
De Britse Piggy French neemt een Olympische hindernis tijdens het Test Event.
foto: Peter Nixon/FEI
Nog minder dan een week en dan is het zover: het eerste onderdeel van de paardendisciplines op de Olympische Spelen gaat van start. Er wordt gestart met de eventing.
eerste veterinaire keuring
De paarden worden op 27 juli om 11 uur 's ochtends gekeurd onder het toeziend oog van de Ground Jury, bestaande uit voorzitter Anne Mette Binder (Denemarken), Nick Burton (Verenigd Koninkrijk) en Gillian Rolton (Australie).
Hiervoor vindt al de loting plaats, waarbij wordt bepaald in welke volgorde de landen aan de start zullen komen. De individuele deelnemers worden in groepen tussen de teamleden geplaatst, zodat we dus steeds een serie teamruiters gevolgd door enkele individuele combinaties zullen zien. De laatste groep deelnemers zal bestaan uit de vijfde ruiter van ieder team. Voor Nederland komen aan start: Tim Lips (Concrex Oncarlos), Elaine Pen (Vira), Andrew Heffernan (Millthyme Corolla).
dressuur
Het eerste onderdeel is de dressuur.
De dressuurproef kan vergeleken worden met een Nederlandse Z2 proef. Zo zitten er diverse changementen in, net als appuyementen en schouderbinnenwaarts. De proeven worden beoordeeld door drie internationale juryleden en moeten uit het hoofd gereden worden. Het gebruik van stang en trens is toegestaan maar niet verplicht. Ook is, anders dan in de reguliere dressuur, het gebruik van een voortuig toegestaan.
De behaalde dressuurpunten worden gemiddeld over de drie juryleden en omgezet in een percentage dat vervolgens wordt omgerekend naar strafpunten. Het behaalde percentage wordt daarvoor afgetrokken van 100, en met 1.5 vermenigvuldigd. Een score van 62% levert dus 57 strafpunten op. De beste combinaties scoren zo'n 30 strafpunten, een gemiddelde van 80%!
cross-country
De crosscountry is het tweede en meest spectaculaire onderdeel van de eventing. De deelnemers krijgen een parcours door natuurlijk terrein van circa 5,7 km lengte voorgeschoteld, dat in hoog tempo (circa 34 km/uur) moet worden afgelegd en waarbij ruim 40 hindernissen worden gesprongen in ongeveer 10 minuten. Deze hindernissen toetsen zowel de moed van ruiter en paard als de controle en dressuurmatige basis. De hindernissen hebben een maximale hoogte van 1.20m, hagen mogen tot 1.45m zijn. Het verschil is omdat paarden weten dat ze door de top van een haag kunnen springen, het zogenoemde 'vegen'. De ruiters starten individueel in dezelfde volgorde als met de dressuur.
Veel hindernissen kennen ook een alternatieve route, waarbij de ruiters dus voor de keuze staan om de snelle route te nemen met kans op een weigering, of de lange weg die waarschijnlijk voor tijdfouten zal zorgen door het overschrijden van de optimale tijd en dus strafpunten. Een val van ruiter of paard levert uitsluiting op, net als drie weigeringen, waarbij het niet uitmaakt of dit op dezelfde of verschillende hindernissen plaats vindt. Om kans te maken op de overwinning is een foutloze rit met weinig of geen tijdfouten een vereiste. De behaalde strafpunten worden opgeteld bij het dressuurresultaat.
tweede veterinaire keuring
Voor het afsluitende springen vindt eerst de veterinaire keuring plaats, waarbij wordt getoetst of de paarden fit uit de cross zijn gekomen. Deze keuring is, anders dan de eerste keuring, publiek toegankelijk. Ruiters die twijfelen over de conditie van hun paard kiezen er vaak voor deze niet meer voor te brengen voor de keuring, ze zijn dan automatisch uitgesloten van verdere deelname.
springen
De laatste dag van de Olympische eventing kent twee onderdelen. Als eerste wordt de teamfinale verreden, die ook als kwalificatieronde voor de individuele finale telt. Hierin leggen alle overgebleven combinaties een springparcours van 11 -13 hindernissen af dat op circa 1.25m staat. De teams rijden in omgekeerde volgorde van het klassement, waarbij de overgbeleven individuele deelnemers tussen de teams geplaatst worden.
De nadruk ligt op de controle en het uithoudingsvermogen van het paard, dat na de inspanning van de dag ervoor opnieuw in staat moet zijn de hindernissen foutloos te springen. Net als in een regulier springparcours worden er strafpunten gegeven voor hindernisfouten en bij het overschrijden van de tijd, die weer worden opgeteld bij de score na de cross.
Na dit eerste springparcours zijn de landenmedailles verdeeld. Per team worden de beste drie totaalscores opgeteld, waarbij het land met het laagste eindtotaal heeft gewonnen.
