pol013 schreef:Ik kan mijn vinger er niet achter krijgen maar er klopt inderdaad weinig van de berekening van de druk die een bit geeft.
In de betreffende berekening wordt uit gegaan van de standaard teugeldruk van 2,26 kilo; dit zijn metingen van Clayton (2005) en onder de omstandigheden dat het paard geen weerstand biedt (wanneer een paard zijn hoofd omhoog brengt, loopt deze druk al gauw op tot 13,5 kilo).
Met teugeldruk wordt de hoeveelheid kracht op de teugels bedoeld.
Maar teugeldruk is niet het enige wat speelt en interessant is, maar juist ook de inwerking (krachten) in de mond.
Wil je weten wat de
inwerking van de teugeldruk is, dan reken je dus met factoren die allemaal meespelen, zoals de breedte en het gewicht van de teugels, de hoogte vanwaar ingewerkt wordt (de afstand ruiterhand - mond), de breedte en het gewicht van het bit, en de breedte van het drukoppervlak (de lagen).
Dit alles bij elkaar geeft een druk in de mond van ruim 21 kilo cumulatief. Let wel, dit is een berekening op basis van een als "vriendelijk" beschouwd bit en een "vriendelijke" ruiter.
Iedereen denkt van zichzelf dat het met die druk en de vele kilo's wel meevalt.
Echter, uit een recent onderzoek kwam naar voren dat de gemeten kracht tijdens het rijden niet overeen kwam met de kracht die de ruiters zelf hadden ervaren.
Met behulp van het menapparaat werd gekeken hoeveel kracht (kg) de ruiters zelf dachten te hebben gebruikt. Aan een menapparaat zaten twee teugels, die aan het uiteinde aan twee digitale veerunsters bevestigd zijn. De ruiters gaven voor de gangen stap, draf lichtrijden, draf doorzitten en de galop aan met hoeveel kracht ze zojuist dachten te hebben gereden. Dit deden de ruiters door aan beide teugels te trekken totdat de ruiters hetzelfde voelden in de hand als wat ze zojuist hadden gevoeld op het paard. De hoeveelheid kracht werd van de veerunsters afgelezen en genoteerd door dezelfde aparte persoon die geen kennis had van de te paard gemeten krachten. Bovenstaande werkwijze werd per meetdag 10 keer herhaald.
De resultaten lieten zien dat het menapparaat geen goede benadering gaf van de gebruikte teugelkracht.
Oorzaaken hiervan is in de eerste plaats dat het menapparaat alleen de krachten van de ruiter op de teugel meet en niet de krachten van het paard op de teugel. Teugelkracht komt namelijk voort uit twee soorten krachten: de kracht van de ruiter en de kracht van het paard.
Het feit dat het mentoestel niet beweegt zoals een paard dat doet, kan effect hebben gehad op de beoordeling van de ruiters. Daarnaast kan het feit, dat ruiters vaak te horen krijgen dat het gebruik van een lichte teugelkracht beter is dan het gebruik van een grotere hoeveelheid kracht, ook de aangegeven teugelkracht op het menapparaat hebben beïnvloed. Hierdoor zijn de ruiters mogelijk eerder geneigd geweest om aan het menapparaat een lagere hoeveelheid gebruikte kracht te gebruiken.