horseyfries schreef:Wat jij je eerst eens moet realiseren: rijtechnische ontspanning is niet hetzelfde als geen enkele spier aangespannen hebben. Hoe kun je anders verzamelen, of het nu LDR of klassiek is, je zult in rijtechnische ontspanning (wat dus niet hetzelfde is als geen enkel spiergebruik zoals jij schijnt te denken) je paard moeten aanspannen.
Ten eerste
moet ik helemaal niks...
Ten tweede denk ik niet wat ik volgens jou schijn te denken. Rijtechnische ontspanning is het gebruiken van alleen die spieren die op dat moment nodig zijn. Ofwel, het niet onnodig aanspannen van spieren, het niet verspillen van energie. Als jij een eind gaat hardlopen ben je ook niet ontspannen actief als jij ondertussen de hele tijd één hand tot een stevige vuist balt.
horseyfries schreef:Dat er maar twee hersenen nodig zijn voor wat dan ook is een hele rare uitspraak, elke hersenchirurg zou willen dat hersenen zo simpel werkten, dan was hun beroep een stuk gemakkelijker....

Vermoed dat jij twee hersencellen verwart met 2 hersenen? Een gemiddelde hersenchirurg heeft z'n handen vol aan één portie hersenen hoor 
horseyfries schreef:Het voorbeeld met de mok heeft helemaal geen enkele zin. Ten eerste al zoals ik al eerder zei omdat de atlas en draaier niet hetzelfde werken als een pen in een mok, ten tweede omdat je geen buigers en strekkers nabootst terwijl die spieren voor de vormspanning zorgen waardoor je ontspannen je paard zonder druk toch lager kan instellen.....
Je wilde graag onderbouwde reacties, ik zie ook graag een onderbouwde reactie terug......
Daar hoef je bij mij meestal niet om te vragen hoor, die komt vanzelf wel.
De buigers en strekkers voor de vormspanning kunnen door de assistent worden nagebootst, want die speelt voor de "paardenspieren" in dit experiment.
Karl66 schreef:Waar het om gaat is door je te verdiepen in de materie van het paardrijden en door goede instructie, zoveel mogelijk "gereedschap in je gereedschapkist te krijgen".
Maar alleen met je ruitergevoel kan je het juiste gereedschap op het juiste moment gebruiken en dat is waar het uiteindelijk om gaat.
Helemaal juist 
Heb je je nu goed verdiept in de aanleuning en het waarom van het vóór de loodlijn willen zien? Blijkbaar had je dat nog niet, terwijl je toch vast al zelf met rijden aan aanleuning werkt. Hopelijk heb je er wat aan.
Karl66 schreef:Aanleuning is het ontspannen en vol vertrouwen de hand opzoeken door het paard, waardoor de hulpen volledig doorkomen.
Wat is dan het verschil in vertrouwen tussen B en C?
Alleen bij B komen de hulpen volledig door: Elke handbeweging resulteert direct in een hoofdbeweging. Het vertrouwen van het paard moet hier groot zijn, omdat als de ruiter opeens een grove beweging maakt (een ruk geeft), deze ruk ongehinderd doorkomt en dus het hoofd naar achteren rukt. Iets dat het paard als zeer onprettig zal ervaren. De ruiter heeft hierbij veel vertrouwen in het paard nodig, want als deze zou besluiten plots het hoofd in de lucht te steken en er vandoor te gaan, dan kan hij dit vrij makkelijk, want door de lichte aanleuning rekent de ruiter niet op plots veel druk en is deze hoogst waarschijnlijk niet in staat om snel genoeg te reageren. Een goede ruiter zal dit echter wel in de zit voelen aankomen en daardoor tijdig op kunnen vangen, maar we hebben nou eenmaal graag zaken (letterlijk) in de hand.
Bij C volgt het paard actief met het hoofd de hand van de ruiter. Dit kan in alle standen gebeuren, óók met de neus vóór de loodlijn. De spieren van het paard zijn echter al "paraat" en kunnen een eventuele onverwachtse beweging enigzins opvangen. Zit jij ontspannen in de auto, voor het stoplicht voor je uit te staren en tikt iemand je auto zachtjes van achteren aan, dan klapt je hoofd (die gewoon balancerend op je atlas stond) naar achteren. Zie jij 'm op het laatste moment aankomen, dan zal jij deze klap trachten op te vangen door spieren aan te spannen die je hoofd actief op z'n plek houden. Als de klap niet te hard is, zal dit ook lukken. Het is deze "brace for impact" situatie die bij situatie C altijd aanwezig is. Dit kan het gevolg zijn van gemis aan vertrouwen in de hand. De ruiter heeft nu met de hand ook direct contact met spieren van het paard en kan nu dus zowel in de zit als in de hand spanningen die in het paard ontstaan detecteren en er snel op reageren. Deze extra "controle mogelijkheid" getuigt niet van een groot vertrouwen van de ruiter in het paard.
In feite is het dus zo, dat het bij aanleuning B de ruiter is die voor 100% de kracht levert die nodig is om de actuele afbuiging te bewerkstelligen. Hoe verder naar achteren de neus beweegt, hoe meer kracht de ruiter hiervoor zal moeten leveren, des te zwaarder de aanleuning wordt. De druk op de lagen van het paard wordt daarbij ook steeds groter, wat waarschijnlijk onprettig zal zijn. De meeste paarden zullen dit bestrijden door het hoofd op een gegeven moment deels zelf daar te houden en dan heb je weer een aanleuning type C.
Stel een paard blijft aanleuning B aanbieden, dan krijg je dus een hele zware aanleuning als je hem nu met de neus ver achter de loodlijn brengt.
De LDR ruiters vragen het paard steeds verder achter de loodlijn, maar willen geen zware aanleuning krijgen. Dit bereiken ze door het paard steeds te vragen om zelf de positie achter de loodlijn te dragen. Het paard levert hier dus de spierkracht voor en moet dus bewust spiergestuurd de ruiterhand gaan volgen, om de ruiter altijd dezelfde druk in de hand te geven. Dit is dus een aanleuning van het type C.
Zep: De ruiter levert dus niet de kracht die nodig is voor de hoofdpositie, maar laat het paard dit doen.