Overige

Een galaberline op Prinsjesdag
Op zondag 22 januari houdt het Nationaal Rijtuigmuseum de jaarlijkse 'Open Depotdagen'. Tijdens deze dag krijgt de bezoeker uitleg en informatie over de rijtuigen die in het depot staan. Voor het eerst wordt het volledige depot open gesteld. Naast de koetsen is ook de tuigenkamer open en zijn er arrensleeën te zien.
Pronkstuk is de Koninklijke Galaberline van de Duitse keizer Wilhelm II. De afgezette en verdreven keizer zocht in 1918 asiel in Nederland en kwam met 59 wagonladingen naar ons land. Hij werd niet onmiddellijk toegelaten. Pas vlak na middernacht ontving hij de mededeling dat Nederland bereid was hem onderdak te verlenen. De volgende ochtend reisde de keizer naar Amerongen waar een tijdelijk onderkomen voor hem was gevonden in kasteel Amerongen. In 1920 betrok hij Huis Doorn te Doorn, waar hij overleed op 82-jarige leeftijd. In de lading die hij met zijn vlucht uit Duitsland meenam, bevonden zich verschillende luxe rijtuigen, waarvan er uiteindelijk drie naar het Rijtuigmuseum kwamen.
De berline is een koets die vooral in de stad werd gebruikt. De naam van de koets is ontleend aan het Frans en komt van Berlijn, waar in 1662 de eerste berline werd ontworpen. Het is een gesloten, 4-persoonsrijtuig dat door twee of vier paarden werd getrokken. De koetsen worden altijd gelakt in zwart en ossenbloedrood en bekleed met rood laken. De bekendste berline in Nederland is de gala-glasberline. Dit rijtuig werd in 1836 gebouwd en was bestemd voor kroonprins Willem, die in 1840 koning Willem II der Nederlanden werd. De wanden van deze oudste berline werden in 1967 van glas gemaakt voor het huwelijk van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven. Sinds hun huwelijk mogen zij de koets gebruiken tijdens Prinsjesdag.
De Koninklijke Galaberline van de keizer staat tijdens de Open Depotdagen aangespannen in het depot. Vier paarden dragen voor de gelegenheid het luxe tuig. Dit zijn uiteraard geen levende dieren. "Voor het eerst hebben we het luxe tuig in gebruik en het heeft twee dagen gekost om al het zilver op te poetsen", vertelt conservator Jan Zijlstra.