Bokt community, Blog
Arno8 heeft al sinds zijn 21e paarden. Eigenlijk was hij met zijn paard Volare vooral bezig met natural horsemanship. Tot hij wel een heel bijzondere discipline ontdekte... Exclusief voor Bokt schrijft Arno een reeks blogs over boogschieten te paard!
Eerdere blog: arno8 @ [VN] [BLOG] Boogschieten te paard: op wedstrijd!
We beginnen met een filmpje!
Ons belangrijkste doel bij de deelname aan de internationale wedstrijd boogschieten te paard in Hongarije is gehaald: we hebben nieuwe mensen leren kennen en hebben erg veel geleerd. Het secundaire doel is ook gehaald: we zijn niet laatste geworden! Al scheelt het niet veel

De wedstrijd werd georganiseerd door onze Hongaarse trainer Christoph Némethy op verzoek van de International Horseback Archery Alliance (IHAA). De eerste dag, donderdag 11 mei, was bedoeld om de beschikbare paarden te testen. Na het ochtendeten op het terrein riep de trainer iedereen bij elkaar om met zijn gebruikelijke humor wat belangrijke uitleg te geven. Dat ging ongeveer zo: "Iedereen hier is als het goed is een ervaren ruiter, maar ik wil voor de zekerheid toch vragen voorzichtig met onze paarden om te gaan. Singel ze dus alsjeblieft niet in een keer zo strak aan dat hun ogen eruit schieten en dat soort dingen."
De opzet van het testrijden was simpel: je geeft aan wat voor paard je wilt hebben, langzaam, normaal, snel, supersnel of dodelijk snel. De trainer wijst dan een paard toe dat je mag proberen en als het paard je niet bevalt mag je een ander paard proberen. Omdat wij al bekend waren met het terrein, de paarden en de zadels konden we veel deelnemers helpen met het halen van het juiste paard uit de wei en het opzadelen. Zo maakten we al snel contact met anderen.

José op Centurio
José had van te voren al gevraagd of ze op Centurio mocht, een mooie pittige vos van zo'n 1.50 meter met een redelijk snel tempo. Ik kreeg Chálogany toegewezen. Een wat grotere trage ranke goedzak met een nogal hobbelige galop. Als je heel goed kunt schieten, zou je met Chálogany een topscore kunnen halen omdat je heel veel tijd krijgt om te schieten. Aan het paard heeft het dus niet gelegen

De 50 deelnemers waren opgedeeld in 10 groepen die allemaal zo'n 3 kwartier kregen om hun paard uit te proberen. Omdat je niet allemaal in dezelfde groep zit, ben je steeds de hele dag aanwezig en zo raak je al snel aan de praat met andere deelnemers.

Finse elfjes versieren een Iraanse beer
Deze dag merkten we meteen wat een bijzondere sfeer je krijgt als je zo veel verschillende nationaliteiten door elkaar ziet die dezelfde liefde hebben. Veel mensen kenden elkaar al, terwijl ze duizenden kilometers van elkaar af wonen. Zo was er een groepje elegante Finse dames in prachtige middeleeuws ogende jurken. Ze trokken veel op met iemand die ik graag de Iraanse beer noem; een forse zongebruinde kerel met een rossige grijze baard, een hoofddoek zoals je bij piraten ziet en een zonnebril met bruine glazen. Op een gegeven moment hadden de Finse dames bloemen geplukt die ze een voor een in zijn baard staken. Hij liet het gelaten toe.

