
Een diergedragsdesundige met een doctoraat in cognitie bij paarden, stelt een nieuwe evidence-based scoringsschaal voor die gebruikt kan worden in het jureren van dressuur. Hij gelooft dat deze schaal accurater en eerlijker is dan de schaal die op dit moment gebruikt wordt door de FEI.
Volgens de directeur van het Australische gedragscentrum voor paarden, Andrew McLean, vinden veel mensen dat dressuur gepaard gaat met subjectiviteit, en dat er grote mate van verschil zit tussen wat de deelnemers en het publiek vindt wanneer de FEI schaal gehanteerd wordt. Deze schaal, ook wel bekend als de Duitse trainingsschaal, was ontwikkeld in 1912 en is een mix van subjectieve en objectieve elementen. Volgens McLean moeten alle elementen van een trainingsschaal objectief zijn, en daarnaast ook direct observeerbaar. Dit zou de jury helpen om trainingssucces en fouten in een systematische manier te onderscheiden.
Het fundamentele doel van dressuur is om via gestandaardiseerde en opbouwende trainingsmethodes het paard fysiek te ontwikkelen. Het eindresultaat zou een paard zijn dat kalm, soepel, flexibel, zelfverzekerd en gemotiveerd is om tot het maximale te presteren. Volgens de regels die de FEI stelt, moet dressuur gejureerd worden op acht elementen: precisie, ritme, soepelheid, contact, impuls, rechtgerichtheid verzameling en ondergeschiktheid.
McLean evalueerde de Duitse trainingsschaal vanuit verschillende wetenschappelijke perspectieven. Hij stelt voor om de FEI trainingsschaal met de principes van de Leer theorie bij paarden te verrijken. Een herziene schaal die gebaseerd is op wetenschappelijk bewijs zal ervoor zorgen dat het jureren meer objectief en eerlijk wordt, aldus McLean. Hij denkt ook dat jureren en paardenwelzijn hand in hand gaan, en een nieuwe manier van jureren zal bijdragen aan het welzijn bij paarden.