Algemeen

Carl Hester. Foto: Liz Gregg/FEI.
De Britse olympiër Carl Hester is waarschijnlijk één van de bekendste namen in de dressuurwereld. Het hippische icoon heeft goed advies voor iedereen die wil verbeteren.
Carl heeft over de hele wereld clinics en demo's gegeven, met een trainingssysteem dat ontelbare internationale Grand Prix-ruiters heeft voortgebracht, waaronder Charlotte Dujardin.
Hier is een voorproefje van een aantal van zijn wijsheden over het scholen, trainen van paarden, verzameld uit diverse clinics, demo's, symposia, en interviews.
1. Denk aan een magneet op je hoofd en op het dak
Op de West Coast Dressage Convention, Carl's eerste Amerikaanse clinic ooit, werd dit een paar keer herhaald tegen verschillende ruiters.
Het moet je helpen langer en rechter te zitten, en je houding in het zadel te verbeteren. Het is een nuttig beeld dat kan voorkomen dat je hol gaat zitten of stijf wordt - een veel voorkomend probleem bij de gebruikelijke instructie "schouders naar achteren".
2. Koop geen paard met een flitsende draf
Het is een thema dat je bij veel topdressuurruiters ziet. Je moet een paard met een goede stap en galop kopen, maar de draf is de gemakkelijkste gang om te verbeteren. "Zoek naar een overspoor in de stap, maar onthoud dat een te grote stap vaak betekent dat het niet gemakkelijk is om het paard in een goed ritme te verzamelen."
Carl voegt er ook aan toe dat temperament belangrijk is en dat hij liever een paard heeft met een geweldig temperament en beweging die niet uitzonderlijk is, dan een spectaculaire beweger met het verkeerde temperament.
Als iemand die zijn jonge paarden gewoonlijk voor tussen de tien- en vijftienduizend pond koopt en ze tot internationale supersterren maakt, weet hij waarschijnlijk wel het een en ander.

Carl Hester staat naast Charlotte Dujardin en Valegro. Foto: FEI/Lizz Gregg.
3. Het paard moet het werk doen
Om een elegante ruiter te zijn, moet het paard jou dragen en zijn werk doen. Dit betekent dat naarmate de scholing vordert, de ruiter minder doet, en het paard meer.
"Het is niet de bedoeling dat je uitgeput teruggaat naar de stal", zegt hij. "Als jij harder werkt dan het paard, gaat er iets niet goed."
4. Wees niet bang voor een dagje vrij
De paarden van Carl en Charlotte werken vier dagen per week, zelfs de Grand Prix-paarden. Hij gelooft dat vrije dagen tussendoor de paarden tijd geven om te leren, maar ook om te ontspannen, zodat het trainen geen stress en spanning oplevert.
Hij heeft bij eerdere clinics ook gezegd dat je paarden op struikelblokken of plateaus in hun training zullen stuiten, en stelt voor dat je ze een pauze van een paar weken geeft om ze te helpen zich weer op te laden.
5. Doe een goede warming up, met een plan
Carl zegt dat "gehoorzaamheid voor de hand en het been moeten beginnen in de warming up." Zet de toon voor de rest van de training.
De waarde van rekken en strekken als hulpmiddel voor een goede warming-up wordt door Carl vaak herhaald. Tijdens een clinic vertelde hij dat zijn paarden altijd 20-30 minuten strekken in de wei voordat hij naar training gaat. Het doel is dat het paard het contact zoekt, in balans blijft en openheid genereert via de bovenlijn, door de energie uit het achterbeen te halen. "Je moet kunnen stretchen zonder dat het paard loopt", zegt hij, "en het krijgen van een goede, ontspannen stretch zal ritme en cadans creëren."
6. Zijgangen moeten regelmatig worden gedaan
Zijgangen zijn bedoeld om je paard soepel te maken, wat een belangrijk element is voor verzameling en impuls. Hij heeft al eerder gezegd dat het ritme van een soepel paard niet verandert als ze zijgangen doen, en hij raadt aan om vaak zijgangen te rijden.
Renvers, schouder binnenwaarts, appuyementen, wijken en travers spelen allemaal een rol bij het lateraal en in de lengte soepel houden van een paard. "Het paard moet een gymnast zijn", zegt Carl.
Hoewel wijken in galop nooit voorkomt in dressuurproeven, gebruikt Carl het regelmatig in zijn trainingen om vrijheid en souplesse te helpen ontwikkelen.

Carl Hester en Nip Tuck. Foto: Jon Stroud Media/FEI.
7. Onderschat de waarde van overgangen nooit
Een terugkerend onderwerp in veel van Carls interviews, clinics en optredens is het belang van overgangen. Dressuur gaat tenslotte bijna volledig over overgangen.
Hij is gequote als iemand die zegt dat je "ongeveer 200 overgangen per sessie moet rijden om het paard rijdbaar en aan de hulpen te krijgen."
Als je het geluk hebt gehad hem in actie te zien tijdens clinics, dan weet je dat hij altijd benadrukt hoe belangrijk het is om elke overgang zo goed mogelijk te maken, of het nu is tussen piaffe en passage of tussen stap en draf.
8. Laat paarden paard zijn
Carl staat erom bekend dat hij zijn paarden een "normaal" leven laat leiden. Alle paarden komen buiten in paddocks en ze gaan allemaal op buitenrit, als is het vaak een groom of stalruiter die dit doet.
Hij geeft zijn veearts ook de credits voor het feit dat die zegt dat buitenkomen de paarden in beweging houdt, wat weer helpt om ze gezond te houden.