Oisin zoals we hem meestal treffen
Dan was er nog Oisin Curtis, die we van eerdere wedstrijden in Engeland kennen. Een bijzonder gezellige half Ier/half Engelsman die graag opschept over de hoeveelheden drank die zijn lever kan verwerken. Als hij vertelt over zijn deelnamen aan eerdere wedstrijden, pronkt hij niet met de door hem behaalde scores... nee, het gaat eerder over hoe hij er bijvoorbeeld in slaagde 8 Polen onder de tafel te drinken.
Toen hij op een gegeven moment op Facebook serieus verslag deed van zijn vorderingen in deze wedstrijd vroeg een vriend van hem bezorgd: "Het lijkt wel alsof je je nu meer richt op het boogschieten te paard dan op drankgebruik en gezelligheid. Is er iets aan de hand? Ben je ontvoerd en probeer je ons iets duidelijk te maken? Moeten we je komen redden?"
Wedstrijd of training?
Naast de wedstrijdbaan was een schietbaan ingericht zodat je te voet wat kon trainen en in kon schieten. Hier was alle wedstrijddagen de hele dag wel wat te doen. Wij waren natuurlijk niet de enige trainers daar en als je iemand met een andere techniek ziet raak je al snel aan de praat. "Waarom doe je dat zo?" Zo'n simpele vraag kon meteen uitmonden in een trainingsessie waarbij je een nieuwe techniek aanleert. Het leukste onderdeel van de wedstrijd vond ik eigenlijk niet eens de wedstrijd zelf, maar de sfeer op de inschietbaan ernaast.
Zeuren
Natuurlijk waren er ook minder leuke dingen. Als je profvoetballer bent en er miljoenen op het spel staan, snap ik dat mensen iedere smerige truc die ze kunnen bedenken uit de kast halen om de wedstrijd te winnen (en dan nog vind ik het stom als mensen dat doen).
Maar bij deze wedstrijd stonden nou niet bepaald miljoenen op het spel, en dan is het jammer als je gedurende de testdag merkt dat sommige mensen voortdurend 'niet tevreden' zijn met hun paard. Want tja, als je 'niet tevreden' bent, mag je nog eens drie kwartier op een ander paard oefenen en als je dat de hele dag volhoudt, kun je dus een volle dag oefenen voordat de echte wedstrijd begint. Met de paarden daar is echt niks mis, dus als organisatie had ik zelf gezegd: je mag maximaal twee paarden proberen en dan moet je een keuze maken.
Ik had gehoopt in de avonduren nog even te voet de afstanden op deze baan te kunnen oefenen met mijn nieuwe boog. Mijn nieuwe boog is krachtiger en dat betekent dat de pijlen veel hoger belanden dan ik gewend ben, dus daar had ik graag even aan willen wennen. Maar omdat een groep mensen in de avond nog steeds 'niet tevreden' was met het paard, bleef de baan de hele avond bezet.

Werk aan de baan...
Hier kwam ook een stukje Hongaarse organisatie om de hoek kijken. Als je zo'n wedstrijd in Engeland zou hebben, dan is de hele baan al opgezet als je aankomt en hoeft er niks meer te gebeuren. Maar in Hongarije is het normaal dat zoiets op het laatste moment gebeurt. Na het uitgelopen testrijden moest er dus nog van alles aan de baan gebeuren. Voor een laptop om de scores bij te houden moest nog even een elektriciteitskabel worden aangelegd, die moest onder de baan door. Interessant detail is dat het hele terrein een keiharde rotsbodem heeft dus was een stel gespierde Hongaren de hele avond bezig met onder meer een pikhouweel, een ijzeren staaf en een flinke hamer bezig om een soort tunnel onder de baan door te slaan.
Wel waren van alle deelnemende landen vlaggen geregeld, die moesten alleen nog in de grond worden gezet. Ik had al snel door dat het eten pas zou komen als dit allemaal geregeld was dus even later liep ik met een stapel vlaggen achter de trainer aan, die met een pikhouweel gaten in de grond sloeg waar ik de vlaggen in moest zetten.
Ochtendstond...
Na het verlengen van de baan, het ophangen van nieuwe doelpakken en nog wat andere klussen konden we eindelijk eten. Daar werd de planning voor de volgende dag bekend gemaakt, het bleek dat José en Yssette (een vriendin van ons die ook meedeed) in de eerste groep zaten en dat betekende dat we om 06:00 uur op moesten staan.
Tijdens het avondeten vroeg de trainer nog kort aan de aanwezigen: "Is er iemand die de regels voor het Hongaarse onderdeel niet kent?" We dachten van wel en zeiden dus niks, waarop er geen verdere uitleg werd gegeven.

