
foto door Margreet
Paarden verdringen hoe langer hoe meer de koeien uit de Vlaamse weiden. Aan de opmars van de paardenhouderij zijn niet alleen positieve kanten verbonden, waarschuwt Wervel. "Het grootste probleem is de verrommeling van het landschap. Er worden weinig vergunningen aangevraagd voor de constructies die overal op het platteland opduiken", zegt woordvoerder Luc Vankrunkelsven, die terloops aanstipt dat niet alleen de paarden wit, zwart, grijs of bruin zijn. "Het geld dat omgaat in deze sector is dat ook".
Wervel loopt niet wild van nieuwe paardenstallen. "Terwijl de land- en tuinbouwers aan steeds meer verplichtingen moeten voldoen, geldt dat blijkbaar niet voor paardenhouders", merkt Vankunkelsven op. Hij vreest bovendien dat de paardenhouderij uitgroeit tot een concurrent voor de boeren en tuinders. "In sommige gemeenten gaat de grond van stoppende boeren voor 95 procent naar de bezitters van paarden".
Kapitaalkrachtige paardenliefhebbers hebben er volgens de Wervel in sommige streken voor gezorgd dat de prijs van grond verdrievoudigd is. "Soms wordt de prijs ook omhoog gestuwd omdat per hectare nog behoorlijk wat geld onder tafel moet gegeven worden", weet Vankrunkelsven, die er zich over verbaast dat de landbouwsector zelf er nauwelijks graten in lijkt te zien. "Landbouwbladen wijden vele bladzijden aan het paard en ministers promoten het economische belang van de paardenliefhebberij".
Volgens Wervel blijken paarden naast een eerlijke liefhebberij en het symbool van veralgemeende welvaart ook een goede belegging te zijn. "Een anonieme getuige heeft ons bevestigd dat het wel eens gebeurt dat kreupele paarden aangekocht worden voor pakweg 500 euro, waarna ze zogezegd verkocht worden aan een goede kennis voor een veelvoud van dat bedrag. Het paard moet niet van stal veranderen en het geld ook niet. Met een eenvoudige factuur met de vermelding 'ontvangen' is de onderlinge verkoop geklaard en zwart geld witgewassen", stelt Vankrunkelsven.(
.