Tijdens enkele bezoeken aan paarden de gelopen week, stelden medewerkers van de Vlaamse BLID vast dat er nog veel dieren niet waren geïdentificeerd. De identificatie van paarden, pony’s en ezels is verplicht sinds 31 december 2009. De reglementering voor de identificatie van alle paardachtige dieren werd op Europees niveau geharmoniseerd. De nieuwe regels werden op 1 juli 2009 van toepassing in alle landen van de Europese gemeenschap. De identificatie gebeurd door het plaatsen van een microchip, aan de linkerkant in de nek van de dieren en dient te gebeuren door een erkende dierenarts.
Citaat:Het Koninklijk Besluit van 16 juni 2005 betreffende de identificatie en de encodering van de paarden in een centrale gegevensbank voorziet in een verplichte identificatie van alle aardachtige verblijvend op het Belgisch grondgebied door middel van : 1. een paspoort 2. een microchip 3. een mutatiedocument 4. encodering in de centrale gegevensbank beheert door de Belgische Confederatie van het Paard.
"De vaststelling dat er op dit ogenblik nog veel dieren rondlopen die niet geïdentificeerd zijn doet ons de wenkbrauwen fronsen," zegt BLID-voorzitter Dirk Blanchart. "Er lopen zelfs dieren bij die wel een chip dragen, maar die niet zijn ingeschreven in de centrale gegevensbank van het BCP (Belgische Confederatie van het Paard). Dit blijkt ons een truc van paardenhandelaars om met de dieren vrij te kunnen handelen, zelfs op paardenmarkten en uiteindelijk zijn de dieren niet eens geregistreerd op een naam. Onze medewerkers krijgen vanaf nu specifiek de opdracht om alle paardachtige dieren te scannen waarmee we worden geconfronteerd. Indien we geen identificatie aantreffen, worden de gegeven van de eigenaar doorgegeven aan de overheidsdiensten. Rond de identificatie is zelf een grote campagne gevoerd door het BCP.
De eigenaar /verantwoordelijke die voor zijn dieren de registratie en de identificatie niet uitvoert of handhaaft en de voorgeschreven documenten niet voorlegt, wordt gestraft met een geldboete van minimaal 500 € tot maximaal 25.000 € (art. 23§1, 2°, b van de Dierengezondheidswet van 24 maart 1987). Bij herhaling binnen de drie jaar na een vorige veroordeling wordt de straf verdubbeld. De administratie kan administratieve geldboetes voorstellen. Die mogen niet lager zijn dan de helft van de minimumboete en niet hoger dan het vijfvoud van de minimumboete. Indien de administratieve geldboete niet wordt voldaan kan de administratie de veroordeling tot de geldboete vorderen voor de bevoegde rechtbank. Dieren die het voorwerp uitmaken van een inbreuk kunnen in beslag worden genomen.
Controles kunnen te allen tijde uitgevoerd worden door het FAVV (Federaal Agentschap Voor de Voedselveiligheid), de FOD Volkgezondheid en de politiediensten.