www.telegraaf.nl
Na een evenement als de Olympische Spelen verandert er altijd van alles. Veel posities binnen sportbonden en ook NOC*NSF worden door andere mensen ingenomen. Daardoor wordt de evaluatie van de Spelen zelf wel eens op de langere termijn geschoven. Op zich is dat niet erg, de volgende Spelen zijn toch nog even weg, maar dat het moet en gaat gebeuren is een feit. In de topsport moet je altijd vooruit willen en daarom moet je precies weten wat goed en wat niet goed ging.
Het evalueren gebeurt op verschillende niveaus. Ik bekijk mijn eigen optreden, het resultaat van de ploeg, van de hippische sporten en van de sport in het algemeen. Wat mezelf betreft ben ik snel klaar. Ik heb me wel eens beter gevoeld dan tijdens die twee weken Spelen, maar met het uiteindelijke resultaat kan ik alleen maar supertevreden zijn. Het goud heeft me achteraf vooral geïnspireerd. Ik kwam thuis en ik was vrijwel gelijk weer met positieve zin aan het trainen. Sommige atleten komen thuis na een gouden plak en die missen de motivatie om te blijven sporten. Dat ken ik niet. Ik herken wel dat ik na de Spelen van Sydney op zoek moest naar een nieuwe doelstelling, maar ondertussen bleef ik wel fanatiek sporten. Dat fanatieke, die honger naar de sport, ben ik nog nooit verloren.
Als ik verder kijk dan mijn eigen prestatie en ik neem de dressuursport onder de loep, dan vind ik dat we toe zijn aan een frisse wind. Ik pleit al jaren voor een nieuw jurysysteem. Ook al ben ik de laatste jaren niet de dupe geweest van het huidige apparaat. Maar als je voorbij onze sport kijkt naar bijvoorbeeld het turnen en kunstrijden op de schaats, dan zie je dat dergelijke disciplines lichtjaren op ons voorliggen. Hun systemen zijn veel minder beïnvloedbaar door een menselijke zwakheid als vooringenomenheid.
Dat gebeurt op allerlei verschillende manieren: met computers, wegstreepresultaten, een opdeling van juryleden die verschillende taken moeten behartigen, noem maar op. Bij ons in de dressuur bepalen vijf juryleden de cijfers en daarmee klaar. Ik verwacht eerlijk gezegd dat de Spelen in Hongkong voor het laatst een dergelijk systeem hebben gekend. Er is verandering op komst.
Daarnaast moeten we even afwachten hoe we in Nederland verdergaan met de bondscoach dressuur. Mijn partner Sjef Janssen is er de laatste jaren verantwoordelijk voor geweest, in samenwerking met manager Mariëtte Sanders, die goed werk heeft gedaan in de organisatie. De evaluatie zal uitwijzen hoe we in de toekomst verder moeten. Maar daar heb je wel de juiste mensen op de juiste posities voor nodig. En na zo'n olympische cyclus, met de Spelen als hoogtepunt, zie je dat veel sleutelposities ineens onbemand zijn. Zo vertrok bijvoorbeeld onze topsportdirecteur bij de paardensportbond KNHS, George de Jong. Zijn opvolger Maarten van der Heijden heeft zich inmiddels gemeld, maar het is niet meer dan normaal dat hij zich eerst even moet inwerken.
En dat geldt ook voor de sport in het algemeen. Binnen NOC*NSF zie je momenteel veel functieverschuivingen. Directeur Sport Marcel Sturkenboom is weg evenals technisch directeur Charles van Commenee. De laatste kreeg een droomaanbieding. Hij werkt nu richting de Spelen van Londen (2012) bij de Britse atletiekbond. Ik snap wel dat hij die functie niet kon weigeren. Maar ik ben tegelijkertijd heel benieuwd wie ervoor in de plaats komt. Als alle posities, ook die binnen mijn eigen bond, weer zijn ingevuld, kunnen we nog één keer heel serieus en gericht terugkijken op de Spelen. Om vervolgens van daaruit verder te werken aan een nog betere toekomst.
Anky van Grunsven