Algemeen
Door Marjo

Jonge paarden in een opfok. Foto: Marjo
De tijd van het jaar is weer aangebroken om de veulens van de merrie te gaan scheiden. Maar waar gaat het veulen dan heen? De meeste eigenaren zullen voor hun veulen een geschikte opfok zoeken. Maar hoe ziet dat eruit? En waar moet je dan rekening mee houden?
Een opfok is bedoeld voor jonge paarden die na de scheiding met hun moeder in groepsverband verder zullen opgroeien. De gedachte achter een opfok is dat een veulen leert hoe het met andere paarden om moet gaan. Van zijn soortgenoten leert hij een heleboel dingen wat op latere leeftijd ook in de omgang met mensen ten goede komt. Vaak staan jonge paarden in de opfok vanaf 6 maanden tot maximaal 3 jaar en wordt er een splitsing gemaakt tussen hengsten en merries.
In sommige opfokken lopen er ook oudere paarden tussen de jongere dieren, zodat er een mix ontstaat in de leeftijd.
Bij veel opfokbedrijven is het zo dat de jonge paarden 's winters op stal staan, in bijvoorbeeld een grote inloopstal. In de zomer staan ze dan meestal 24/7 buiten. Per opfok verschilt dit, maar het is wel belangrijk dat de jonge paarden genoeg ruimte hebben om te rennen en te spelen.
Wanneer je het veulen naar de opfok brengt, is het wenselijk dat het dier al veel in handen is geweest. Dat betekent dat het halstermak is en zijn voetjes kan optillen voor de hoefsmid. Ook zorg je er voor dat de entingen op orde zijn.
Daarnaast is het belangrijk dat het veulen niet meer afhankelijk is van moedermelk, maar volledig zelfstandig ruwvoer en brokken kan eten.
Wanneer je het veulen naar de opfok brengt, is het belangrijk dat het daar al gelijk soortgenoten heeft zodat het niet alleen staat. Zo laten veel stallen de veulens tegelijk komen, zodat er koppels gevormd kunnen worden. Op deze manier kan het paard met een maatje wennen aan de nieuwe stal voordat het de grote groep in gaat.
Het is belangrijk dat je een opfok zoekt die voldoet aan jouw wensen en waar jij je fijn bij voelt, maar tegelijkertijd er rekening mee houdt hoe het paard zich ontwikkelt in zijn eerste levensjaren. Een goede start, is immers het halve werk.