Na deze teamfinale komen de beste 25 deelnemers (inclusief eventuele ex aequo plaatsingen voor plaats 25) terug voor de individuele finale. Hierin mogen per land maximaal drie combinaties starten. Er wordt bovendien in omgekeerde volgorde van het klassement gereden, om de spanning erin te houden. Dit tweede springparcours staat op circa 1.30m en kent verder dezelfde regels. De combinatie die na dressuur, cross en twee springparcoursen het laagste aantal strafpunten heeft, wint Olympisch goud.
wedstrijdformule
De eventingwedstrijd op de de Olympische Spelen is op viersterrenniveau. Dit is het zwaarste niveau dat er bestaat, waarbij wel de kanttekening moet worden geplaatst dat de crosscountry eerder te vergelijken is met een driesterren cross, dit omdat er ook deelnemers uit landen komen waar de eventingsport op een minder hoog niveau staat. De dressuur en het springen zijn wel te vergelijken met beroemde viersterrencrossen als Badminton en Kentucky.
In de teamwedstrijd mogen landen minimaal drie en maximaal vijf ruiters aan de start brengen. De drie beste scores tellen mee voor het landenklassement. De scores voor het landenklassement bestaan uit:
- Dressuurpercentage omgerekend naar strafpunten
- Eventuele hindernisfouten in de cross
- Eventuele strafpunten voor overschrijding van de optimale crosstijd
- Eventuele hindernisfouten in het springparcous
- Eventuele strafpunten voor overschrijding van de toegestane tijd in het springparcours
Omdat het hier om strafpunten gaat, wint het land met het laagste eindtotaal.
Alle teamruiters doen ook mee voor het individuele klassement. Daarnaast zijn er landen met deelnemers die uitsluitend voor het individuele klassement meedoen, zij rijden exact dezelfde wedstrijd als de teamruiters. Na het eerste springparcours waarin het landenklassement wordt beslist volgt een individuele finale voor de beste 25 ruiters (+ eventuele ex aequo’s voor de 25e plaats). Hierin mogen per land maximaal drie ruiters starten. De strafpunten uit de individuele finale worden opgeteld bij de score na het eerste springparcours, en de combinatie met de minste aantal strafpunten wint Olympisch goud.

Michael Jung tijdens het Test Event.
Deelnemers en kanshebbers
Voor de landenwedstrijd hebben de volgende teams ingeschreven:
- Australie
- Belgie
- Brazilie
- Canada
- Duitsland
- Frankrijk
- Groot-Brittannie
- Ierland
- Nederland
- Nieuw-Zeeland
- Verenigde Staten
- Zweden
Nederland is hier bijzonder het vermelden waard. In eerste instantie was het team er niet in geslaagd zich rechtstreeks te kwalificeren. Dankzij uitstekende prestaties van de Nederlandse eventers wist Nederland alsnog drie individuele startplaatsen te bemachtigen, waarmee er een team aan de start komt. Het betekent alleen wel dat alle resultaten moeten tellen voor het landenklassement, we kunnen ons geen enkele fout veroorloven als we willen meedoen voor de medailles.
De absolute favoriet voor de individuele titel is regerend wereld- en Europees kampioen Michael Jung. De Duitser beheerste het voorseizoen, hij won onder meer de belangrijke viersterrenwedstrijd in Lühmulen en werd tweede in Aken. Hij heeft gekozen voor La Biosthetique Sam, het paard waarmee hij ook vorig jaar Europees kampioen werd, en in 2010 de wereldtitel pakte. Maar hij zal te maken krijgen met sterke tegenstanders. William Fox-Pitt, die heeft gekozen voor Lionheart, zal zeker sportief wraak willen nemen voor de nederlaag die hij in 2010 leed in Kentucky. Ook de Australische Lucinda Fredericks, met haar befaamde Little Brit winnares van drie verschillende viersterren crossen, is traditioneel erg sterk in de dressuur en zal met haar Flying Finish ook zeker een gooi willen naar de overwinning. Haar man Clayton Fredericks die Bendigo zal rijden, zal hier zeker voor willen onderdoen. Andere kanshebbers zijn Nicolas Touzaint met Hidalgo de L´ile voor Frankrijk, en de Britse Mary King met Imperial Cavalier.
Duitsland is ook de grote favoriet voor het landenklassement. Als regerend Olympisch kampioen zal hen er veel aan gelegen zijn deze titel te prolongeren, en met twee ruiters uit het Hongkong team in de gelederen – Ingrid Klimke met Butts Abraxxas en Peter Thomsen met Barny – naast Michael Jung en de sterk presterende Sandra Auffarth met Opgun Louvo zal het niet meevallen hen te verslaan. Maar Australie, Groot-Brittannie en de Verenigde Staten zullen zich zeker niet zomaar gewonnen geven.
Meer info volgt een dag voor aanvang van de eerste wedstrijd!
Met dank aan Lielle.