Bokt community
Mijn vorige blog maakte veel los, aan één kant is dat voor mij natuurlijk leuk. Aan de andere kant raakte het me wel om te lezen hoeveel mensen kampen met onbegrip, zowel naar zichzelf toe als van hun omgeving. Één van de dingen die ik een paar keer las ging over de moeilijkheid van grenzen bepalen en aangeven. Zowel voor de “patiënt” (even bij gebrek aan betere term.) als voor de omgeving. Ik ben voor één keer verstandig geweest en heb mijn visie daarop bewaard voor deze blog.

In mijn ervaring zijn er verschillende aspecten die maken dat “grenzen” zo'n issue zijn.
Ten eerste zijn grenzen confronterend. Grenzen zijn het bewijs en daarmee ook het besef dat je niet meer bent wie je was. Mijn omgeving probeerde, en probeert nog steeds, om me daar tegen te beschermen, uit liefde. Maar doorheen de jaren ben ik gaan beseffen dat ze me daarmee eigenlijk te kort doen. Want hoe moet ik ooit weten wat ik kan, als ik nooit tegen mijn grenzen op mag lopen?
Zeker in de beginjaren hadden mensen de neiging om me veel uit handen te nemen. Ik zeg het altijd al lachend maar het is eigenlijk wel zo, ik heb in feite maar één nuttige hand. Het gevolg is dat bepaalde taken dus ook een stuk trager gaan. Heel vaak werden die taken me dan (soms letterlijk) af gepakt omdat ze zagen dat het me frustreerde.
En natuurlijk frustreert het me, als een taak die vroeger simpel was, nu een klein gevecht is. Maar het frustreert me nog meer wanneer mijn omgeving me niet de kans geeft of gunt om handiger te worden. Er is een kans, dat bepaalde taken me niet meer gaan lukken. Fruit en aardappelen schillen is na negen jaar nog steeds een strijd wat me doet vermoeden dat dat ook niet meer gaat verbeteren. Maar hoe had ik daar ooit achter kunnen komen als ik het ooit mocht doen? En dat is de clue, wanneer je iemand te veel wil beschermen tegen dergelijke confrontaties, ben je jezelf aan het beschermen tegen de pijn die het jou doet om de andere persoon te zien worstelen. Je bent niet die persoon aan het helpen. Want als je nooit tegen grenzen aan mag lopen, moet je je de rest van je dagen af vragen of het je nog gelukt zou zijn en in mijn persoonlijke mening, is dat erger. Dat gevoel dat, door ziekte, mensen je niet meer de kans geven om achter je potentieel te komen en je te ontplooien. Iets wat een basisvoorwaarde is voor geluk (aldus Maslow). Uiteindelijk is revalideren ook een proces van opnieuw kennis te maken met jezelf. Met je eigen hoofd en je eigen lijf. En daar moet je de ruimte en tijd voor krijgen. Dat is niet iets dat je op een jaar of twee jaar voor mekaar hebt.
Mijn man is daarin handig geworden. Die beseft dat ik zelf achter dingen moet komen en dat hij me soms gewoon moet laten klungelen. Als het echt niet lukt vraag ik vanzelf wel naar een oplossing, maar voor mij is het heel belangrijk, dat hij het respect heeft voor me, om me de tijd en ruimte te geven om tot die conclusie te komen en om ze te accepteren. Want het is niet alleen beseffen dat daar een grens ligt. Het is ook een proces van accepteren dat die grens daar nu ligt.

