin je? Foto: Wikimedia Commons


Het voorjaar is de tijd voor de geboorte van de veulens. Wanneer je de jonge veulens vrolijk in de weide ziet galopperen, begint het vaak te kriebelen om zelf een keer een nakomeling van je eigen merrie te hebben. In dit artikel leggen we je uit waar je aan moet denken, hoe je een hengst uitkiest en waaraan je ‘het juiste’ tijdstip herkent.

Waar moet je op letten als je er over gaat nadenken een veulen te fokker bij je merrie?
Voordat je begint met fokken, moet je persoonlijke fokdoel helder zijn. En wil je het dier aanhouden of wil je het veulen verkopen? Deze vraag is belangrijk bij de hengstenkeuze. Het is ook goed om te weten hoe de omstandigheden met betrekking tot het houden van je veulen zijn en wat je budget is. Het fokken van een veulen en het te zien opgroeien is een fascinerende gebeurtenis, maar het kost wel veel tijd en geld. Kennis, geduld en geluk, daar zou men zich van bewust moeten zijn. Het avontuur van fokken moet je dan ook in alle rust plannen.

Welke omstandigheden met betrekking tot houderij zijn gewenst?
Als je een keer wilt fokken, begin je natuurlijk met een geschikte stal. Een manege met pensionstalling waar veel mensen en paarden komen, is in de regel niet heel geschikt. Ten eerste vanwege de daar heersende onrust en daarnaast vanwege het infectiegevaar voor merrie en veulen. Bovendien hebben moeder en kind voldoende weidemogelijkheden nodig en een grote, lichte en luchtige box. Veulenboxen zijn normaal gesproken duidelijk groter dan een box voor een rijpaard, ze moeten voldoende ruimte bieden aan merrie en veulen. Een merrie die voor de bevalling in een grotere box of naar een andere stal gebracht wordt, zou minstens zo’n zes weken voor de uitgerekende datum daarheen verplaatst worden. Alleen zo kan de merrie zich aanpassen aan de nieuwe omgeving en de daar aanwezig ziektekiemen, om zo de juiste antistoffen te kunnen aanmaken. Grote weilanden zijn noodzakelijk om het veulen van begin af aan de juiste lichaamsbeweging te kunnen geven. Bovendien zou geen enkel veulen alleen moeten opgroeien. Idealiter zijn er bij een fokbedrijf dan ook meerdere merries met veulens. Daar zijn in de regel ook de mensen met veel ervaring in de paardenfokkerij.

Waar moet ik bij de merrie op letten?
In de fokkerij zijn de merries zowel de alfa als de omega. Het is wetenschappelijk bewezen dat de fokkerijinvloed van de merrie op het veulen groter is dan die van de hengst, men spreekt van percentages tussen de 50 en 75%. Bij de keuze van de merrie moet men er in de eerste plaats op letten, dat zij gezond en fit is. Bovendien mag zij geen gezondheidsproblemen hebben die mogelijkerwijs overerfelijk zijn. Verder moet zij een correcte lichaamsbouw hebben en een goed karakter. Vooral dat laatste is belangrijk, een veulen leert in de eerste levensmaanden veel van het gedrag van de moeder. Daarna, afhankelijk van wat je persoonlijke fokdoel is, ga je kijken naar de sportresultaten van je merrie en haar naaste ‘verwanten’. Dat kan je hoop geven dat de sterke punten qua sport ook doorgegeven zullen worden aan haar nakomeling. Een garantie daarvoor is er natuurlijk niet. Ook de zwakke punten van de merrie moet je duidelijk in beeld hebben, om een hengst te kiezen, die dat zou kunnen verbeteren. Als je aan het begin van je carrière in de fokkerij staat, zou je in elk geval om raad kunnen vragen bij ervaren fokkers of stamboeken.

Hoe vind ik een passende hengst?
Bij de keuze van de hengst gaat het er bovenal om dat hij bij de merrie past. Hij moet haar sterke punten behouden en eventuele zwakke punten verbeteren. Het is altijd fout om het ene uiterste met het andere te proberen te compenseren. Bijvoorbeeld een merrie met bodemwijde stand, deze moet je niet met een hengst met bodemnauwe stand dekken. Je kunt dan beter kiezen voor één met een zeer correcte beenstand. Vooruitgang in de fokkerij bereik je niet van vandaag op morgen. Een oude uitdrukking luidt niet voor niets: “Fokken is in generaties denken”. Sommige fokverenigingen hebben ‘lineaire beschrijvingen’ van de hengsten en de merries opgesteld. Deze kun je raadplegen om te zien hoe fokkerij-experts de individuele fysieke kenmerken en de bewegingspatronen van het desbetreffende paard zien. In sommige gevallen worden er ook veredelingsprofielen en aanparingsadviezen aangeboden. Verder biedt internet ook de mogelijkheid om meer informatie te krijgen. In Duitsland heb je bijvoorbeeld fn-erfolgsdaten.de. Hier kun je onder andere informatie vinden over de verrichtingsonderzoeken van de hengsten, hun fokwaarden en de prestaties van hun nakomelingen in de sport en de fokkerij. Want het is natuurlijk niet alleen de vraag of de hengst een goed rijpaard is, hij moet zich ook als vaderdier bewijzen. Om te zien of een hengst zijn sterke eigenschappen ook doorgeeft aan zijn kinderen, loont het om bijvoorbeeld te verdiepen in de fokwaarde of een bezoek te brengen aan shows waar nakomelingen van de hengsten te zien zijn. Denk aan veulenkeuringen, verrichtingsonderzoeken van hengsten en merries of wedstrijden.

