
Jeroen Devroe en Appolo van het Vijverhof
Foto: FEI EC Dressage 2011 / Sjoert.com
‘Alles draait rond het feit dat men mij niet de tijd gunde om de blaar onder de voet van mijn paard te laten helen’, zegt Jeroen Devroe. ‘Er werd van mij geëist dat ik mij, samen met twee concurrenten, al zou bewijzen tijdens de wedstrijd in Rotterdam, terwijl ik het, in het belang van het paard, niet opportuun achtte dat wij daar zouden aantreden.’
‘Had men die beslissing uitgesteld tot de proef in Aken (3 tot 8 juli), dan kon mijn paard Apollo (van het Vijverhof, red.) wat langer rusten en konden we met gelijke wapens strijden. Nu hebben zij zich gebaseerd op één wedstrijd.’ ‘Veertien dagen later zouden wij op gelijke voet hebben kunnen concurreren, terwijl nu aangevoerd werd dat mijn paard niet fit was. Ik heb er het raden naar of het hier om incompetentie gaat of om moedwil, maar ergens heb ik het gevoel dat men een zwak moment van mij heeft afgewacht om me te kunnen treffen.’
‘Ik ben niet boos op het BOIC, noch op de federatie. Er zal wel een probleem ontstaan indien dezelfde coach gehandhaafd blijft. In hem kan ik geen vertrouwen meer hebben. Blijkt dat ik in de toekomst toch nog met hem moet werken, dan verzeilen wij in een lastige situatie en zal ik met de federatie moeten gaan babbelen.’
‘Vier jaar geleden werd ik voor de Spelen geselecteerd met mijn toenmalig paard Paganini. Een blessure bij het paard maakte toen een kruis over onze missie. Had ik nu bij Apollo niet ingegrepen, dan had het dezelfde richting kunnen uitgaan als bij Paganini die later trouwens overleed.’
‘Ik twijfel eraan of ik in de toekomst nog bereid ga zijn om een Olympisch ticket te veroveren waar anderen vervolgens gebruik van maken. Als je je uitslooft voor een selectie, dan wil je daar uiteindelijk ook de vruchten van plukken.’
‘Ik ben niet verbitterd, wel ontgoocheld en kwaad op bepaalde mensen. Blijven stilstaan lost ook niets op. Het leven gaat verder’, besluit Jeroen Devroe.