Nog een foto van de Iraanse beer, omdat hij cool is
In dezelfde groep als José en Yssette zat Emil Eriksson: een in dit wereldje bekende trainer uit Zweden. In filmpjes hebben we hem de Koreaanse stijl zien beoefenen en dus waren we benieuwd hoe hij het op het Hongaarse onderdeel zou doen. Wat mij verbaasde, was dat hij voor een 'deadly fast horse' had gekozen, namelijk Chenge. Dat leek mij niet slim omdat je vanaf een trager paard veel meer pijlen kunt schieten en dus meer punten kunt scoren. Maar al snel ontdekte ik dat we beter 'nee' hadden kunnen roepen toen de trainer vroeg of we de regels kennen.
De IHAA heeft namelijk wat andere regels voor de Hongaarse baan dan we gewend zijn. De belangrijkste verschillen: de baan is 99 meter in plaats van 90 meter, je krijgt 20 seconden de tijd in plaats van 16 seconden en je mag voordat je in galop gaat al een pijl laden. We merkten al snel dat dit in de praktijk betekent dat je ontzettend veel bonuspunten op tijd kunt binnenharken. Voor iedere seconde onder de 20 krijg je namelijk een punt. Chenge legt de 99 meter in 9 seconden af. We kregen 9 runs en dat betekende dus dat Eriksson 9 keer 11 punten op tijd kreeg.
Botsing van twee werelden
Emil Eriksson bleek niet de enige met deze techniek. Ik zag hier een botsing van twee werelden: bij onze techniek houden we de pijlen vast in dezelfde hand als onze boog, zodat we ze razendsnel kunnen laden en veel pijlen gericht op de doelen voorwaarts, zijwaarts en achterwaarts kunnen schieten.
Maar een andere groep laadt de pijlen uit een pijlenkoker en schiet een flink stuk langzamer. Zij kiezen dus voor een razendsnel paard om punten op tijd binnen te harken en schieten meestal maar één pijl raak, soms 2 en zelden 3. Het voelde voor mij meer aan als paardenrennen waarbij je ook een pijltje schiet. Dit was ook terug te zien in de scores die waren opgedeeld in geschoten punten en tijdspunten. Bij degenen die uit een koker schieten zag je vaak dat hun tijdspunten meer dan twee keer zo hoog waren als hun geschoten punten.
Gelijke score, maar...
José had zelfs evenveel geschoten punten als Emil. Zij heeft door een drukke baan niet vaak tijd om te oefenen. Tijdens de wedstrijd wist ze haar concentratie goed te behouden en iedere run punten te scoren. Wel merkten we dat ze toe is aan een krachtigere boog omdat deze boog de schoten op grotere afstand nauwelijks haalt. Door de bonuspunten op tijd eindigde Emil uiteindelijk toch nog een flink stuk hoger dan José, hij had namelijk 99 bonuspunten waar José er 55 had.
Ik begon mezelf al aardig zenuwachtig te maken. Ik zou aan het einde van de dag aan de beurt zijn en vroeg me af of ik nu wel het juiste paard had. Maar al snel besloot ik dat snelheid niet de manier was om te winnen. Je komt er een eind mee, maar tegen iemand die iedere ronde 20 geschoten punten scoort kun je nooit op.

