Blog
Na een korte side-track betreffende hoe ik af richt, terug naar mijn “schema”.
Toen Sam en ik eenmaal de neuzen in dezelfde richting leken te hebben, wilde ik natuurlijk ook weer wedstrijd gaan rijden. Ik had het ergste inmiddels wel gehad leek me. Ik begon vol goede moed aan mijn zomer-seizoen. Ik ben geen nerveuze ruiter. In den beginne wel. Maar ik heb dankzij een fantastische eerste trainer toen ik 12 was, heel veel geleerd over wedstrijd rijden en ook de mogelijkheid gekregen om mentale coaching te volgen. Iets wat ik elke wedstrijd-ruiter zou aanraden! Dus ik zag geen beren op de weg.
Er waren veel beren op de weg….
Het losrijden op zichzelf was al een flinke confrontatie. Ik was zo bezig met alles rondom me. (Iets waar ik vroeger geen last van had.) Dat ik vergat te rijden. Mijn hersenen stonden er op om elke prikkel te verwerken. Elk gesprek, elke combinatie, elke geur, alles moest ontleed worden. Mijn toenmalige trainster kwam met het idé om bij het losrijden oortjes in te doen waarbij je ook kan terug praten. Ze sleurde me een jaar lang door het losrijden heen. Doordat ze bijna constant tegen me praatte en me hielp door te zeggen wanneer ik voor een andere combinatie moest uit kijken, kon ik me geheel op Sam en haar stem focussen. Geleidelijk aan leerde ik bewust te negeren wat onbelangrijk was. Dat vergt veel energie en concentratie en op slechte dagen lukt het niet altijd maar het is wat het is.
Inmiddels kan ik weer alleen losrijden maar als Chris op een wedstrijd rond loopt en hij ziet me verloren rond kijken met een uitdrukking die duidelijk maakt dat ik overweeg om af te gaan zadelen. Dan roept ie me even bij zich en dan heb ik weer een focus-punt. Op kampioenschappen is, of Chris er, of mijn man komt mee. Als ik in paniek raak van de prikkels, en dat gebeurt wel eens, men verward dat veelal met nerveus zijn, maar het is puur overprikkelt zijn. Kan mijn man me vaak ook weer tot een staat van functionele paniek brengen ipv hopeloze. Als ik er alleen voor sta komt het wel eens voor dat ik met tranen in de ogen aan mijn proef begin omdat mijn hersenen zo druk zijn, dat ze niet meer lijken te weten wat de juiste respons is. Blijkbaar is janken een multi-functionele reactie die zowel ontlading als helderheid brengt. Het motto van mijn hersenen: Als je geen idee meer hebt wat te doen: janken!


Na een kampioenschap waar Chris binnen kwam net toen ik zei "ik stop, ik kan het niet." en terug naar de trailer wilde zonder proef te rijden. Samen met twee van de amazones die me ten alle tijde moed in praten!

Ik gok dat het iets te maken zal hebben met het feit dat men vermoed dat tranen produceren er voor zorgt dat het voor onze soortgenoten duidelijk wordt dat we een vorm van hulp nodig hebben. Over het algemeen, als iemand zit te huilen, is de gemiddelde respons om die persoon bij te staan. Het gekke is, dat zodra ik aan mijn proef begin en ik dus een paar seconden met Sam alleen in de ring geweest ben, dat dat gevoel dan nagenoeg volledig weggeëbd is. Mijn paarden zijn wat dat betreft echt mijn anker. Zodra ik de ruimte en mogelijkheid heb om me volledig op mijn paard te focussen, ebt die paniek in recordtijd geheel weg. Ténzij er dus een hindernis op duikt zoals er achter komen dat ik de verkeerde proef geleerd heb na het groeten en meteen er achteraan besef dat ik niet om geschakeld raak omdat ik dan dus verplicht word om mijn aandacht terug te verdelen. (Want ik moet luisteren naar mijn lezer.) En dat werkt dus niet meer. En het is niet alleen dat ik niet meer kan schakelen, het is ook dat mijn hersenen auditieve informatie veel slechter verwerken dan gemiddeld. Het komt nog wel binnen maar er wordt niets meer mee gedaan. Het heeft beschamend lang geduurd voor ik door had waarom het me met de beste wil van de wereld niet meer lukte om op mijn lezer te rijden. Tot ik, in een zoektocht naar iets anders, mijn neuropsychologisch verslag tegen kwam… Ineens viel alles op zijn plek.
Ik heb dus een lezer omdat ik die altijd gehad heb en ik niet van verandering houd maar ik ken eigenlijk altijd mijn proeven vanbuiten. Iets wat het laatste jaar al meer dan eens een geluk geweest is. Mijn moeder heeft moeite met de 20*60 letters en ze gooit ze vaker wel dan niet door elkaar. Op de filmpjes zie je dan de jury echt even op z'n protocol checken wie van de twee gelijk heeft betreffende het gereden figuur. Mijn moeder of ik.