Grenzen erkennen en aangeven is niet altijd simpel. Ik ben na negen jaar nog steeds aan het wennen aan mijn nieuwe lijf. Een tweetal jaar geleden kwam ik tussen mijn jonge merrie en de stalwand terecht om de simpele reden dat ik er geen rekening mee gehouden had dat mijn lijf niet meer zo snel reageert als vroeger. Het resultaat was een drietal gebroken ribben en een gekneusde schouder en elleboog. Toen mijn fysio vroeg wat er gebeurt was kon ik alleen maar gefrustreerd zeggen “inschattingsfoutje.”
En dat was het uiteindelijk ook. Ik rekende op de snelheid en flexibiliteit van het lijf dat ik vroeger had. En zodra ik tussen merrie en muur stond was de eerste droge gedachte die ik had “well that didn't go as planned.” En je vindt daar manieren om heen. Maar alvorens je op zoek kan gaan naar die manieren moet men je wel toe laten om er achter te komen dat je ze nodig hebt.
Mensen die met paarden werken zijn zich over het algemeen goed bewust van hun limieten, indien ze dat niet zijn, worden ze daar vanzelf veelal letterlijk heel hard op gewezen. Ik las op facebook het zinnetje “Equestrians know their limits, They don't pay much attention to them but they know them.” En dat is een mentaliteit die veel mensen met hersenletsel ook aan nemen. Omdat “men” die limieten vaak na verloop van tijd niet accepteert of niet meer geloofd omdat ze zo grillig kunnen zijn. Dat is één van de redenen waarom grenzen aan geven en respecteren zo moeilijk is.
Een tweede is dat je je er vaak pas bewust van wordt wanneer het mis gaat. En per keer dat het mis gaat, blijft het, bij mij in ieder geval, wel beter hangen. Dat die grenzen er nu zijn. Wat het zo belangrijk maakt om in de fout te kunnen en mogen gaan. Ik ben nogal impulsief dus over de jaren heen heb ik al behoorlijk wat confrontaties met mezelf gehad. Dat maakt dat ik ook heel snel heel veel leerde over mijn nieuwe zelf. Maar nog steeds verrast mijn lijf me. En ik begin nu heel stilaan overtuigd te geraken van het feit, dat ik mezelf meer tijd moet geven om mijn nieuwe “ik” te leren kennen en te gaan accepteren. Na een jaar tot tweetal jaar verwachten mensen vaak dat het “nu wel klaar is”. De mentale impact van hersenletsel wordt flink onderschat. Je bent niet na een jaar over het feit dat je jezelf kwijt geraakt bent. Zo werkt het niet. Het is zoals met elk verlies. Je leert er mee leven maar het blijft een gemis. En dat is geaccepteerd wanneer je geliefden verliest, waarom dan niet wanneer je letterlijk jezelf verliest?
Tussen de paarden zijn die grenzen voor mij persoonlijk, vaak nog moeilijker. Ik werk graag met heethoofden en dieren met een flinke mening. Nog steeds. Onder het zadel is dat veelal ook geen probleem. Juist omdat ze van zichzelf graag willen gaan en omdat ze van nature erg sensibel zijn op hulpen, is het voor mij vaak makkelijker om ze “binnen mijn beperkingen” aan het lopen te krijgen. Sensibele paarden zijn in mijn ervaring nl. vaak ook erg slimme paarden. Paarden die, als je respect hebt voor hun zijn en hun eigenheidjes accepteert, ook enorm open staan voor jouw zijn en eigenheidjes. Eenmaal de samenwerking er is, hebben mijn paarden mij altijd in de gaten. Als Sam langs me loopt is het net een herdershond, hij loopt áltijd te kijken naar waar ik ben en wat ik doe. Iets wat voor hem zeker niet van nature kwam want Sam is een extreem neurotisch paard dat snel afgeleid geraakt en die echt heeft moeten leren om te blijven onthouden dat er nog een levend iets aan de andere kant van zijn touw hangt als hij zich ergens in op jaagt. (en Sam ging een week geleden totaal over de rooie van het feit dat de mais afgereden was langs de paddock. Dus echt het gebrek aan maisplanten op zichzelf. Er waren geen machines meer aanwezig op dat moment.) Ook de jonge bulldozer geraakt steeds minder vaak afgeleid.
Het merendeel van de tijd kan ik die heethoofden ook aan de hand dus nog prima begeleiden. Maar er zijn van die “accute” momenten dat ik mijn man er bij moest halen. (die overigens ook een leven lang met de uitzonderingen op de regel gewerkt heeft. Wat wellicht verklaart waarom hij met mij wilde trouwen.


De grenzen waar ik tegen aan loop zijn geen gevangenis waarbij op de plek blijven trappelen de enige mogelijkheid is. Ze zijn meer zoals een nieuwe oversteekplaats moeten zoeken bij een rivier. Soms moet ik even langs die rivier op lopen om een plek te vinden waar ik er wel overheen kan. Maar om tot die conclusie te komen, en dat te leren, heeft mijn omgeving me wel moeten toelaten, om tegen die grenzen op te lopen en geconfronteerd te worden met die beperkingen. Mensen veranderen pas wanneer dat nodig is. Zolang men je geen reden geeft om te zoeken naar alternatieven, doen we dat over het algemeen niet. "Don't fix it if it's not broken."
Klusjes waar ik vroeger probleemloos mijn plan mee trok, moet ik nu toch vaak hulp voor in schakelen. En als ik in een koppige bui besluit om mijn plan te trekken. Dan lig ik 's avonds op de zetel te vergaan van de pijn en zegt mijn man heel rustig. “Nu je weet dat je het nog kan als het moet, zal ik het toch maar doen de keren dat het niet moet?”