Het schoonvegen van de baan
Ik probeerde mezelf moed in te praten, dat ik heus wel 20 punten per ronde kon scoren en dat het vanmiddag als ik aan de beurt was allemaal ging lukken. Alleen toen barstte er een enorm noodweer uit. Zo hevig, dat de wedstrijd na een verwoede poging het water van de baan te vegen alsnog werd stilgelegd. We zijn inmiddels gewend aan de gang van zaken in Hongarije en dus snapten we dat het uren zou duren voordat duidelijk was hoe en wanneer we verder zouden gaan.
Gemotiveerde idioten
Ik heb toen even tijd gevonden om alsnog te voet op de wedstrijdbaan wat pijlen te schieten. Sommige deelnemers dachten waarschijnlijk dat ik een idioot in de regen was, maar al snel voegde een bijzonder aardige Engelsman, Michael, zich bij me. "Wat een goed idee van je! Dat ga ik ook doen! Tof dat je zo gemotiveerd bent!" We kwamen snel tot de conclusie dat we blij waren met elkaars gezelschap. Allebei wisten we dat we niet in de top zouden belanden, maar dat we alles wat er bij ons in zit uit wilden halen. "Ik ben blij dat ik niet de enige idioot in de regen ben", zei ik tegen Michael.
Boos te paard
Uiteindelijk bleek dat ik de volgende ochtend op zou mogen. Omdat het tegen die tijd alweer laat was begon de vermoeidheid een rol te spelen. Ik kreeg een meningsverschil met José over de te volgen strategie. Zij was bang dat ik met Chalogány over de dodelijke grens van 20 seconden zou gaan (je krijgt dan 0 punten), ik was te zenuwachtig om haar goedbedoelde advies op een nette wijze af te wimpelen en zo zat ik met een veel te gespannen gemoed, alsof er miljoenen op het spel stonden, en een chagrijnige kop in de wedstrijd. Ik was helemaal kwijt waarom ik dit eigenlijk doe: omdat ik het leuk vind!
Het is eigenlijk een wonder dat ik nog 65 punten en zo'n 10 bonuspunten tijd wist te scoren. Het lieve aan José was dat ze ontzettend baalde dat ze het beter had gedaan dan ik. Ze had het mij heel erg gegund maar het was natuurlijk mijn eigen dikke schuld dat ik me zo had lopen opwinden. Achteraf is dit wel heel leerzaam geweest, alleen nu nog zorgen dat ik me op een volgende wedstrijd niet weer zo op ga winden.

Voorbereiding op de wedstrijd
Een belangrijke troost was uiteindelijk hoe ontzettend goed de Hongaren het deden. Want tja, dat ik verlies, dat kan nog. Maar het zou verschrikkelijk zijn als blijkt dat we al jaren aan het oefenen zijn in een techniek die niet de beste is. Maar twee Hongaren in het bijzonder lieten zien hoe hoog je kunt scoren met een goede techniek en een langzaam paard.
Superfamilie
Het gaat om Levente Maucha (18 jaar) en Àgi Maucha (16 jaar), broer en zus. Ze trainen al jaren samen met hun vader Gergö mee bij Christoph Nemethy, en alleen al door hun beleefdheid en vriendelijkheid zou je zelf bijna aan kinderen willen beginnen. Maar als je ze te paard ziet ken je ze niet terug. Dan worden het opeens een soort pijlen vurende precisiemachinegeweren. Ze schieten in die 20 seconden in de baan vaak 10 of 11 pijlen weg, op een enkeling na is alles raak. Levente haalde zo een score van 188 punten op dit onderdeel en Àgi 180.
Het opvallende is dat het publiek de eerste keer dat ze deze broer en zus in actie zien nog klapt, maar zij laten het er zo gemakkelijk uitzien dat het na een paar runs al als 'gewoon' wordt gezien en er geen applaus meer te horen is. Een van de Finse dames had een razendsnel paard met de goed gekozen naam 'Chili' en ook al schoot ze maar één pijl raak, ze kreeg altijd applaus omdat het er zo spectaculair uit zag. Het dier legde de baan van 99 meter in 7,77 seconden af

