Bokt community

Knutten
De lente is begonnen! Voor ons, voor de paarden, maar helaas ook voor de knutten, de knut is een klein zandmugje van de Culicoïdes familie en deze wordt ervan verdacht de oorzaak te zijn van SME (staart- en manen eczeem). Als de eerste mooie lentedagen aanbreken, komt de knut zijn overwinteringsplek uit en zullen de vrouwtjes (de mannetjes bijten niet) op zoek gaan naar bloed welke ze nodig hebben voor het leggen van de eitjes.
Deze knutten geven tijdens het steken speeksel af om stolling van het bloed tegen te gaan, hierdoor kunnen ze makkelijk bloed opzuigen. En dat speeksel veroorzaakt de allergische reactie bij paarden die hier overgevoelig voor zijn. Het paard gaat histamine produceren die de enorme jeuk veroorzaakt. De klachten van paarden met deze allergie verschillen van lichte jeuk in manen en staart tot het tot bloedens toe schuren van het gehele lijf. De huid wordt door het schuren dik en er vormen zich korsten en wonden met eventuele huidontstekingen.. De jeuk voor het paard wordt door de verwondingen nog erger. IJslanders, friezen, arabieren en shetlanders zijn vaak gevoeliger dan andere rassen, maar de allergie kan bij elk ras voorkomen.

Per streek of plek zitten er veel verschillen in de hoeveelheid knutten. Knutten houden van warmte, vocht en windstilte, ze zullen zich niet laten zien bij regen, wind, kou of een hete zomerzon. Een koude winter overleven ze met gemak, maar een lange, droge zomer nekt ze.
Er zijn heel veel ‘wondermiddelen’ op de markt, maar eigenlijk zijn deze producten allen symptoom bestrijdend en lossen het niet op. De beste preventie is het contact met deze zandmugjes vermijden. Hier een aantal tips als je paard allergisch is voor de knut:

• Leg al vroeg in het voorjaar een eczeemdeken op, deze zijn speciaal ontworpen om het paard geheel te beschermen.
• Leg de mesthoop niet te dicht bij de weide of stallen, de knut is geen lange afstandvlieger (300 m max.). Als je de broedplekken zoals de mesthoop op die afstand kunt houden, scheelt het al een hele hoop.
• Zet je paard op stal tijdens de actieve uren van de knut, bij zonsopkomst (06.00-10.00) en zonsondergang (17.00-22.00). En het schijnt dat de meeste knutten rondvliegen bij zonsondergang.
• Stallen voorzien van heel fijnmazige horren.
• Larven van knutten ontwikkelen zich in stilstaand water. Probeer dit te voorkomen door spullen binnen te zetten waar regenwater in kan blijven staan en de drinkbak te voorzien van een fontein. In bewegend water zal de knut geen eitjes leggen.
Maar de wakkere knutten betekenen ook het begin van het rij- en wedstrijd seizoen en de discussies over het wel of niet beslaan van onze paarden.
IJzers, wel of niet.

Aan het begin van de lente zijn de hoefsmeden weer druk bezig vele paarden van ijzers te voorzien.
Discussies genoeg over ijzers, de één vindt het bijna dierenmishandeling en de ander vindt het een onmisbaar iets in de paardensport. Als je terug kijkt naar het ontstaan en gebruik van de ijzers, ben ik geneigd te denken dat ijzers onmisbaar zijn voor tal van paarden en sporten, mits het goed gebeurd.
De geschiedenis van het ijzer gaat ver terug, al bij de domesticatie van het paard, kwamen mensen er al achter dat de hoef extra bescherming nodig had voor hetgeen de mensen van hen vroeg. Er is een soort voorloper van de hoefschoen gevonden in Azië, oudheid geschat op 2000 voor Christus, deze schoenen waren gemaakt van leer en planten.
Deze leren hoefschoen is ook gebruikt door de romeinen om hun paarden te beschermen op het slagveld. Daar werd door de vijand kraaienpoten gestrooid (vlijmscherpe ijzeren punten) om zo de Romeinen tegen te houden. Met de dikke leren hoefschoenen hadden de paarden daar geen last van. Ook waren de Romeinen in de éérste eeuw vooruitstrevend met het aanleggen van wegen en om slijtage van de hoeven te voorkomen werd toen de hoefsandaal uitgevonden, dik metaal met profiel voor grip en een soort zak erboven, deze kon makkelijk om de hoef heen worden gedaan en weer verwijderd.


Waar ons huidige ijzer zijn carrière is begonnen is niet helemaal duidelijk, De één denkt dat ons huidige beslag bij de Kelten is begonnen, maar er zijn ook aannemelijke verhalen over de Romeinen. En sommige denken dat het ijzer uitgevonden is in China en door de Hunnen over is gebracht. Het eerste bewijs wat er is, is een beschrijving van een hoefijzer met nagels uit een lijst van de cavalerie, ongeveer 900 na Christus. Rond die periode werd ook het metaal steeds goedkoper en wordt er steeds meer beschreven. William de veroveraar, de eerste Nomadische koning van Engeland, had hoefsmeden mee in zijn leger tijdens de invasie van Engeland in 1066. Heet bekappen werd vanaf de 16e eeuw populair en ging vanuit Engeland en Frankrijk de wereld over. Vanaf dat moment werd bekappen en beslaan steeds meer een speciaal vak.
De hoef is een slim apparaat, alles werkt samen voor de juiste (veer)kracht, groei en soepelheid, elke gezonde hoef heeft niets aan schoeisel nodig. Een gezonde hoef kan prima basis belast worden. Maar er zijn ook genoeg situaties op te noemen dat een paard juist gebaat is met ijzers. En de vergelijking trekken naar wilde paarden is te makkelijk. De vroegere oerpaarden hadden dikkere hoeven en hadden een veel kortere levensverwachting dan onze gedomesticeerde paarden. En natuurlijk zouden de paarden niets nodig hebben als zij nog steeds wild zouden rond rennen, maar wij hebben zelf de afgelopen eeuwen de hoeven te veel beschermd en is het een ondergeschoven kindje geweest met fokken in die tijd. Het enige wat wij nu kunnen doen is per paard bekijken of beslaan wel of niet nodig is en als je je paard van de ijzers af wil hebben, doe dat in een rustig tempo en een goede hoefsmid is goud waard!