Citaat:
Tussen de tien en dertig procent van de paarden vertoont stereotyp gedrag. Dertig procent van de paarden die naar de slacht gaan, heeft gedragsproblemen. Die zijn vrijwel allemaal te herleiden tot gebrekkige huisvesting, te weinig beweging, onjuiste voeding en fouten in de opvoeding.
De overige 70% wordt afgemaakt wegens problemen met hoef en beenwerk, aldus onze slachthoeven leverancier.
Citaat:
De paarden zelf zijn niet veranderd, benadrukt ze. De omstandigheden waaronder ze gehouden worden, des te meer. Dat deze dieren zich nog goed weten te handhaven onder natuurlijke omstandigheden, blijkt volgens haar uit het feit dat gehouden paarden die los worden gelaten, binnen de kortste keren weer hun natuurlijke gedrag vertonen. ‘’Ze pikken zo weer een sociaal, nomadisch bestaan op, in kleine hiërarchische groepen’’, schetst Van Dierendonck de normale levensomstandigheden van paarden. Wilde paarden, halfwilde paarden, de 6000 jaar geleden gedomesticeerde paarden, het huidige sport- en recreatiepaard – het wezen van het dier is niet veranderd. Het paard is nog altijd een niet aan een territorium gebonden kuddedier, dat tijdens het grazen tussen de vijf en tien kilometer aflegt, zo’n twaalf tot zestien uur per dag besteedt aan foerageren, 50.000 kauwbewegingen per dag maakt, waarmee de speekselklieren worden geactiveerd, hetgeen nodig is voor de vertering van voedsel, verspreid over de dag zo’n zes uur rust, permanent aan subtiele vormen van communicatie doet, vijftig tot honderd keer per minuut contact heeft met andere paarden via diverse zintuigen, en langdurige relaties aangaat.
Hiermee hebben de bokkers die altijd beweren dat hun paard zo ver doorgefokt is dat het ver van de natuur afstaat, meteen een duidelijk antwoord en kan dat argument van tafel geveegd worden.
Citaat:
’‘Veel paarden zien het grootste deel van een dag alleen een muur’’, zei Van Dierendonck onlangs op het vierde HAP congres over dier en gedrag voor niet-wetenschappers in Ede. ‘’Het fysieke contact met andere paarden is voor veel paarden vrijwel verdwenen. Ze staan alleen in een stal met houtsnippers en krijgen twee keer per dag een plak hooi
De welbekende isoleercel met twee maaltijden per dag. Even zwart wit gesteld.
Citaat:
Probleem: veel eigenaren weten niet wat ze fout doen. Sterker nog: de meeste doen erg hun best het echt goed te doen, maar weten vaak niet wat de basis behoeften van een paard zijn, wat een paard kan en hoe een paard leert. Ze weten niet dat de frustratie, verveling, en chronische stress het gevolg zijn van het feit dat een paard niet die dingen kan doen die het op basis van zijn brein en fysiologie wil.
Zoals ze in de BIT ook al zei "Een paard dat naar je hinnikt als hij op stal staat......" zien mensen nog al te vaak als 'paard is blij mij te zien' ja dat is hij ook, omdat hij hoopt dat jij hem verlost uit zijn boxarrest.
Citaat:
Van Dierendonck realiseert zich dat lang niet iedere paardenhouder in de gelegenheid is op het gebied van huisvesting en weidegang op korte termijn ingrijpende maatregelen te treffen. Maar er zijn hele simpele dingen en vele alternatieve oplossingen die het leven van een paard minder gestresst maken.
Door de stal van paarden te verrijken met takken van wilgen en essen (niet teveel), fijnmazige hooinetten, door het krachtvoer door het ruwvoer te mengen, minimaal drie keer per dag te voeren, of 2-3 soorten ruwvoer op verschillende plekken tegelijk aan te bieden, kan er al veel worden verbeterd. ‘’Heel wat wevers zijn geholpen door een ander manier van voeren. En kribbenbijters zijn zeker niet gebaat bij een anticrib band, dat is alleen maar symptoom behandeling. Zorg dat ze voldoende kunnen foerageren en geef ze, als aan alle basisvoorwaarden is voldaan, iets waar ze wel op mogen bijten.’’
Hopelijk raken mensen er ook van doordrongen dat dit soort oplossingen prima zijn om het acute probleem voorlopig enigzins op te lossen, maar dat je dan niet achterover moet gaan leunen, maar dat je verder moet zoeken of je de huisvesting nog verder kan verbeteren.
Citaat:
Frank Ődberg, hoogleraar ethologie en dierenwelzijn aan de Universiteit van Gent. Er zijn volgens hem mogelijk ook erfelijke factoren in het spel: waarschijnlijk bestaat er geen specifieke genetische basis voor stalondeugden, maar wel voor temperament. Een meer zenuwachtig paard zal eerder stalondeugden ontwikkelen in een chronische conflictsituatie dan een niet-zenuwachtig paard.
oh als de fokkers dit in godsnaam maar niet aangrijpen om paarden te fokken die zo suf zijn dat ze hun ellende accepteren
Citaat:
Paarden minimaal zes uur per dag naar buiten
sounds like an extreme natural 
dus niet meer 'even losgooien tijdens het uitmesten en daarna een uurtje rijden en overdag nog een uurtje stapmolen'
geen ge 'jamaar' meer
Citaat:
De Federatie Nederlandse Ruiter Sportcentra FNRS zou het bestaande sterrensysteem voor maneges kunnen aanpassen of uitbereiden. Alleen de stallen op de minimale maat maken, is meestal niet voldoende, aldus Van Dierendonck. Er moeten hogere eisen worden gesteld aan huisvesting en management, zodat de paarden meer en vaker contact kunnen hebben met elkaar en meer kunnen bewegen. Ook is het van belang dat het voeraanbod verandert en beter wordt verspreid over de dag.
Het sterrensysteem van de FNRS lijkt nu nog meer op een hotel sterrensysteem voor de ruiter. Pas ergens in een bijzin komt iets voor over 'geen stands'.
Citaat:
Verder is het volgens Van Dierendonck noodzakelijk dat de paardenwereld anders gaat denken over het gebruik van allerhande hulpmiddelen, sporen en doping. ‘’De hele paardenwereld moet nadenken over de trainingsmethoden en middelen die men hanteert.’’
als alle jockeys hun zwepen in de prullenbak gooien, zal er altijd toch nog een paard als eerste over de finish komen 
en zonder rollkur en LDR zal er altijd iemand met de hoogste punten zijn in de dressuur