Sport
Tekst & foto's door Marjo
Else & Luna.
Vorige week hebben jullie kennis gemaakt met Else en Luna, een bijzondere vertoning in de endurancesport. Jullie hebben kunnen lezen over de opleiding van een endurancepaard, de benodigdheden op wedstrijd en wat er allemaal bij komt kijken. Deze week staat deel twee voor jullie klaar, waarin we de weg naar de eerste wedstrijd bespreken, hoe je het beste kan beginnen in deze sport en wat de toekomstplannen van Else zijn.
Op weg naar de eerste wedstrijd
Qua training rijdt Else eigenlijk maar 3x per week. Daarvan gaat ze 2x naar buiten om een lange afstand te rijden en 1x in de bak om de dressuur bij te houden. Daarnaast nog 1x grondwerk of longeren, maar verder staat Luna stil. Een week voor de wedstrijd zet ze het paard volledig stil zodat het helemaal kan opladen.
In de training vergroot je altijd 1 van 3 factoren; afstand, tempo of terrein. Je begint met een basisrondje van 10 km die je op een rustig tempo van 9 km/u rijdt. De volgende keer maak je weer een rondje van 10 km, maar probeer je het gemiddelde tempo te verhogen. Als dit makkelijk gaat, verhoog je het aantal kilometers. Als dat ook makkelijk gaat, maak je het terrein wat moeilijker. Op die manier train je door tot je klaar bent voor de wedstrijd. Je traint ook naar een piek, maar het wisselt natuurlijk per paard.
Else rijdt zelf nooit meer dan 35km per training. Natuurlijk zijn er wedstrijden met meer kilometers dan dat, de klasse 3 begint bij 80km. Maar door naar een piek te trainen zorg je ervoor dat je klaar bent voor deze wedstrijden.
Op de wedstrijd rijdt je nooit de hele afstand aan één stuk. In plaats daarvan rijdt je lussen met verschillende afstanden in een vooraf aangegeven volgorde.
Begin met vrijwilligerswerk
Wanneer je onbekend bent met de endurance, kun je het beste beginnen door mee te gaan op wedstrijd en daar te helpen of te groomen. Op die manier kom je op een mooie manier in aanraking met de sport en krijg je een goed beeld van wat je gaat doen en wat er van je verwacht wordt. Ook is het raadzaam om mee te kijken met een veterinair.
Als dit je overtuigd heeft, ga je beginnen met een zeer laagdrempelig trainingsschema. Je begint bijvoorbeeld met een rondje van 10 km op een tempo van 9 km/u. Kijk hoe dat gaat, hoe kom je dit door en hoe bevalt dit voor jou en voor je paard? Dan ga je beginnen met de eerste fase. Dit is de long, slow distance. Eerst dit volhouden, je moet je concentratie erbij houden want je bent zo 3 uur aan het rijden.
Dieselen
De meeste endurance ruiters hebben toch eerder een volbloed of een warmbloed onder het zadel, en geen koudbloed. Er zitten duidelijke verschillen in de training van deze type paarden. Koudbloeden zijn veel gevoeliger voor verzuring, het is daarom belangrijk dat je hiervoor uitkijkt en meer op vet verbrandt.
Bij een koudbloed duurt het wat langer voordat ze warm zijn, dus je moet wat langer dieselen. Ze kunnen het dan op de lange termijn wel weer langer volhouden. Bij een volbloed doe je meer interval training, bij de koudbloeden focus je echt op het constante op de lange termijn.
Dit betekent wel dat het met een koudbloed lastiger zal zijn om daadwerkelijk wedstrijden te winnen. Wil je echt een klasse 4 op hoog tempo winnen, zal je toch een volbloed nodig hebben. Toch zijn er koudbloeden die dit uit kunnen rijden.
De zonsopgang tegemoet rijden
Else is zich inmiddels aan het voorbereiden op het volgende seizoen. Met Luna wil zij klasse 4 startgerechtigd worden. Winnen hoeft voor haar niet, maar een 120km uitrijden staat wel op haar doelenlijst.
Haar ultieme pennydroom is de Heidedistanz nabij Hamburg. Dit is een trektocht die ’s nachts in het donker begint. Het komt daarom dus aan op vertrouwen tussen jou en je paard. In plaats van de bekende lussen, rijdt je hier in etappes een trektocht over de Duitse heide. De zonsopgang tegemoet rijden, dat moet kicken zijn.
Voor de wedstrijd moet je klasse 4 startgerechtigd zijn, de minimale afstand is 80km, maar je kan ook 100, 120 of 160km rijden.
Een andere rit die nog op het lijstje van Else staat, is de Eiffelblick. Deze wedstrijd mag je pas starten als je zelf 40 jaar oud bent, en is dus een veteranenrit. Je rijdt hier 2x 40km verdeeld over twee dagen. Het is een grote chaos, menners mogen ook meedoen, en je ziet er alle typen paarden aan de start.
Wij willen Else in ieder geval enorm veel succes wensen, en hopelijk kunnen we dan in de toekomst nog een mooi artikel schrijven over haar deelname aan de Heidedistanz!