Welzijn
Paarden in de wei. Foto: Amanda
De langdurige droogte heeft nefaste gevolgen, ook voor je paard(en). Door watergebrek kan niets goed groeien en voldoende beregenen is niet altijd mogelijk of mag niet. Door de vermindering van grasgroei kan misschien minder of geen hooi voor de winter gemaakt worden en is het schipperen met beweiding en het in stand houden van een gezond perceel. Paarden mogen in de zomer de wei in om daar hun rantsoen te eten, maar ook voor het sociale contact en noodzakelijke beweging.
Als je kijkt naar hoeveel energie en eiwit gras bevat, dan is het net zo rijk als paardenbrok. Het eiwitgehalte is zelfs veel hoger. Groeit het gras, dan veranderen deze gehalten. De bladeren bevatten veel eiwit en weinig vezels. Als de stengel langer wordt, stijgt het vezelgehalte. Vezels kunnen paarden goed in energie omzetten maar deze omzetting kost bij oudere planten meer tijd. Uiteindelijk neemt een paard met jong, eiwitrijk en vezelarm gras meer energie op dan met gras dat lange stengels heeft en bloeiwijzen bevat.
Vezelrijk gras is een meer natuurlijke voedselbron dan jong vezelarm gras. Omdat weidegang niet vergelijkbaar is met de situatie van vroeger en een veel rijker aanbod van gras heeft, is ook dit vezelrijke gras voor de meeste paarden een overdaad.
Uren in de wei
Paarden en vooral pony’s kunnen in korte tijd heel veel gras eten. In een onderzoek bleek dat in drie uur tijd pony’s al 70-75% van hun benodigde energie met gras hadden verorberd. Er zijn paarden die met dag-en-nacht weidegang prima op gewicht blijven, maar dit zijn echt de uitzonderingen op de regel. Weidegang moet voor de meeste paarden beperkt worden. Om schranzen te voorkomen is het geen goed idee de perioden korter dan 1,5-2 uur te maken. Want paarden leren snel en hebben gauw genoeg in de gaten dat de periode in de wei van korte duur.
Droogte
Sinds de uitzonderlijke droogte van de afgelopen maanden is de grasgroei duidelijk anders. Het gras heeft door een tekort aan vocht veel moeite om energie uit zonlicht om te zetten in grasgroei. De omzetting van UV straling door de groene bladkleurstof (chlorophyl) in energie, die gebruikt wordt voor de fotosynthese, oftewel aanmaak van suikers, gebeurt overdag in het gras. De suikers worden vervolgens gebruikt om in plantmateriaal om te zetten en zo kan de plant groeien. Echter, bij tekorten aan onder andere water, is deze omzetting minder goed mogelijk. Het gevolg is dat de grasplant wel suiker maakt, maar niet of weinig groeit. Je ziet dan ook veranderingen in de gehalten van het gras: het suikergehalte stijgt, het eiwitgehalte daalt en de vezeltoename is zeer beperkt.
Wat moet je doen?
- Het gras niet te kort laten afgrazen (5 cm) en op tijd het paard een nieuw stuk geven.
- Paarden inscharen op een weide met ongeveer 15-20 cm gras (of wat langer).
- Als gras niet groeit, de paarden meer uit de weide halen en bijvoeren.
- Bij toename van de BCS paarden minder gras laten eten en/of meer laten werken.
- Paarden met overgewicht, EMS of PPID (mits een goed gebit) met een graasmasker in de wei zetten (wel laten wennen).
- Paarden die spierbevangenheid hebben, met name bij PSSM als oorzaak, in deze periode maar enkele uren per dag weidegang geven of, bij extreme gevoeligheid, helemaal niet. En uiteraard een passend ander rantsoen geven.
- Seniore paarden, wel of niet met PPID, beperkte weidegang geven, bij voorkeur in de vroege ochtenduren en daarnaast bijvoeren om in conditie te houden.
- Merries met veulens een eiwitrijk voer bijgeven tijdens deze droge weideperiode.
- Alle paarden die met gras voldoende in conditie blijven een passend supplement geven met mineralen en vitaminen.