
Foto: dirkjankraan via Flickr
Dekhengsten kunnen mogelijk bij elkaar worden gehouden in grotere weides, dit blijkt uit een Zwits onderzoek.
De onderzoekers kwamen erachter dat de frequentie van agressief gedrag snel afnam bij hengsten die samen stonden en na de vierde dag was het nog minimaal. Ze stelden dat het samen houden van hengsten goed is voor het welzijn van de dieren en het makkelijker is voor de paardenhouderij. De bevindingen van het onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschrift, PloS ONE.
Onderzoekers Sabrina Briefer Freymond, Elodie Briefer, Rudolf Von Niederhäusen en Iris bachmann basseerden hun bevindingen op het bestuderen van een groep dekhengsten die eigendom zijn van de Zwitserse Nationale Stoeterij in Avenches, die in groepen op een grote wei werden gehouden.
Vijf hengsten werden in 2009 onder zulke omstandigheden gehouden en acht in 2010.
“Ondanks dat het sociale dieren zijn, worden gedomesticeerde paarden vaak alleen gehouden”, zeiden de onderzoekers.
Dit geldt vooral voor dure paarden die aan races of andere competities meedoen. Vanwege de kans op agressieve interacties, zoals schoppen of bijten, die voor kunnen komen als paarden samen worden gehouden.”
“Maar het individueel houden kan een aantal nadelen hebben voor het welzijn van de paarden, in het bijzonder voor hun geestelijke gezondheid, als de stallen niet goed ontworpen zijn.”
“Het succesvol houden van gedomesticeerde paarden in buitengroepen kan de banden nabootsen die je ziet in het wild”, zeiden ze ook.
“Helaas weerhoudt het hoge niveau van agressie dat hengsten laten zien als ze voor het eerst in een groep komen veel mensen ervan ze in groepen te houden. Maar deze agressie is heel erg belangrijk tijdens de integratie in een groep, omdat de rangorde wordt bepaald. In het wild wordt in stabiele kuddes maar weinig agressie waargenomen.”
De onderzoekers hebben twee groepen hengsten geobserveerd. Ze keken naar het patroon van vecht-gerelateerd gedrag, ritueel gedrag en de manier waarop de rangorde werd bepaald. Ze stelden dat de hengsten meer ritueel gedrag vertoonden dan agressief gedrag.
“De frequentie van agressief en ritueel gedrag verminderde de eerste drie tot vier dagen heel snel.”
De frequentie van gedrag ter bepaling van de rangorde werd minder na negen tot veertien dagen. “Een stabiele hierarchie wordt gemeten na twee tot drie maanden”, concludeerden de onderzoekers. “De hengsten die hoog in rang staan hadden minder rituele interacties dan de hengsten die laag in de rangorde staan.”
“Ze toonden ook minder agressief- en ritueel gedrag en drang tot leiderschap als ze het jaar daarvoor al in een groep hadden gestaan. Daarom concludeerden we dat je dekhengsten kunt houden in grote weides, omdat de frequentie van dominant gedrag sterk daalde en op een minimaal niveau bleef na de vierde dag.”
Ze benadrukken wel dat er meer studies nodig zijn om het gedrag volledig te kunnen evalueren.
De onderzoekers zagen twee hoofdvoordelen in het houden van hengsten in buitengroepen, als er genoeg ruimte tot hun beschikking is:
“Als eerste, neemt de welzijn van het paard toe omdat ze hun natuurlijke gedrag volledig kunnen laten zien, zoals sociale interacties en voortbeweging.”
“Ten tweede, scheelt het geld voor stalling en tijd voor schoonmaken en het beweging geven van de paarden.”
“De voornaamste reden die paardenhouders ervan weerhoudt om hun paarden in groepen te houden is het risico op fysieke agressie. Verschillende studies hebben laten zien dat hengsten in stabiele groepen kunnen worden gehouden, met maar een klein aantal verwondingen door agressieve interacties.”
“Het aantal agressieve interacties is vooral hoog ten tijde van de integratie van de groep, wanneer de hengsten voor het eerst kennismaken en de rangorde wordt bepaald.”
“Omdat rangorde bepalingen en rituelen vooral een rol spelen in het begin dat de groep bij elkaar staat, verwachten we dat hun aantal en intensiteit vermindert met de tijd. Maar hij zal in een stabiele bachelor-groep nooit geheel verdwijnen.”
“Er zullen meer onderzoeken nodig zijn om volledig te evalueren of hengsten in groepen te huisvesten zijn, om agressie die samenhangt met de integratie in een groep vast te stellen.”
De onderzoekers melden dat hengsten in het wild een harem hebben dat ze verdedigen en geen persoonlijk territorium.
“Als ze geen harem hebben, vormen de meeste hengsten groepen die bekend staan als de vrijgezellengroepen. Deze groepen bestaan uit twee tot vijftien individuen en zijn relatief redelijk stabiel, maar niet zo stabiel als haremgroepen. Die bestaan uit jaarlingen en jonge hengsten die nog geen harem voor zichzelf hebben en in een tussentijdse ontwikkelingsfase zitten tussen seksuele en sociale rijpheid.”
“Bachelor-banden kunnen ook bestaan uit oudere hengsten die hun harem hebben verloren.”
“Agonistisch- en ritueel gedrag als gevechten, bedreigingen, vermijding en onderdanig gedrag doen zich vooral voor in bachelorgroepen. Deze agressieve interacties kunnen een belangrijke rol spelen in het verbeteren van vaardigheden en fysiek uithoudingsvermogen van hengsten die later een harem bij elkaar moeten houden en verdedigen.”
“Echter, zoals bij veel andere diersoorten, laten hengsten als ze contact hebben het minimale aantal agressie zien dat nodig is in de situatie.”
“Daarom zijn de agressiecijfers redelijk laag in natuurlijke condities en leiden ontmoedingen maar zelden tot serieuze gevechten en verwondingen.”
Vier van de hengsten in het onderzoek zaten in de groep van 2009 en in die van 2010. De hengsten waren negen tot negentien jaar oud en werden op de stoeterij gehouden voor vijf tot zestien jaar. Ze werden gereden en gebruikt voor de fokkerij.
Ze hadden allemaal, op een na, regelmatig naast een andere hengst in het span gelopen. Voor het onderzoek hebben ze op verschillende locatie gestaan, maar nog nooit in een groep. Daarom waren alle hengsten in dit onderzoek bekend van elkaar, maar hadden ze geen ervaring met het staan in groepsverband.