
Endurance tijdens de Wereld Ruiterspelen in Normandië. Foto: PSV Photo
Dierenarts Frans Arts maakt zich grote zorgen over de endurance. Het welzijn van de dieren is in het geding. "De Nederlandse endurance dreigt een verkeerde weg in te slaan." zegt de dierenarts. Het had de laatste twee jaar al een paar keer goed mis kunnen gaan. Arts herinnert zich "vier of vijf" gevallen waarin paarden te zwaar werden belast, of waarin dat dreigde te gebeuren. "Die dieren hadden wel dood kunnen gaan. Deze sport heeft enorme sprong gemaakt. De snelheden zijn sterk toegenomen. Het is een sport die zich afspeelt op de grens van wat mogelijk is met een paard. De risico's zijn groot. Het is daarom zeer noodzakelijk dat de ruiter lang met het paard traint, om al de signalen die het paard afgeeft, op te vangen tijdens de wedstrijd. Om snel door te stoten naar het rijden van kampioenschappen wordt er nu te kort getraind."
De endurancesport kreeg eind augustus ruimschoots aandacht, toen Marijke Visser in het Franse Sartily een zilveren WK-medaille won tijdens de Wereld Ruiterspelen in Normandië. Zij zat 160 kilometer op de rug van het toppaard Laiza de Jamila, geleend van een Arabische stal. Teamgenote Joyce van den Berg werd negende met Run du Colombier, afkomstig uit dezelfde stal.
Hun prestatie was een ongekend succes in de door schatrijke sjeiks geregeerde sport. Maar in het kleine Nederlandse endurancewereldje werd schande gesproken. Hoe kun je nou paarden lenen van een Arabische stal, als je weet dat er in het Midden-Oosten van alles misgaat in de endurance? Paarden krijgen doping toegediend, worden overbelast en breken benen. Onlangs, drie maanden na het zilveren WK, maakte de paardensportbond KNHS bekend dat Frans Arts opstapt als teamveterinair. Opmerkelijk nieuws. De officiële reden: tijdgebrek. Maar er is meer aan de hand. "Er zijn zaken voorgevallen waar ik het niet zo mee eens was." Vertelt hij thuis in het Brabantse dorpje Zeeland.
Is er toch gerommeld met die geleende WK-paarden? "Nee." beweert Arts. "Dat is gelukkig goed gegaan". Maar hij is wél bezorgd over de topsportkoers die Nederland in de endurance vaart. Nota bene sloeg Arts vorig jaar, samen met Zwitserse collega's, alarm over misstanden in het Midden-Oosten. Maar plots kijkt het buitenland met een kritische blik naar Nederland. Begin 2011 benoemde de KNHS Emile Docquier tot Nederlandse bondscoach. De aanpak van deze Belg werpt vruchten af, ook omdat hij (junior) Nederlandse ruiters voorziet van prima paarden uit het Midden Oosten. Dat die paarden veel wedstrijden in korte tijd moeten lopen, is voor hem geen bezwaar, zo leert de praktijk.
In de aanloop van de WK kwam het voor dat paarden amper drie weken na een race van 120 kilometer alweer een wedstrijd van 160 kilometer moesten lopen. Volgens de internationale regels kon dat nèt. "Maar het is wel op het randje," geeft Arts toe. "En als ik eerlijk ben, dan vind ik dat die pauze tussen wedstrijden eigenlijk langer zou moeten zijn: vijf tot zes weken."
Docquier gaat minder voorzichtig met de paarden om, zeggen insiders. Soms gaat dat bijna mis, zoals in juli van dit jaar, bij de EK voor junioren en Young Riders in het Italiaanse Verona. Het paard Noniusz werd na twee van de vijf rondes uit de race gehaald. Zijn spieren waren compleet verzuurd en verstijfd. "Het dier heeft vijf dagen aan het infuus gehangen om te herstellen, het was bijna doodgegaan," weet Marc van den Dungen, indertijd voorzitter van de technische commissie endurance.
Arts vindt dat hij als veterinair bij zulke calamiteiten de beslissende stem moet hebben, en niet de bondscoach. In zijn contract stond die taakverdeling wel zo omschreven, "Maar ik dacht dat als er problemen zijn, lossen we die pratend wel op. Ik heb helaas ervaren dat Docquier, die op technisch vlak ook veel goeds heeft gedaan, erg moeizaam communiceert. Ik heb de KNHS twee jaar gevraagd om een brede evaluatie te houden. Die is er niet gekomen. Een gemiste kans." Arts wilde op deze voet niet langer doorgaan, omdat hij bang is dat paarden hiervan de klos worden. "Bij de route die Docquier bewandelt, kunnen we vraagtekens zetten, omdat paarden boven hun kunnen hebben moeten lopen. Met een stuk of vier, vijf paarden is hij duidelijk te ver gegaan." Is zijn oordeel. "Ik vind het jammer dat wij niet tot elkaar konden komen. Blijkbaar is een medaille toch belangrijker dan het welzijn van de paarden."
Endurance-ruiter Carmen Römer zegt niet mee te maken dat paard en ruiter zich te kort voorbereiden op een race. Römer: 'Sommige ruiters kunnen zo goed omgaan met paarden, dat ze in een kortere periode kunnen aanvoelen wat het paard kan'.
Luister het interview met dierenarts Frans Arts hier.