Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
linky schreef:Horseyfries, er is wel degelijk een test, en alle dekhengsten zijn al getest. Alle hengsteneigenaren weten dus welke hengst(en) deze afwijkingen door kunnen geven. Het gaat er om dat het dus WEL bekend is maar er GEEN openbaarheid aan gegeven wordt.
Een hengst die een van deze afwijkingen doorgeeft, kan best gepaard worden aan een merrie die het gen niet heeft; het moet van twee kanten komen. Zo'n hengst hoeft dus helemaal niet uitgesloten te worden van de fokkerij, je moet er met bepaalde merriestammen alleen niet heengaan. Maar nu is het net Russisch Roulette...............
linky schreef:Horseyfries, er is wel degelijk een test, en alle dekhengsten zijn al getest. Alle hengsteneigenaren weten dus welke hengst(en) deze afwijkingen door kunnen geven. Het gaat er om dat het dus WEL bekend is maar er GEEN openbaarheid aan gegeven wordt.
Een hengst die een van deze afwijkingen doorgeeft, kan best gepaard worden aan een merrie die het gen niet heeft; het moet van twee kanten komen. Zo'n hengst hoeft dus helemaal niet uitgesloten te worden van de fokkerij, je moet er met bepaalde merriestammen alleen niet heengaan. Maar nu is het net Russisch Roulette...............
stef schreef:euh, Bij het FPS is precies bekend welke hengsten drager zijn van het dwerggen en het waterhoofd gen, alleen wordt dit niet naar butien gebracht (bron: Nieuwspagina bokt: [VN] 16 Friese hengsten drager waterhoofdgen, 12 dwerg-gen). Drager zijn is trouwens geen punt, alleen drager x drager geeft problemen
stef schreef:euh, Bij het FPS is precies bekend welke hengsten drager zijn van het dwerggen en het waterhoofd gen, alleen wordt dit niet naar butien gebracht (bron: Nieuwspagina bokt: [VN] 16 Friese hengsten drager waterhoofdgen, 12 dwerg-gen). Drager zijn is trouwens geen punt, alleen drager x drager geeft problemen
stef schreef:euh, Bij het FPS is precies bekend welke hengsten drager zijn van het dwerggen en het waterhoofd gen, alleen wordt dit niet naar butien gebracht (bron: Nieuwspagina bokt: [VN] 16 Friese hengsten drager waterhoofdgen, 12 dwerg-gen). Drager zijn is trouwens geen punt, alleen drager x drager geeft problemen
stef schreef:euh, Bij het FPS is precies bekend welke hengsten drager zijn van het dwerggen en het waterhoofd gen, alleen wordt dit niet naar butien gebracht (bron: Nieuwspagina bokt: [VN] 16 Friese hengsten drager waterhoofdgen, 12 dwerg-gen). Drager zijn is trouwens geen punt, alleen drager x drager geeft problemen
horseyfries schreef:Uit de literatuur blijkt dat de erfelijke gebreken verondersteld mogen worden als zo oud als het stamboek zelf. In het Hengstenboek worden verschillende hengsten uit de beginjaren genoemd die drager waren van het dwerggen. De oorsprong van het waterhoofd is minder duidelijk. De gebreken zijn, zij het sluimerend, altijd in de populatie aanwezig geweest, maar zijn in mate toegenomen omdat een aantal zeer invloedrijke hengsten drager waren. Voor verspreiding van het dwerggen heeft de preferente hengst Ritske 202 zeer waarschijnlijk een grote rol gespeeld. Voor het waterhoofdgen zijn het met name de (eveneens preferente) hengsten Wessel 237 (Ritske moeder) en Oege 267, via Wessels vader Jarich 226. Alle drie de laatstgenoemde hengsten waren overigens waarschijnlijk zowel drager van het waterhoofdgen als ook het dwerggen.
Het ontwikkelen van beleid is minder eenvoudig dan het wellicht op het eerste gezicht lijkt. De eerste doelstelling is om te voorkomen dat er afwijkende veulens geboren worden. Dit kan gedaan worden, door risicoparingen te voorkomen. De eenvoudigste manier zou zijn om alle dragerhengsten af te keuren. Het KFPS is echter van mening dat dit ongewenst is. Niet alleen zou dit betekenen dat een aantal zeer waardevolle hengsten voor de fokkerij verloren zou kunnen gaan, maar tevens zou hiermee de genenpool opnieuw versmald worden met een extra inteelttoename tot gevolg. Het KFPS is van mening dat dragerhengsten voor de fokkerij behouden moeten blijven. Bovendien moeten jonge dragerhengsten, mits ze over extra kwaliteiten beschikken, goedgekeurd kunnen worden. Doen we dit niet dan zal 1 op de 3 jonge hengsten obv de DNA-test bij voorbaat afvallen. Uiteraard zal in het beoordelingsrapport, bij goedkeuring, worden aangegeven of de hengst drager is, zodat risicoparingen uitgesloten kunnen worden. Hiervoor heeft men in de toekomst twee mogelijkheden: 1)bekijken of er dragerhengsten in de moederlijn van de merrie aanwezig zijn en 2) van een merrie kan een DNA-test worden uitgevoerd.
Door bij het aankeuring van jonge hengsten hogere eisen te stellen aan dragers, zal uiteindelijk het aantal dragers en daarmee de genfrequentie van de afwijkende genen in de populatie afnemen. Dit is naast het voorkomen van afwijkende veulens de tweede doelstelling.
Het KFPS realiseert zich, dat met het uit de taboesfeer halen van de beide afwijkingen, de discussie op straat ligt. Dit is onvermijdelijk. Het KFPS is echter van mening dat er absoluut geen aanleiding is voor paniek. Het aantal afwijkende veulens is relatief beperkt. Bovendien gaat het genetisch gezien om een relatief eenvoudig probleem. Met de vorderingen van de techniek en het te voeren beleid op basis hiervan, kunnen de problemen daarom snel tot het verleden gaan behoren. Het beleid is juist daarom met name gericht op het voorkomen van schade als gevolg van de nevenverschijnselen (foktechnisch uitschakelen van waardevolle paarden, verkleinen van de genenpool). Immers, het middel moet niet erger zijn dan de kwaal.