Applaus
Later op deze dag gingen we verder met het Koreaanse onderdeel. Dat leverde weer een bijzondere situatie op. Je mag hierbij de pijlen niet in de booghand vasthouden zoals we gewend zijn. Waarom is niet duidelijk, maar waarschijnlijk is dit besloten omdat degenen die gewend zijn uit een koker te laden anders geen schijn van kans meer hebben. Vanwege deze kromme regel hebben wij ook geleerd de pijlen vanuit onze laars te laden. José was een beetje van slag omdat Centurio opeens veel sneller dan gebruikelijk door de baan ging (9 seconden in plaats van 14 seconden). Ook is deze opstelling iets dat we thuis zelden oefenen, maar ze deed het toch nog aardig.

José en Yssette bereiden zich voor op de volgende run, in hun chaps zijn de pijlen te zien
Na het afzadelen werden we al snel benaderd door enkele Fransen. Zij wisten ons te vertellen dat het 'niet veilig' was om de pijlen vanuit je laars te laden en misschien zelfs verboden door de IHAA. Ik wist van onze trainer dat het ooit verboden was nadat de Hongaren op deze manier een wedstrijd dik hadden gewonnen, maar dat het inmiddels weer wel mocht. Ik zei dus dat het wel mocht waarna ze afdropen. Maar even later kwamen ze terug om te vertellen dat ze het toch weer gaan verbieden.
We haalden onze schouders op en dachten: dan verzinnen we wel wat anders. Yssette's moeder, met haar vader altijd een grote steun bij wedstrijden en activiteiten, reageerde verontwaardigd toen ze het achteraf hoorde. "Veiligheid? Oh, en met een niet te houden paard zonder cap op door de baan scheuren is zeker wel veilig?"
Tja, daar had ze wel een punt. Veel deelnemers hadden geen cap op en er zaten paarden bij die na de baan van 99 meter nog eens zo'n 99 meter nodig hadden voor ze uit hun rengalop kwamen. Het verbaasde ons ook niet bijzonder veel toen we Chili na een tijd met zadel maar zonder ruiter over het terrein zagen scheuren. Gelukkig zijn er geen gewonden gevallen maar wat veiligheid betreft is er wel heel wat winst te boeken.
Welke pijlenkoker?
Goed, pijlen in een laars zijn misschien ook wel niet heel veilig. Ik moest nog op voor het Koreaanse onderdeel en dus gingen we op zoek naar een oplossing. Er was weinig tijd en dus besloot ik de leren pijlenkoker van de Nemethy's te proberen. Ik had hem net om mijn heup gehangen toen Jens Vogt mij benaderde. Hij was steeds bijzonder behulpzaam geweest met tips op de oefenbaan en had een interessante en bijzonder paardvriendelijke visie op hoe deze sport moet worden beoefend. Hij wees naar mijn pijlenkoker en zei: "Deze werkt niet zo goed, als je wilt kun je de mijne wel proberen, ik kan je de techniek die erbij hoort uitleggen, die heb je zo onder de knie!"

