
"Als we écht om onze paarden geven stoppen we met individuele stalling" aldus Ladewig.
Foto: Larry Ewing
Een Deense onderzoeker waarschuwt tegen het excessief opstallen van paarden, waarvan hij zegt dat het vele van de fysieke en mentale behoeftes van paarden niet bevredigd.
Professor Jan Ladewig van de Universiteit van Kopenhagen zegt dat de kwaliteit van een dag van een paard, buiten de routine van het rijden, zeer belangrijk is. Waar grote nadruk wordt gelegd op het trainen en rijden is de kwaliteit "van de overige 23 uur" van even groot belang, aldus Ladewig.
"Wanneer we van paarden verwachten dat zij op hoog niveau presteren - of het nu tijdens wedstrijden is of tijdens een recreatieve rit - en als we willen dat ze veilig gehouden worden en makkelijk hanteerbaar in de hand en onder het zadel zijn, moeten we de kwaliteit van al die overige uren van de dag en de nacht bewaken."
Ladewig focust op de huidige veehouderij en de problemen die daarmee geassocieerd worden en geeft daarbij suggesties voor verbetering en daarmee een verhoging van het welzijn van paarden.
De methoden in de huidige paardenhouderij komen mogelijk vanuit incorrecte informatie die mensen hebben over paarden, waaronder informatie over de sociale structuur die paarden hebben en in het bijzonder de behoeften van het paard, zegt hij.
Ladewig citeert een Zwitserse studie waarin bleek dat 83,5% van de paarden uit 12 verschillende maneges individueel gehuisvest werden. Hij zegt dat een aantal paardeneigenaren hun paarden niet buiten in een kudde laat lopen omdat zij geloven dat dit een hoger risico op blessures met zich meebrengt. Die overtuiging gaat echter recht tegen de resultaten van onderzoek in, waarbij werd aangetoond dat paarden die naar buiten gaan in een groep niet meer blessures oplopen dan paarden die individueel in stallen gehouden worden.
De onderzoeker zegt dat domesticatie de sociale, fysieke en psychologische behoeften van het paard niet verminderd heeft en dat bepaald management en levensomstandigheden deze behoeften niet bevredigen.
"Als we echt werkelijk bezorgd zijn over het welzijn van onze rijpaarden moeten we ver weg blijven van individuele huisvesting en overgaan op een groepshuisvesting."
"Sommige paardeneigenaren denken ook dat vrije beweging niet nodig is. Zij geloven dat de beweging die paarden krijgen door middel van rijden de behoefte aan beweging volledig vervult." Een 30 jaar oud onderzoek liet zien dat de manegepaarden die onderzocht werden gemiddeld 41 minuten beweging kregen, zes dagen per week. Dit staat in schril contrast met de resultaten van een onderzoek uit 2010 waaruit bleek dat wilde paarden gemiddeld 17,9 kilometer per dag afleggen.
Ladewig denkt dat het verschil in de afstand die per dag wordt afgelegd door de paarden zou kunnen verklaren waarom vele moderne paarden zoveel gezondheidsproblemen hebben, zoals obesitas.
Onderzoek heeft aangetoond dat het gedomesticeerde paard noch fysiek, noch psychologisch verschilt van het wilde paard, zoals de Przewalski. "Paarden hebben fysiek contact met andere paarden nodig en sociale isolatie voorkomt dat het paard kan "groomen", spelen of simpelweg bij een paard kan zijn waarmee hij zich verbonden voelt. De meeste gedomesticeerde dieren zijn sociale dieren. Dat is bijna een vereiste om gedomesticeerd te kunnen worden."
De onderzoeker bediscussieerd de manieren waarop paardeneigenaren en stalhouders de specifieke behoeften van paarden in de moderne wereld tegemoet kunnen komen, inclusief alternatieve groepsstallingen en verrijking aan de weide, zoals modder om in te rollen, bomen en takken om te kunnen foerageren en vroege socialisatie in kuddes die bestaan uit paarden van verschillende geslachten en leeftijden.
"Ik hoop dat ik het duidelijk heb gemaakt dat we meer informatie nodig hebben over hoe paarden gestald worden, hoe veel zij buiten komen - ofwel alleen, ofwel met andere paarden- en hoeveel zij gereden worden." zegt Ladewig.