Ik heb mijn suggestie van alleen mannelijke dieren op papier gezet en naar staatsbosbeheer gestuurd met een uitgebreid bericht. Ik ben nieuwsgierig of ik een serieus antwoord krijg:
Citaat:
Goedendag,
Ik begrijp jullie standpunt van niet bijvoeren op zich goed. Het correct bijvoeren van dieren die in een dusdanig slechte conditie zijn is een zeer delicate zaak en het is daarom zeker niet gewenst dat particuliere dit gaan oppakken.
Ik heb een aantal van de OVP-rapporten gelezen en snap ook waarom jullie niet permanent bijvoeren, of waarom jullie niet jaarlijks/elke 2 jaar de groep bij elkaar jagen om af te vangen, en ook castratie/chemische sterilisatie zie ik grote nadelen aan. Castratie van de mannelijke dieren heeft als nadeel dat je er maar één hoeft te missen (of dat er één wordt losgelaten per diersoort), chemische sterilisatie moet jaarijks en heeft geen volledige dekking waardoor er zeer grote kosten aan zitten. Daarnaast geeft het niet dragen/lacteren/hebben van bergen testosteron een sterk verhoogd risico op hoefbevangenheid en andere zaken.
Dat is allemaal logisch en duidelijk. Maar ik zie niet in waarom er niet gekozen kan worden om dit gebied een bachelorgebied te maken. Op die manier hoeft er in principe maar één ronde dieren grootschalig verwijderd (schieten of wegvangen, mijn voorkeur gaat uit naar schieten i.v.m. stress en een overschot van wilde dieren die herplaatst moeten worden. De edelherten kunnen dan nog geslacht worden, maar de heck-runderen zijn (uiteraard) nauwelijks te plaatsen door hun agressieve gedrag en de koniks zijn door de strenge selectie op dik worden van lucht eigenlijk niet te plaatsen bij particulieren. En slachten is bij hen geen optie (mogen ze trouwens ook niet in diervoeder gebruikt worden?).
Door enkel mannelijke dieren in het gebied te hebben, kunnen vrouwelijke dieren die over het hoofd gezien zijn, gemakkelijk (inclusief jong) geschoten worden, omdat ze een jong hebben. En hoewel het sneu is voor het vrouwelijke dier om het strijdobject te zijn tussen zo veel mannelijke dieren, is met het schieten van dier+jong de situatie direct terug onder controle. Daarnaast geeft het de mogelijkheid om een deel van het overschot van de mannelijke dieren in andere natuurgebieden goed te kunnen plaatsen met relatief lage kosten. Gelet op de leeftijd die dit type dieren gemiddeld gesproken haalt (10-20 jaar), moeten er jaarlijk 5-10% van de gewenste populatie aan mannelijke dieren bijgeplaatst worden. Dit is qua aantallen goed te behalen.
Want ik begrijp dat inschatten hoe groot de groep moet zijn, een uitdaging is. Om het in balans te krijgen, zal het aan het begin wel zoekwerk worden, dat duurt mogelijk een paar jaar dat er in het ergste geval gemaaid moet worden. Mij lijkt qua aantal het verstandig om te beginnen met 3000-3500 dieren, gezien dit gemiddeld gesproken het aantal dieren bij de meitelling is. Dit is blijkbaar het aantal dieren dat de OVP goed kan dragen, gezien het feit dat dit aantal overleefd, ondanks dat aan het begin van het winterseizoen er ±1500 dieren meer op lopen en die dieren dan ook nog mee-eten. Het uiteindelijke streefdoel qua aantal dieren zou voor mij zijn dat ze in april een conditiescore 3 hebben (conditiescore aangehouden zoals aangegeven in Protocol vroeg reactief beheer Oostvaardersplassen Versie 1.1). Op die manier zal ook een wat zwaardere winter waarschijnlijk nog steeds een conditiescore van gemiddeld 2 opleveren. Waar dat aantal precies eindigt qua aantal dieren, is voor mij als buitenstaander uiteraard niet volledig te voorspellen en ik snap dat het zelfs voor ecologen zeer lastig in te schatten zal zijn.
Bijvoeren is in principe dan niet nodig, want te veel dieren kunnen worden afgeschoten in de winter. De enige uitzondering is als de winter extreem vroeg begint, maar daar is dan al vroegtijdig zicht op en dan zou er juist aan het begin van de winter wat bijgevoerd kunnen worden van natuurhooi dat komt van natuurgebieden die jullie via maaien en afvoeren beheren. Dat hooi is op 1 januari, indien niet gebruikt, nog prima te verkopen, het geeft dus enkel een periode opslag. Door aan het begin van de (extreem vroege) winter te voeren, zullen de dieren niet vroegtijdig al het grootste gedeelte van het voedsel opgegeten hebben, waardoor er laat in het seizoen echt niets meer staat. Daarnaast zijn ze op dat moment nog gewend aan het eten van grotere hoeveelheden voer, waardoor het nog geen omschakeling van de darmen vraagt. Zeker niet omdat het hooi is dat komt van gebieden met een vergelijkbare voedingswaarde en planttype (in tegenstelling tot weidehooi). Het grijpt dus veel minder in dan rond deze periode (februari/maart/april) bijvoeren als het toch niet blijkt te gaan.
Indien deze methode aangehouden wordt, is het huidige vroeg-reactief beleid zeer geschikt, een afschotbeleid van 90-95% van de gestorven dieren door conditie geeft dan weinig risico op ruimschoots lijden doordat er veel minder dieren in totaal sterven.
Ik ben het absoluut niet eens met jullie huidige beleid, laat ik daar duidelijk in zijn. Maar ik zie de gedachtegang erachter wel en wil deze mogelijkheid inbrengen, omdat ik deze nog niet tegengekomen ben in de onderzoeksrapporten. Bachelorkuddes zijn natuurlijk, er zijn nu eenmaal ±evenveel vrouwelijke als mannelijke dieren en de meeste gewone kuddes bestaan nu eenmaal 3-6 vrouwelijke dieren per mannelijk dier, dus het zou alsnog heel dicht tegen een natuurlijke situatie zijn. Maar het zou wel een sterfte voorkomen van gemiddeld zo'n 1500 dieren iedere winter, tegelijkertijd ook een sterfte voorkomen van ±200 dieren die vanwege dat ze overschot zijn, geslacht moeten worden. En ook kostengewijs blijft het op deze manier behapbaar, toch ook niet onbelangrijk.