Ik laat dus ondanks dat ik amper luister, altijd iemand lezen omdat het mij een zekere “rust” geeft. Het is iets bekend, mijn proeven zijn altijd voor gelezen ook al ken ik ze vanbuiten. Er staat iemand langs de ring en die persoon staat daar voor mij. Ik vraag me af hoeveel ruiters er bij stil staan dat die lezer ook echt best een “mentale steun” is. Er staat iemand aan de ring die aan “jouw kant” staat. Vroeger had ik een lezer voor als ik de draad kwijt raakte zodat ik even terug kon oppikken. Maar in het begin van het afgelopen seizoen kwam ik er dus op de harde manier achter dat dat niet meer werkt.
Zoals altijd had ik mijn proef vanbuiten geleerd. Dus ik stuurde vol vertrouwen binnen, groette en mijn moeder las een andere proef dan ik vanbuiten geleerd had…. Na het tweede belletje (en een inmiddels geërgerde jury) besefte ik dat ik de foute proef geleerd had en dat niet alleen… Ik wist dat mijn moeder aan het lezen was en ik hoorde haar ook wel, maar ik kon niets met die informatie… Dat was, op zichzelf, een hele enge gewaarwording. Ik hoorde het wel maar ik kon er op geen enkele manier “betekenis” aan hangen om er naar te handelen. Ik probeerde tegen beter weten in verder te rijden, ik weet nog steeds niet of dat was omdat ik wilde proberen te rijden op mijn lezer, of omdat ik dusdanig in chaos was in mijn hoofd dat ik gewoon niet meer bedacht kreeg om af te groeten. Toen ik het derde belletje hoorde (uitsluiting.) kwam er genoeg tegenwoordigheid van geest terug dat ik puur uit gewoonte nog naar X gereden ben en afgegroet heb..



Gedurende een andere wedstrijd even de lezer straffen voor de leesfout.

De uitsluiting op zich had ik geen moeite mee. Wel met de confrontatie. Het gevoel dat ik Sam in de steek gelaten had die er zó fijn aan stond. Een heel terras vol met verwarde gezichten. Ik loop inmiddels al 17 jaar mee bij onze provinciale. Iedereen weet dat ik ervaring genoeg heb en over het algemeen goed proeven kan rijden. Ook als het mis loopt omdat Sam schrikt of gespannen is weet ik dat normaal goed op te vangen. En nu ging het gewoon vanaf de groet compleet mis. Nu is het zo dat op wedstrijd nog steeds erg weinig mensen weten dat ik hersenletsel heb. Er is ooit wel eens een artikel over geschreven in de plaatselijke krant waardoor inmiddels meer mensen het weten maar het is een minderheid die de krant leest blijkbaar.

Maar wat ik niet kon verdragen, zeker niet op dat moment, was de manier waarop hij me vervolgens aan ging, dat ik mijn proef had moeten leren en dat ik niet zo laks moest zijn als ik wedstrijd wilde rijden.. Dat sneed zo veel dieper dan hij beseft kan hebben want god wat moet ik dagelijks vechten om te doen wat ik doe... Ik begreep hem. Hij reageerde er van uit gaande dat het laksheid was. En het was precies dát besef dat maakte dat ik “sorry” mompelde en huilend de ring verliet. Ik ben geen “verdriet” huiler. Ik relativeer heel veel, zeker op wedstrijd. Maar mijn tranen waren niet voor de proef óf voor een geërgerde jury. Mijn tranen waren voor mezelf en elk stukje van “mij” dat ik in heb moeten leveren. En de wetenschap dat ik vrijwel altijd alleen zal staan in dat besef. Aan de buitenkant zie je niet dat het oorlog is in mijn hoofd en lijf… Ik besefte keihard dat er vast veel mensen zijn die mijn “beperkingen” als luiheid en gemakzucht zien. Niet hun schuld. Ook niet de mijne. Gewoon een treurig, frustrerend feit.
Omdat ik niet meer wilde reageren, ik wilde gewoon zo snel mogelijk weg, weg van het publiek dat nog steeds verward was, weg van de jury die mij “laks” vond en omdat ik toch niet meer kon bedenken dan “sorry” begon ik de ring te verlaten en sprak hij mijn lezer aan.
Ik sta er in principe op om mijn hersenletsel niet te “gebruiken”. Niet als het telt. Als ik aan het spelen ben of aan het zeveren ben gooi ik het er wel eens in. Heb wat dat betreft inmiddels al een paar leuke anekdotes. Als ik de nadelen heb mag ik er ook wat voordelen uit halen vind ik.


