Community

Soms is het moeilijk om te bedenken waarover ik ga schrijven. Niet omdat er weinig is om over te schrijven maar omdat het moeilijk is om in te schatten wat nu precies boeiend is voor een (toch hoofdzakelijk) paarden-publiek.
Het is niet altijd makkelijk om de moeilijkheden tussen de paarden geheel los te maken van de algemene moeilijkheden. Één van de vele dingen waar ik tegen aan loop is mijn eigen trots. De drang om vooral niet te laten zien dat ik beperkingen heb. Die trots maakt dat ik mijn leven veel vermoeiender en moeilijker maak dan in wezen nodig is. Over het algemeen worden veel mensen met beperkingen daar zo goed in. Dat zelfs de mensen die dicht bij hen staan vaak niet altijd door hebben hoe ernstig het eigenlijk is.
Een klein half jaar na mijn infarct was ik bezig met Sam. Mijn moeder was er bij, zoals ik al verteld heb werd er redelijk snel unaniem besloten dat ik niet alleen bezig mocht/kon zijn met Sam omdat hij simpelweg te onbetrouwbaar was op dat punt. Ik vroeg mijn moeder om me iets aan te geven en ze legde het in mijn linkerhand waar het net zo snel weer uit viel. Toen ik het hoorde vallen keek ik pas op en vroeg mijn moeder “wat doe jij nu?” waarop ik heel droog antwoordde: “als je me links wat aan geeft is het handig als je het even zegt, ik voel niks weet je nog...”
Daarop keek mijn moeder me even aan alsof ze water zag branden en brak er een heus vragenvuur los… Want ondanks dat ik niets voel valt het mensen zelden op dat dat zo is. Iemand die er op let zal zien dat ik een sterke voorkeur heb om mijn rechterhand te gebruiken. Ook als dat helemaal niet logisch is. Het verbaast mensen ook heel vaak hoe veel dingen ik met één hand kan die de meeste mensen met twee handen doen. Mijn hersenen hebben de neiging om mijn linkerkant te “negeren” dus tenzij het echt niet anders kan zal ik niet snel die linkerhand gebruiken tenzij ik er heel bewust bij stil sta. Tot op dat moment dat ik geen enkele grijpreflex vertoonde en zelfs niet door leek te hebben dat ze het me aan gegeven had, had mijn moeder er nooit ‘echt’ bij stil gestaan dat als ik zeg dat ik niets voel, dat ik dan ook echt niets voel.

Toen ik een paar jaar later een nieuwe trainster kreeg legde ik haar kort uit wat mijn issues waren want ook met rijden moet ik met e.e.a rekening houden. Ik beloon consequent met mijn rechterhand. Een hemiplegie gaat vaak gepaard met een zekere spasticiteit dus “vast houden” is over het algemeen makkelijker dan coördineren. "Vast houden" mag je dan ook erg letterlijk nemen. Wanneer ik iets los wil laten moet ik heel bewust mijn vingers open dwingen. En op de mindere dagen lukt het me simpelweg niet om mijn hand echt open te krijgen. (Dat zijn dagen dat er veel valt en gemorst wordt

Nog zo eentje heeft een stuk minder te maken met paardrijden maar was wel erg typerend: Tijdens een onderzoek werd er vast gesteld hoe vast mijn enkel precies zit. (het antwoord is: compleet vast.


Dus toen de dokter in kwestie zei “daar zit echt nul beweging meer in.” flapte mijn moeder er zonder dat ze er bij nadacht uit “hoe schakel jij in vredesnaam?”
Mijn dokter keek eerst naar haar en toen weer naar mij en vroeg “rijd jij met een schakelbak?” “uhm ja.” waarop de dokter heel droog “dan heb ik dezelfde vraag als jouw moeder.” Tja, als je enkel niet plooit dan moet je dus gewoon je hele been op heffen.


Mijn huidige lesgever was daarin een enorme verademing. Chris leek gewoon vanaf het eerste moment te zien waar ik compenseerde en paste zich daar ogenschijnlijk moeiteloos in aan. En hier en daar helpt hij me met accepteren dat sommige dingen nu eenmaal niet meer perfect zullen gaan. Sam is een erg moeilijk paard in zijn aanleuning. Het zal voor mij altijd een stuk moeilijker zijn om hem mooi rustig in die aanleuning te krijgen om de simpele reden dat ik me niet bewust genoeg ben van mijn linkerkant (ook niet als ik me concentreer, mijn hersenen registreren het gewoon niet.) om hem die 100% stabiele hand te bieden. Als hij onstabiel wordt in zijn aanleuning uit nervositeit dan kan ik hem links simpelweg niet consequent genoeg begrenzen. Ondanks dat zijn we via een lange omweg wel op het punt gekomen waarin ik hem een heel stuk stabieler gekregen heb door te voelen in zijn rug en achterhand. 100% foolproof is het niet, máár hoe hard je ook je best doet, soms zijn er gewoon dingen waarbij je je neer moet leggen.
En hoe goed mensen met beperkingen het ook kunnen verbergen. Dat zijn er veelal behoorlijk wat. Niemand voelt zich graag machteloos. Niemand schiet graag te kort. Met beperkingen is dat een dagelijkse strijd met ons zelf én met onze omgeving omdat we niet alleen voor ons zelf ons beter willen voor doen dan we zijn maar ook voor onze omgeving. Hoe goed en lief je achterban ook is, mensen worden slecht nieuws snel beu. Dat is een harde maar begrijpelijke realiteit. En dat maakt dat we ons het leven vaak een stuk gecompliceerder maken door ons zelf voorbij te lopen en zelfstandig te willen blijven ondanks dat we dat fysiek eigenlijk niet meer kunnen. Compenseren is vermoeiend. In elk facet van het leven moeten compenseren is nagenoeg ondoenbaar maar we doen het tegen beter in toch.