Medisch, Wetenschap

Foto door Amanda
De grote bloedworm is een rondworm die leeft als parasiet in het spijsverteringskanaal en de slagaderen van paarden, waar ze veel schade aan kunnen richten. Gezonde paarden raken besmet door achtergelaten mest in een weiland waar zij grazen. Hierin zitten volwassen wormen en eitjes die door de mest tegen uitdroging worden beschermd. Deze eitjes worden na één tot twee weken besmettelijke larven in het stadium L3. Deze larven in het milieu kunnen het twee jaar uithouden. Bij het grazen komen deze larven in de dikke darm van het paard en dringen door de darmwand en verplaatsen zich langs de wanden van de slagaders, tegen de stroom in, van de dikke darm naar de grote lichaamsslagader. In de bloedbaan doorlopen de larven een volgend stadium. Daarna dringen ze weer via de darmwand de darmen binnen en worden daar binnen zes tot acht weken volwassen, met als gevolg dat de darmwand af kan sterven en een paard koliek kan krijgen.
Grote bloedworm, ook wel Strongylus vulgaris genoemd, heeft net als veel wormen in de loop der tijd een resistentie tegen bestrijdingsmiddelen opgebouwd. Hierdoor zijn zowel de onderzoeken naar wormen als de ontwormingsmiddelen de laatste jaren door ontwikkeld. Door het gebruik van goede ontwormingsmiddelen is de grote bloedworm de laatste decennia afgenomen. Op veel paardenbedrijven komt de grote bloedworm nauwelijks meer voor.
De grote bloedworm is niet of nauwelijks terug te vinden in de mest en daarom is het lastig te ontdekken of je paard last heeft van deze parasiet. De larven leggen namelijk geen eieren en worden niet uitgescheiden in de mest. Wetenschappers in Duitsland zijn er in geslaagd om een DNA-test te ontwikkelen voor de opsporing van de grote bloedworm. Een bepaalde techniek, die tevens wordt toegepast in de moleculaire biologie, toont aan of een paard besmet is. Het laat aanwezigheid DNA-sporen van de parasiet zien. De wetenschappers vinden dat deze DNA-test het overwegen waard is om routinematig te gebruiken om besmetting van de rode bloedworm op te sporen.