www.ed.nl
De 48-jarige Carel van Vlerken is het zeker niet kwalijk te nemen. Precies 33 jaar werkte hij keihard in de Somerense recreatiemanege, vernoemd naar zijn vader die het bedrijf in 1978 startte.
Zie ook:
Vanaf het eerste moment hielp Carel zijn vader mee, met de verzorging van de pony's en paarden. Ook draaide hij lessen. Dag in, dag uit, week in, week uit, jaar in, jaar uit. "We gingen wel eens ooit een weekje weg, maar dat was zo'n geregel. Als ik daar alleen al aan dacht, dacht ik meteen: laat maar."
Stoppen met de manege was een moeilijke beslissing, maar wel een doordachte. Hij heeft een jaar lang met de gedachte rondgelopen. "Het is toch een familiebedrijf. Zussen en broers werken hier wekelijks mee." Van Vlerken had het gewoon gehad. Geen zin meer, hij wil andere dingen. Welke dat zijn, weet hij nog niet. "Als ik wil, heb ik zo een baan. Maar ik wil eventjes afkicken."
Het nieuws sloeg in als een bom bij alle betrokkenen. De rijverenigingen, de meiden die elke week vanuit het hele land naar Someren blijven komen om een uurtje te rijden, de paardeneigenaren. "Het leek hier de eerste week wel een rouwcentrum. Oh man, wat werd er gehuild." Voor Van Vlerken des te meer reden om zich met hart en ziel in te zetten dat de paarden en pony's, maar ook de ruiters goed terecht komen. "Ik vind dat ik dat moet doen. Wil het netjes afronden."
Op 17 mei gaat het slot erop aan de Kouterstraat in Someren. Niet het nachtslot, want tot september kunnen de zogenoemde pensionpaarden nog bij De Vlerk terecht. "De eigenaren zijn nu aan het zoeken naar een goede plek waar de paarden verzorgd kunnen worden. Die moet je even de tijd geven." Hij helpt mee waar hij kan. "Het liefste willen de meesten de paarden bij elkaar houden. Dat is toch het fijnste."
Bij De Vlerk hebben zo'n 55 paarden hun thuis. Van Vlerken kent ze allemaal precies. Met veel plezier vertelt hij over de karakters. "Deze twee bijvoorbeeld hier, die moet ik bij elkaar zetten. Als ik dat niet doe, denk ik dat ze dood gaan." Elke ochtend let hij goed op. Of er niks raars is. Elke avond zadelt hij ze stuk voor stuk zelf af. Niemand anders doet dat. Ook dan let hij goed op. Meer dan de helft van de paarden is van Van Vlerken zelf. Hij maakt zich geen zorgen over hun toekomst. "Ik denk dat ik er zelf drie of vier hou. De rest kan ik zeker kwijt. Een meisje uit de buurt wil misschien net een manege opstarten."