Citaat:
14.2 SOCIAAL-EMOTIONELE ASPECTEN
Zowel de uitbraak van een dierziekte zelf als de maatregelen die noodzakelijk zijn om de ziekte te
bestrijden kunnen een grote impact hebben op betrokkenen. Hoewel er geen sprake is van het ruimen
van gezonde dieren, maar van euthanaseren van besmette of ernstig verdachte dieren die meestal
ernstig lijden onder de ziekte, kunnen de emotionele gevolgen groot zijn. Het euthanaseren van
paarden treft immers niet alleen houders (professioneel of hobbymatig) maar ook een grote groep
burgers (recreatieruiters en anderen die van paarden houden). Dit zijn burgers die weinig ervaring
hebben met dieren die geëuthanaseerd worden om een andere reden dan dat ze uit hun lijden verlost
moeten worden of vanwege ouderdom worden afgevoerd naar het slachthuis. Van de recreatieruiters
is bovendien een zeer hoog percentage jongeren in een gevoelige leeftijd.
Dientengevolge kunnen betrokkenen in sociaal emotionele problemen raken en in sommige gevallen
is professionele psychosociale hulp noodzakelijk. Reacties van mensen en de mogelijke problemen
die kunnen ontstaan, is van veel factoren zoals, persoonskenmerken, de mate van betrokkenheid, de
wijze waarop met het beleefd en de problemen uit, afhankelijk.
Bij sociaal emotionele problemen is er voor alle betrokkenen/getroffenen behoefte aan informatie,
empathie, erkenning, ruimte om het verhaal kwijt te kunnen, een luisterend oor, acute hulp, adviezen
en duidelijkheid. Begeleiding hierbij kan meestal op informele basis in de eigen directe kring geboden
worden. Mensen uit de directe kring zijn: familie, vrienden, buren, collega’s, leraren van
(basis)scholen, geloofsgenoten. Echter indien sprake is van psychosociale problematiek zal
professionele hulp geboden moeten worden.
LNV onderkent dat een dierziektecrisis een grote impact op het dagelijkse leven heeft en kan leiden
tot psychosociale problemen. Voor de begeleiding bij psychosociale problematiek zijn echter de
reguliere hulpverleningsinstanties uit de humane gezondheidszorg verantwoordelijk.