De pijlenkoker van Jens
Om zijn middel had hij een pluizig stuk vilt hangen. Als je zoiets in een vuilnisbak zou zien liggen zou je denken: "Ja, daar hoort het thuis." Ik had ook niet echt zin om in de korte tijd die er nog was ook nog eens verschillende technieken uit te gaan proberen. Dus ik stond wat te weifelen. Toen kwam Gergö (de vader van Levente en Àgi) erbij. Hij raadde ook aan het vilten vuilnisding te proberen. Ik probeerde eerst nog een pijl uit de leren koker te laden. Toen ik die er snel uit wilde trekken, vormde het leer zich als een vliegenkleefband om de pijl heen en stond ik te rukken en te trekken om de pijl er centimeter voor centimeter uit te krijgen. Okee, toch maar een stuk vilt om mijn middel dan.
Het ding bleek bijzonder effectief. De pijlen bleven perfect op hun plaats, maar waren er wel gemakkelijk uit te trekken. Helemaal met de techniek van Jens, waarbij je met je hand eigenlijk langs je buik glijd tot je een pijl tegenkomt en die eruit trekt. Ik ben toen aan het oefenen geslagen en deze techniek was inderdaad snel onder de knie te krijgen!
Op deze manier had ik een voordeel ten opzichte van José en Yssette, want zij hadden niet zo'n goede pijlenkoker. Domme ik zag natuurlijk meteen een manier om toch nog hoger dan José te eindigen (mijn mannelijke trots kon het natuurlijk niet hebben dat zij hoger stond dan ik) en zo had ik weer heel wat druk op mezelf gelegd voor het Koreaanse onderdeel. Hier zou ik alles inhalen! Yssette waarschuwde nog dat het geen 'dick competition' was en dat zette me wel aan het denken.

Door het uitgelopen schema volgde ook dit onderdeel voor mij een dag later dan gepland. Toen we deze avond aan het eten waren, begon plots een muziekgroep Hongaarse volksdansnummers te spelen. "ah, een muziekje bij het eten, leuk!" dachten we eerst. Even later kwamen opeens een man en een vrouw in traditionele Hongaarse kledij de dansvloer op en vertoonden een spectaculaire volksdans. Goed, bij een Hollandse volksdans denk je misschien aan iets oubolligs voor in een bejaardentehuis, maar Hongaarse volksdansen zien er echt hip uit, waarbij de man zich op uitbundig moet uitsloven door hoog te springen, muziek maakt door op zijn knieeën te slaan en op de grond te stampen en op deze manier moet bewijzen dat hij het waard is om mee te trouwen.
Na een korte dans nodigde het koppel ons uit om deel te nemen in een groepsdans. Super leuk dus! Het werd zo natuurlijk wel de derde korte nacht op rij.
Lichte vooruitgang
Mijn domme 'ik moet winnen' instelling was de volgende ochtend iets minder aanwezig en de nieuwe pijlenkoker bleek goed te werken. Zo scoorde ik voor mijn doen flink wat punten in het Koreaanse onderdeeel. Ik had mijn achterstand wat ingelopen, maar was ontevreden dat ik nog niet boven José stond.
Battletrack
Deze dag was gelijk de laatste dag en dus werd ook het laatste onderdeel dezelfde dag gereden: de battletrack waarbij op allerlei plekken doelen stonden. De doelen hadden de vorm van onder meer een varken, een Romeinse soldaat en een Viking. Het was geen al te serieus onderdeel. In een grote groep liepen we over de track achter Christoph aan die ons van de nodige uitleg voorzag. "Dit doel ligt plat op de grond en moet je dus recht naar beneden schieten. Voor het midden krijg je 5 punten... of weet je wat? Het is best moeilijk, je krijgt er 10 punten voor!" Bij de Viking: "We willen natuurlijk geen gewonden, dus voor het hoofd krijg je 0 punten, maar als je het schild raakt krijg je 5 punten!"
De track was 180 meter lang en we kregen er 23 seconden voor. Dat vond ik opmerkelijk, omdat dat niet echt in lijn is met de 20 seconden die we voor de track van 99 meter kregen. Wel een voordeel: als je over de tijd heen ging werd er per seconde een strafpunt van je score af getrokken. Dat is beter dan meteen een nulscore.