Maar ik gebruik het niet als het serieus is. Mijn lezer is mijn moeder en die respecteert in principe die keuze maar de jury in kwestie maakte het zo bont in zijn reactie over mij naar haar toe, dat ze zei “met alle respect mijnheer, ze heeft haar proef geleerd zoals ze altijd doet, maar de verkeerde proef en door hersenletsel is het haar te veel geworden. Ze heeft gewoon niet meer kunnen om schakelen naar mij en geloof me als ik zeg dat zij daar veel meer van af ziet dan u.”
De jury in kwestie heeft toen na een geschokte pauze naar het schijnt zijn excuses aangeboden maar in mijn mening waren die onnodig. Je kan geen rekening houden met iets dat je niet weet. Ik wil niet dat hij rekening houdt met mijn hersenletsel. Ik hoop wél dat hij in een volgende situatie als deze zijn fatsoen houdt. IMO verdient geen enkele ruiter, met of zonder hersenletsel, om zo aangegaan te worden na een uitsluiting. We zijn mensen, we maken fouten.
Ik zat ondertussen met een afgezadelde Sam op de laadklep van mijn vrachtwagen. Sam stond, loyaal, met zijn neus tegen me aan. Vrienden die mee waren zaten in stilte naast me, wij gaan ook al een zeventien tal jaar terug inmiddels. Pas toen ik voor me uit ging staren vroeg de vrouw van het koppel “gaat het?” waarop ik haar vertelde wat me dwars zat. Ze knikte alleen maar want je kan er nu eenmaal niet veel op zeggen. En soms heb je gewoon mensen nodig die naast je zitten wanneer het voelt alsof het allemaal naar de hel gegaan is. Zodra ik zei “Achja, Sam is gelukkig tevreden...” grijnsde ze en zei ze “joh. Sam heeft zijn middendraf gedaan! Voor hem was het een topproef, middendraf showen en klaar.” Het is een beetje een lopend grapje tussen ons dat Sam alleen maar braaf is op wedstrijd omdat hij weet dat ie zijn middendraf mag doen ergens in de proef.


Het koppel in kwestie... Geen bloedverwanten, wel familie...

Tegen de tijd dat een paar bevriende ruiters die weten dat ik op zo'n moment tijd alleen nodig heb, besloten hadden dat het inmiddels wel veilig was om te komen kijken hoe het met me ging, waren we alweer grapjes aan het maken. Er werd besloten dat ik het weekend er na toch zou rijden. Normaal had ik gepland om die over te slaan maar dat was nu geen optie meer. Mijn conculega's leken er (bewust of onbewust) hun missie van te maken om me bij te staan op wedstrijd. En ook dat zou ik meer willen uitlichten in mijn volgende blog.
Uitzonderlijk besloot ik mezelf één dagje rouw te gunnen op maandag. Rouw voor alle stukjes “ik” waar ik afscheid van heb moeten nemen. Dat is een deal die ik sinds vaker met mezelf maak en waar ik veel baat bij heb. Ik mag mezelf missen. Ik mag balen en gewoon even ongelukkig zijn.. Ik moet mezelf verplichten om af en toe even stil te staan bij die gevoelens en dat verdriet als ik er mee geconfronteerd word. Ze blijven ontkennen en wegduwen heeft geen zin. Daar wordt niemand beter van. Ik mag er niet in blijven hangen van mezelf. Maar ik mag wel, als ik een confrontatie met mezelf heb, een paar dagen gewoon verdrietig zijn. Mijn frustratie en verdriet mogen er zijn, ik hoef niet altijd dapper en en happy te zijn om anderen te sparen. Je mag soms bij de pakken neer gaan zitten… Je mag er alleen geen kamp maken.