Wat is er te verwachten aan bureaucratie?
De paardenfokkerij vindt tegenwoordig het meeste plaats middels kunstmatige inseminatie. Zij biedt niet alleen voordelen qua hygiëne en veiligheid, maar biedt ook fokkers de mogelijkheid om een hengst in te zetten die verder weg gestald is. De hengstenhouder of het hengstenstation meldt bij het stamboek van de merrie dat zij gedekt is. Hiervoor heeft hij een kopie van de stamboekpapieren van de merrie nodig. Na de geboorte van het veulen moet je het veulen registreren bij het stamboek. Dit kan tegenwoordig via de website. Vanuit het stamboek komt dan de chipper bij je langs, hij zal het veulen chippen en schetsen. Een aantal weken na het bezoek van de chipper krijg je het paspoort van je veulen opgestuurd. In sommige situaties kan nog een afstammingscontrole van de vader nodig zijn of zijn er voorwaarden waar je aan moet voldoen. Deze vind je op de website van het stamboek. Indien je merrie gust blijft, dat wil zeggen dat ze na dekking niet drachtig wordt, kun je bij een aantal stamboeken of hengstenhouders een gustverklaring invullen. Deze verklaring kan ervoor zorgen dat je bepaalde kosten niet hoeft te betalen.

Wat is het juiste tijdstip voor inseminatie?
Om te zorgen dat een merrie drachtig wordt, moet er een goede dierenarts naast staan, om het complete bevruchtingsmanagement te sturen. De merrie wordt in ieder geval één keer gynaecologisch onderzocht, om vast te stellen dat haar gezondheid in orde is en niets een inseminatie en dracht in de weg staat. Daarna moet je gaan opletten wanneer de merrie hengstig wordt. Duidelijk zichtbare uiterlijke signalen zijn slijmerige uitvloeiing en veel kleine plasjes doen. Als ze zich aanbiedt aan de hengst zal ze ook met haar schaamlippen ‘knipperen’ na het doen van een plasje. Gemiddeld is een merrie drie tot negen dagen hengstig en aan het einde daarvan komt de eisprong. Als de merrie duidelijk hengstig is, is het tijd om de dierenarts te laten komen en de eierstokken en baarmoeder middels een scan te laten onderzoeken. Maar er zijn ook merries die geen tekenen van hengstigheid vertonen. In dat geval kun je aan het begin van het dekseizoen de dierenarts vragen om te scannen. Aan de hand van deze beelden kan de dierenarts bepalen wat ongeveer het juiste moment is om te insemineren. Ook kan hij het verloop van de ontwikkeling van de eicel volgen en zo zien of hij misschien nog even moet wachten. Als de eicel groot genoeg is, is het moment daar dat de dierenarts of inseminator zijn ding kan doen. Op dat moment moet ook het sperma van de hengst ter beschikking staan. Circa 16 dagen na inseminatie kan er opnieuw een scan worden gedaan om te kijken of het gepakt heeft of dat er opnieuw een hengstigheid afgewacht moet worden voor een nieuwe poging. Deze onderzoeken zijn heel belangrijk, onder andere om een tweelingdracht vroegtijdig op te sporen. Tweelingdracht komt bij paarden zeer zelden voor en leidt geboorte van een gezonde tweeling is nog veel zeldzamer en een groot risico voor de merrie. Daarom is dat bij paardenfokkers hoogst ongewenst.

Podcast over dit onderwerp:
Meer informatie over dit thema kun je vinden in de podcast van het Gesellschaft für Pferdemedizin. Professor Karsten Feige, directeur van de paardenkliniek van hogeschool voor dierenartsen in Hannover en directeur van de GfD praat met Dr. Jutta Sielhorst over het fokken van je eerst eigen veulen. De podcast is hier te vinden. Ook andere interessante onderwerpen worden in deze podcast behandeld. Let op, deze podcast is in het Duits!