www.gelderlander.nl
Een echte paardenman is Henry Aarnink nooit geweest, maar voor een Fries maakte hij een uitzondering. "Ik geef om geen enkel ander paardenras." Met zijn vrouw Maureen richt hij zich al enkele jaren uitsluitend op dit ras. Hun aanpak heeft succes: hun merrie Sybrich blijkt een echte prijswinnaar.
"De typische beweging, de zwarte vacht. De manier waarop een Fries draaft, dat heeft geen enkel paard. Maar vooral zijn karakter. En zijn veelzijdigheid, er zijn weinig paarden waarmee je zowel dressuur kunt rijden als met een koets. En de afwijkende bouw, de brede borst. En de sokken, de staart, de manen."
De Kottenaar kan in zijn enthousiasme snel alle pluspunten van het Friese paard opsommen. Voor Sybrich fan stal staf Karima, zoals de driejarige merrie officieel heet, geldt als bijzonderheid dat ze in de prijzen valt. Deze zomer gebeurde dat op een wedstrijd in Balkbrug. De eerste prijs daar gaf toegang tot de belangrijkere 'centrale keuring' in de Friese plaats Drachten. Daar kreeg het Kottense paard het (voorlopige) Kroon-predikaat. De merrie is niet alleen goed, wil dat zeggen, maar behoort bij de allerbesten.
Bij een klein paardenras als het Friese paard gaat het om wereldniveau, omdat in Drachten merries uit de hele wereld meededen. "Veel uit Nederland, maar ook uit de Scandinavische landen, België en Duitsland. Niet uit Amerika, dat is te ver weg, dan zijn de transportkosten te hoog."
Bij die keuringen wordt allereerst het uiterlijk beoordeeld, het exterieur. "Daarnaast wordt er gekeken naar de aanleg voor de sport." In de wereld van het Friese paard wordt vooral die sportieve ontwikkeling goed in de gaten gehouden. Aarnink: "Daar wordt bij de dekking scherp op gelet, op die kwaliteit. De droom van het Friese stamboek is dat er straks een Fries meedoet aan de Olympische Spelen.
De erkenning in Drachten heeft ook financieel voordeel. Henry Aarnink: "Voor de wedstrijd in juni is Sybrich vijf weken naar een trainer geweest, voor de keuring in Drachten opnieuw. Dat is een investering, die verdien je terug met nakomelingen." Die zitten er ook al aan te komen, want de Kottense merrie is voor het eerst drachtig.
Sybrich is nu weer gewoon thuis, in de Kottense stal. Ze wordt tweemaal per week bereden. Volgend voorjaar komt het veulen, ze kan weer trainen als in het najaar het veulen niet meer gezoogd wordt. Henry Aamink: "In het najaar kunnen we de training weer opvoeren, zodat ze wellicht in november de volgende proef kan doen. Wellicht kan dan het voorlopige in een definitief Kroonpredikaat worden omgezet."
Klik hier voor een foto.