Moe, maar we hadden het wel leuk
Langs de hele track stonden 12 doelen. "Je moet er zeker 4 raken, anders krijg je geen tijdbonuspunten", zei de trainer. Meteen begonnen enkele mensen met snelle paarden, die naar mijn mening al veel te veel voordeel hadden gehad met al de tijdsbonuspunten die ze bij elkaar hadden gesprokkeld, te klagen. "Okee, okee, je moet er 3 raken."
... En nog wat aanpassen
Emil Eriksson mocht het spits afbijten. Hij ging razendsnel door de baan en raakte 1 doel. Er was nog geen tien seconden overleg bij de organisatie, maar toen werd omgeroepen. "Je hoeft maar 1 doel te raken voor de bonuspunten."
Tja... toen nam ik het niet zo serieus meer. Ik had al bedacht dat ik Chalogány ongeveer dood zou moeten schoppen om hem binnen 23 seconden door de baan te krijgen. Daarom zou ik hem lekker in zijn eigen tempo laten gaan en ondertussen zo veel mogelijk doelen schieten om de schade te compenseren.
José had echter geen tijd om hier rustig over na te denken. Ook had ze niet de pijlenkoker die ik van Jens had geleend. Zij schiet vanuit de andere hand en kon deze dus niet gebruiken. Ze probeerde ook wat bonuspunten te pakken op tijd (met Centurio had ze nog een kans om onder de 23 uit te komen) maar die snelheid maakte het erg moeilijk om nog veel doelen te raken. Dit was daardoor niet haar beste onderdeel.
Eindelijk de juiste instelling
Toen ik later die dag aan de beurt was, zat ik met Oisin in de groep. Ik zat voor het eerst rustig en vrolijk op het paard omdat ik dacht: punten scoren doe ik toch niet, ik ga gewoon lekker lol hebben. Ik zei tegen Oisin dat ik dit onderdeel niet al te serieus nam. "Oh, ik neem de hele wedstrijd niet al te serieus", antwoordde hij. "I come here to have fun."
Ja, natuurlijk! Dat moet de instelling zijn! Zodra er spanning in je lichaam zit, wordt je beweging houterig, kun je de pijl niet goed laden, schiet je slechter... en bovenal: heb je geen plezier! Dat is wel de belangrijkste les die ik hier heb meegekregen.
Als we er op een of andere manier tijd en geld voor vinden, willen we vaker aan wedstrijden mee gaan doen. En dan neem ik een voorbeeld aan Oisin, op zijn excessieve drankgebruik na dan.

Árpád, de stichter van Hongarije

Als dank voor onze aanwezigheid werden alle deelnemers meegenomen naar een standbeeld van Árpád, die als stichter van Hongarije wordt gezien. In het jaar 907 versloeg hij een groot Beiers leger, waarna Hongarije 150 jaar lang niet werd aangevallen en het de kans kreeg zich als land te ontwikkelen. We kregen een stukje geschiedenis mee en vervolgens werd een grote groepsfoto gemaakt.
Na het optellen van alle scores is Levente Maucha uiteindelijk bij de volwassenen als winnaar geëindigd. Bij de jeugd werd Àgi eerste. Zij was in ieder afzonderlijk onderdeel ook eerste. Dat leidde tot een heerlijk tafereel. Bij ieder afzonderlijk onderdeel werd de top 3 naar voren geroepen om een medaille te ontvangen. Àgi mocht dus drie keer naar voren voor de aparte onderdelen om daar handjes te schudden, plus nog een keer als overall winnaar, plus nog een keer omdat Hongarije als land de meeste punten had. Mensen begonnen zich zorgen te maken of ze geen nekhernia zou krijgen van alle medailles die er omheen hingen. Als ze bij de volwassenen had mee gedaan, was ze tweede of derde geweest. Gergö stond (terecht) flink te stralen van trots.
Onze trainer Christoph Nemethy was bij de volwassenen vierde. Heel raar is dat niet, hij had het razenddruk met de organisatie en pakte bijvoorbeeld regelmatig na een run zijn telefoon om tijdens het terugstappen voor de volgende run nog het een en ander te regelen.
Van de 41 volwassen deelnemers kwam ik op 34e plaats en José op de 36e plaats. Een volgende keer gaan we vast veel meer lol hebben! (En misschien ook hoger eindigen)