Citaat:
Het eerste onderdeel is een rubriek direct op tijd, met een maximale hoogte van 1.60m. Deze rubriek telt mee voor het individuele klassement, maar niet voor het klassement van de landenwedstrijd. Wel is het resultaat van deze rubriek bepalend voor de startvolgorde van de teams in de eerste manche van de landenwedstrijd.
De landenwedstrijd vormt het tweede onderdeel van de olympische springwedstrijd. Deze bestaat uit twee manches, verdeeld over evenzoveel dagen, en staat net als alle wedstrijden uitgeschreven op een hoogte van 1.60m.
- In de eerste manche gaan alle landenteams van start. Daarnaast geldt dit ook voor de individuele ruiters die in de top 60 zijn geëindigd van het eerste onderdeel, maar geen deel uitmaken van een landenteam. In deze manche tellen voor een team de beste drie resultaten.
- Een dag later zien we de beste acht landen uit de eerste manche in omgekeerde startvolgorde terug in de tweede, vaak zwaardere manche. Hierin ook aan de start de individuele ruiters uit de top 45 na de rubriek direct op tijd en de eerste manche. Ook in de tweede manche tellen voor een team alleen de beste drie resultaten. Het strafpuntentotaal van beide manches bepaalt de eindstand van de landenwedstrijd. Bij een gelijke klassering voor een of meerdere medailles wordt er barrage gereden door alle teamleden.
Het laatste onderdeel is de individuele finale, die bestaat uit twee zware omlopen. Voor de eerste ronde plaatsen zich de beste 35 paarden en hun ruiters uit het klassement dat opgemaakt kan worden na de rubriek op tijd en de beide manches in de landenwedstrijd, met een maximum van drie combinaties per land. Bijzonder aan de olympische finale is dat de strafpuntenteller weer op nul springt. De startvolgorde is in omgekeerde volgorde van het klassement en na de eerste omloop blijven er nog twintig kandidaten over. Deze twintig combinaties gaan in de tweede omloop strijden voor het eremetaal en de eeuwige roem. Bij een gelijke klassering voor een of meerdere medailles wordt er barrage gereden.